KV Mechelen was zondagmiddag precies twee minuten kampioen. Toen ontbond Cisse Severeyns zijn duivels. ‘Ik hoop dat ik zondag voor het eerst in mijn leven iets win.’

Twee jaar geleden moet het zijn dat we nog de weg insloegen op de Liersesteenweg naar de terreinen van KV Mechelen. Er is niet zoveel veranderd op die tijd, tenzij misschien dat de kantoren van Telenet op de terreinen van wijlen de kazerne nog imposanter lijken dan toen. De maatschappij is ambitieus, lazen we die ochtend in de krant, wil eind dit jaar nog starten met digitale televisie. Shoppen, mailen en acht matchen tegelijk, het stuk is één langgerekte reclamespot. Telenet moet nog bieden op de uitzendrechten, maar passons.

Acht matchen tegelijk… Zou daar dan ook wat van de Malinwa tussen zitten ? Fi Van Hoof, de sportief directeur die even tijdens de ochtendtraining twee dagen voor het cruciale duel tegen Cappellen komt piepen of alles in orde is, glimlacht als hij naar de blinkende gebouwen kijkt. “Het zou mooi zijn hé, mochten zij via ons reclame maken. Lijkt logisch, onder buren. Alleen kan het nu nog niet. Zij zijn te groot, wij te klein. Wat interesseert hen derde klasse. Later misschien, later.”

De supporters – een handvol trouwe – zijn zenuwachtig. Nu nog derdeklasser, zondag misschien kampioen, maar zeker zijn ze nog niet. Bij de anderen loopt een zekere CisseSevereyns, dit jaar al goed voor twintig goals, vier minder dan hun Patrick Goots. En Cisse op de grote dagen, dat is om bang van te zijn. Eén supporter komt Van Hoof nog voor een ander probleem waarschuwen. “Of hij wel weet hoe laag die muurtjes rond het terrein van FC Cappellen zijn ? Zo laag meneer en hij toont een afsluiting waar een kind van tien makkelijk over kan. Van Hoof zucht. “Er was de voorbije dagen druk overleg tussen de twee clubs en de politie. Wij doen wat we kunnen, hebben genoeg gewaarschuwd, maar je weet, als die mannen een pint op hebben…”

De support twijfelt, is zenuwachtig. Zijn hart klopt voor KV, al jaren. “Sinds 1962 kom ik kijken, meneer, eerst samen met mijn vader, dan alleen. Eens kakker, altijd kakker.” Zijn vrienden zijn het ook. Of we weten dat hij het bed deelt met een BV ? Neen ? Maar of hij er fier op is. Hij lacht. “Mijn vrouw deed mee aan de slechtste chauffeur van Vlaanderen en won. Maar wees niet bang, haar prijs was 50 uur rijschool en nu gