‘Lange termijn bestaat niet in het voetbal’

© KOEN BAUTERS

‘Je moet kunnen stilstaan bij de mooie momenten’, stelt Wouter Vrancken, die in één jaar als trainer van KV Mechelen meer prijzen pakte dan in zijn hele spelerscarrière. Het leverde hem de interesse van Genk en een verbeterd contract bij KV op.

Een open en duidelijke communicatie, dat is samengevat dé sleutel tot het succes van Wouter Vrancken (40) als trainer. Dat zeggen zijn (ex-)spelers, dat zegt zijn voormalige assistent Frederik Vanderbiest en dat zal ook Vrancken zelf verscheidene keren herhalen tijdens ons anderhalf uur durende gesprek.

Die kwaliteit, waarmee hij vorig seizoen KV Mechelen aan de beker van België en promotie naar 1A hielp, blijkt evenzeer wanneer je als interviewer tegenover hem zit. Vrancken is iemand bij wie je meteen een gevoel van waarachtigheid krijgt. Schroom om een netelige kwestie aan te kaarten of een moeilijke vraag te stellen hoef je niet te hebben. Dus openen we het interview met het geflirt tussen hem en KRC Genk, de landskampioen die in hem een opvolger zag van de ontslagen Felice Mazzu, maar die op het moment van dit interview de nieuwe Duitse coach Hannes Wolf voorstelt.

Op basis van wat we in de heenronde toonden, verdienden we nog meer punten.’ – Wouter Vrancken

‘Er is enkel een telefoontje gepleegd naar mijn makelaar, met de vraag of we konden praten. Daarna is er geen contact meer geweest’, vertelt hij op rustige toon. Geen spatje frustratie. ‘Zolang iets niet concreet is, steek ik daar geen energie in. Soms maakt zoiets ook deel uit van een spel: door één naam nadrukkelijk naar voren te schuiven blijven andere kandidaten onder de radar.’

De geruchtenmolen leverde hem wel een verbeterd contract op bij KV Mechelen. ‘Mechelen was voordien al aan het duwen voor een nieuw contract. Doordat mijn naam genoemd werd bij Genk, is dat in een stroomversnelling geraakt. Het is een blijk van appreciatie, maar tegelijk ook logisch: Mechelen wil zich indekken en vice versa. Er staat een hogere ontslagvergoeding en een hogere afkoopsom in. Er wordt vaak gesproken over lange termijn, maar eerlijk: dat bestaat niet in het voetbal. Als ik volgend seizoen start met 1 op 15, komt er ook druk op mijn positie, zo realistisch ben ik wel.’

Heb je ook meer inspraak in het sportieve beleid geëist?

Wouter Vrancken: ‘Neen. Ik heb een goede samenwerking met sportief directeur Tom Caluwé. Elke dag zitten we samen en ik heb niet de indruk dat er dingen beslist worden zonder mijn medeweten, dat volstaat voor mij.’

Dit niveau aanhouden met Mechelen wordt lastig. Denk je dan niet: misschien is dit mijn moment? Philippe Clement voelde na een sterk halfjaar bij Waasland-Beveren ook aan dat het daar niet zou blijven duren en ging in op een bod van Genk.

Vrancken: ‘Iedereen moet voor zichzelf uitmaken of het tijd is voor iets anders, maar ik weet wat ik hier heb. Krediet bij bestuur én fans, dat bouw je niet zo snel op in een andere club. Ik kijk liever naar wat ik in handen heb dan wat zou kunnen zijn. Bij Mechelen zit het goed, de club heeft ambitieuze projecten en wil verder groeien.’

De relativiteit van statistieken

De zomer was nochtans turbulent. De onduidelijkheid over 1A of 1B die lang aansleepte, de uitsluiting van bekervoetbal en Europa League, de demarche van doelman Verrips vlak voor de competitiestart, het vertrek van T2 Frederik Vanderbiest eind augustus, de blessures van sterkhouders Engvall en Van Damme… Dacht je nooit: wat gebeurt hier allemaal?

Vrancken: ‘Neen, ik ben eigenlijk heel die periode rustig gebleven. Ik had al voor de zomer een contractverlenging getekend, vóór er uitsluitsel was over 1A of 1B. Ik had er alle vertrouwen in dat het wel goed zou komen. Als staf en als spelersgroep speelt die affaire zich toch wat boven je hoofd af. Wel vind ik het nog steeds jammer dat ze de beloning afpakten van iets waar je een heel jaar voor gewerkt hebt. Europees voetbal zou ons bovendien meer mogelijkheden gegeven hebben bij de samenstelling van de kern.’

Heb je de wedstrijden van Standard in de Europa League gevolgd?

Vrancken: ‘Jazeker. Als supporter van de Belgische ploegen hoop ik dat ze zoveel mogelijk punten halen. Ik redeneer nooit ‘wat als…’, dat heeft weinig zin.’

Dat jullie boven in het klassement meedraaien is straf als je afgaat op de statistieken. Zo scoren jullie bijvoorbeeld verbazend veel uit een beperkt aantal schoten op doel (gemiddeld 9,3 per wedstrijd, op één na minste van de JPL) en krijgen jullie weinig doelpunten tegen gezien het aantal kansen dat jullie weggeven (gemiddeld 12,8 schoten, op één na meeste in de JPL). Maak je je daar zorgen over?

Vrancken: ‘Neen, dat bewijst vooral de relativiteit van statistieken. Je moet die altijd in relatie zien tot de praktijk. Beschouw je een afzwaaiend schot vanop 25 meter ook als een kans? Vergeet ook niet dat we drie wedstrijden meer dan een helft met tienen moesten spelen. Op Anderlecht, op Eupen, thuis tegen Club Brugge. Dat je dan meer kansen tegen krijgt, lijkt me logisch. Die drie wedstrijden beïnvloeden het gemiddelde sterk. Evengoed bewijzen diezelfde statistieken dat we tegen STVV en Charleroi verdienden te winnen. Als ik de heenronde overloop, durf ik te stellen dat we nergens punten gestolen hebben. Integendeel, op basis van wat we getoond hebben, verdienden we eigenlijk meer. We brengen voetbal waar de fans plezier aan beleven, met veel lef en initiatief.’

Wouter Vrancken: 'We brengen voetbal waar de fans plezier aan beleven, met veel lef en initiatief.'
Wouter Vrancken: ‘We brengen voetbal waar de fans plezier aan beleven, met veel lef en initiatief.’© KOEN BAUTERS

Veel intensiteit vooral.

Vrancken: ‘Intensiteit is zeer belangrijk in de sport. In elke job eigenlijk. Dat creëer je door duidelijkheid te brengen. Zodra spelers beginnen te twijfelen ben je dat kwijt. Ze moeten zonder nadenken weten wanneer ze moeten uitstappen, inzakken en andere tactische zaken. Daar werken we voortdurend aan op training.’

Hoe verkrijg je die constante intensiteit?

Vrancken: ‘Veel praten met spelers en zaken aantonen met beeldmateriaal. En vooral: je kunt geen dingen verwachten in de match die je niet getraind hebt. Die tijd is voorbij. We zitten al anderhalf jaar met dezelfde groep en die weet ondertussen waar ik de klemtoon op leg. Honderd procent inzet op training is voor mij cruciaal, alleen zo kun je in de wedstrijd top zijn. Al anderhalf jaar heerst er in deze groep een geweldige teamspirit, waar ook de nieuwkomers meteen in meegaan.’

Je verwijst graag naar het Liverpool van Klopp. Energiek, een wisselwerking met het publiek, rock-‘n-roll.

Vrancken: ‘Ik kijk zelf graag naar dat soort teams, die drijven op enthousiasme. Dat betekent dat je af en toe risico’s neemt en kansen weggeeft, dus ook in die optiek nuanceer ik de statistieken van mijn ploeg.’

Jullie slagen er bijna altijd in om jullie spel op te dringen aan de tegenstander. Daarbij valt het hoge aantal duels, vooral luchtduels, op in jullie wedstrijden.

Vrancken: ‘Dat er veel duels in onze wedstrijden zijn, kan betekenen dat wij gewoon heel goed druk zetten op de tegenstander, waardoor die verplicht is slechte passes af te leveren of lange ballen te trappen – duels die onze verdedigers dan makkelijker winnen. Aan sommige data heb je weinig als coach.’

Welke data vind jij dan wel belangrijk?

Vrancken: ‘Volume, acceleratie en deceleratie, high intensity runs. Nog het meest tijdens de week, bij het indelen van de oefeningen. Zo zorg je ervoor dat iedere speler individueel in de beste conditie geraakt. Daarvoor reken ik echter op onze physical coach – hij brengt de cijfers in kaart en analyseert ze. Ik houd me veeleer bezig met de tactische aspecten.’

Propere Handen

Heeft het vertrek van Fred Vanderbiest eind augustus iets veranderd aan jouw dagelijkse werking?

Vrancken: ‘Toch wel. Fred was eigenlijk een T1 in de functie van een T2. Hij kent het wereldje, weet wat eersteklassevoetbal inhoudt. Hij zat er kort op, wat ik goed vond. Onze onderlinge relatie was het voorbije jaar enorm gegroeid, maar hij kreeg bij RWDM, zijn club, een fantastisch project voorgeschoteld. Met Bart Janssens heb ik nu een ander profiel: veel rustiger. Maar dat betekent niet dat ik mij anders moet opstellen. Ik geloof niet in good cop bad cop. ‘

Al anderhalf jaar heerst er in deze groep een geweldige teamspirit, waar ook de nieuwkomers in meegaan.’ – Wouter Vrancken

Vanderbiest roemde je teammanagement. Is dat gestoeld op psychologische studies of instinct?

Vrancken: ‘ Common sense. Als je zelf speler bent geweest, weet je goed genoeg wanneer iemand ontgoocheld of gefrustreerd is. Dan is het belangrijk argumenten te geven en te anticiperen. Ik heb het in mijn spelerscarrière genoeg gezien dat trainers de moeilijke gesprekken niet aandurven. Ik verplicht mezelf over die drempel te stappen.’

Een clubpsycholoog komt daar niet aan te pas?

Vrancken: ‘Neen. Al heb ik na mijn spelerscarrière wel wat psychologiecursussen gevolgd. Je haalt daar zeker elementen uit, maar de voornaamste formule vind ik toch: normaal doen. Uiteraard heb je soms een betere band met deze of gene, maar dat betekent niet dat die meer aandacht of toegiften moet krijgen. Ik wil correct zijn naar iedere persoon toe.’

Hoeveel van de speler Vrancken zit er nog in de trainer?

Vrancken: ‘Veel, denk ik. Als speler ging ik er ook telkens vol voor. Ik laat niet te veel twijfel toe in mijn denken. Waarbij je wel momenten van zelfreflectie inbouwt om jezelf bij te schaven.’

En het venijnige kantje, zit dat er nog in? Als speler durfde je te provoceren of een gemene schop uit te delen.

Vrancken: ‘Ik denk dat ik langs de lijn vrij rustig ben. Op training durf ik me wel te laten gelden. Als ik meedoe met een rondo en iemand zet me een panna, dan moeten ze toch even uit mijn buurt blijven. ( lacht) Ik probeer mijn emoties tijdens een wedstrijd te kanaliseren, want je weet dat het toch niet helpt.

‘We proberen tegenwoordig te vaak en te veel emotie uit het spel te halen. Daar moet je toch mee opletten. Zo dreig je de charme van de sport te verliezen en zit er straks geen kat meer in de tribunes. Je moet eens uitbundig een doelpunt kunnen vieren of iets kunnen zeggen tegen een scheidsrechter. Ik vind vooral dat er respect moet zijn, van beide kanten.’

KV Mechelen staat bekend om zijn supportersparticipatie, moet jij daar ook meer rekening mee houden dan in andere clubs?

Vrancken: ‘Niet echt. Maar ik ken natuurlijk het belang van de supporters in deze club. Zij hadden een groot aandeel in onze promotie vorig seizoen. In de moeilijke momenten hebben zij ons erdoor getrokken. Dan doe je met plezier iets extra’s.’

Vooraf leefde er wat angst over de manier waarop Mechelen op verplaatsing zou ontvangen worden gezien de affaire Propere Handen. Hoe is dat verlopen in de heenronde?

Vrancken: ‘Dat viel zeer goed mee, we zijn de op één na beste uitploeg.’ ( glimlacht)

Nooit schrik gehad dat de hele affaire aan jou zou blijven kleven en je reputatie als jonge coach zou beschadigen?

Vrancken: ‘Neen. Ik denk dat het algemeen geweten is dat weinig spelers van deze kern er al waren ten tijde van die periode waar Propere Handen over gaat. Mezelf incluis. Het zou dus belachelijk zijn om ons daarvoor verantwoordelijk te houden. Ik vermoed dat potentiële werkgevers ook wel hun huiswerk maken bij het rekruteren.’

Komt Propere Handen soms nog ter sprake in meetings met het bestuur?

Vrancken: ‘Neen. Als staf en spelersgroep concentreren wij ons enkel op het sportieve en dat is ook onze sterkte gebleken. De ploegen die zich lieten meeslepen in een verbaal gevecht, hebben zichzelf in de voet geschoten.’

Feesten in Knokke

Met welk gevoel ga je op 31 december terugblikken op dit jaar 2019?

Vrancken: ‘Een uitzonderlijk jaar. Met wat er allemaal gebeurd is… En dan toch alles winnen wat er te winnen viel. Met in de eerste plaats dank aan mijn spelers, want zij moeten het doen.

‘In feite is al heel mijn trainerscarrière snel gegaan: bij Gravelo in provinciale meteen enkele promoties, nadien met THES in nationale. Enkel bij Lommel ben ik even op de rem gaan staan, omdat ik toen voelde dat ik een andere stap nodig had in mijn ontwikkeling. Ik wilde op het hoogste niveau leren wat kan en niet kan. Dat kon ik als assistent bij KV Kortrijk.’

Haal jij soms nog je medaille van de beker of de titel in 1B vorig seizoen boven?

Vrancken: ‘Zeker. Die hangen beide in mijn bureau thuis. Ik heb in mijn spelerscarrière nooit prijzen gepakt, hè. ( lacht) Ik vind het belangrijk dat je kunt genieten van de mooie momenten. Anders is het altijd maar weer op naar de volgende opdracht, en ga je op de duur kapot van de stress. Het mooiste blijft natuurlijk zelf op het veld staan, maar ik probeer binnen mijn staf toch ook het soort camaraderie van een voetbalkleedkamer te creëren.’

Ga je soms met de ploeg de bloemetjes buiten zetten?

Vrancken: ‘Neen, maar ik ben blij dat ze dat onderling doen. Vorig seizoen zijn we na de bekerfinale wel in groep naar Knokke geweest. Vanderbiest had dat geregeld: restaurantje en dan samen op stap. Die afsluiter was echt nodig na zo’n turbulent seizoen.’

Hoe reageert je gezin op de plotse aandacht en successen in het voetbal?

Vrancken: ‘Mijn dochters hebben de Malinwa-microbe te pakken. Hoewel ze voordien totaal niet geïnteresseerd waren in voetbal, wonen ze nu elke thuiswedstrijd bij en kijken ze zelfs naar de uitwedstrijden. Het zijn echte Kakkers geworden. ( lacht) Ik heb ook een zoontje van zes, maar die is nog niet bezig met voetbal.

‘Eigenlijk is er niet zoveel veranderd in huis. Mijn grote voordeel is dat ik mij bij momenten helemaal kan loskoppelen van het voetbal. Daar verplicht ik mezelf toe. Of mijn vrouw. ( lacht) Er valt altijd nog een wedstrijd te bekijken of iets te overdenken, maar dan stopt het nooit en maak je jezelf kapot. Je moet grenzen stellen, genieten van de kleine dingen met het gezin. Dan kan gewoon een wandeling zijn. Ik heb ook nooit het zwarte gat gezien, in de periode tussen mijn afscheid als speler en mijn start als trainer was ik even gelukkig.’

Je werkte toen als commercieel bediende bij ING, als vertegenwoordiger bij Masita en bij het HR-bedrijf i2coach. Wat heb je uit die ervaringen geleerd?

Vrancken: ‘I2coach deed ik het liefste, met een heel fijne en goede bazin. Daar heb ik wel wat van opgestoken, de manier waarop zij rechtlijnig en toch empathisch omging met haar team. Geoffrey Peytier, ex-speler van KV, was er een van mijn collega’s, hij heeft nu een eigen callcenter. Met veel mensen van die periode heb ik contact gehouden. Ik heb toen ook ontdekt hoe belangrijk en plezant ik het vind om in een werkomgeving te functioneren waarin een open communicatie gehanteerd wordt. Zonder gekonkelfoes.’

Wouter Vrancken: 'De ploegen die  zich lieten meeslepen in een verbaal gevecht in de zaak Propere Handen, hebben zichzelf in de voet geschoten.'
Wouter Vrancken: ‘De ploegen die zich lieten meeslepen in een verbaal gevecht in de zaak Propere Handen, hebben zichzelf in de voet geschoten.’© KOEN BAUTERS

De band met Sint-Truiden en STVV

Wouter Vrancken groeide op in Sint-Truiden. ‘Mijn moeder was bediende op stedenbouw, mijn vader arbeider. Hij had veel last van zijn rug, een familietrekje helaas’, lacht de ex-middenvelder, die zijn carrière al op 31-jarige leeftijd beëindigd zag door aanhoudend blessureleed. ‘Ik kom uit een heel rustige, normale omgeving. Mijn jeugd bestond voornamelijk uit voetballen op straat. Mijn ouders, grootouders, ik en mijn zus, die als kapster werkt, wonen nog allemaal vlak bij elkaar in de buurt van Rijkel en Brustem.’

Het is ook bij STVV dat Vrancken het merendeel van zijn profcarrière voetbalde. Een band die altijd gebleven is. ‘Het doet me daarom pijn om de teloorgang te zien. Ik hoop dat de sfeer van vroeger terugkomt, want de Truienaar is echt wel een voetbalfanaat. Wij streden doorgaans tegen de degradatie, maar er zat wel gemiddeld 10.000 man in de tribunes. Vorig seizoen haalden ze bijna play-off 1 en daagde niet eens de helft van dat aantal op. Dat bewijst dat resultaten niet allesbepalend zijn. Cultuur, traditie en DNA zijn ook belangrijk. De Truienaar heeft nog weinig affiniteit met de club sinds die overgenomen werd door de Japanners. De drie cafeetjes die vroeger aan de overkant van het stadion lagen: daar leefde het. Een Truienaar heeft geen behoefte aan grand chic. ‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content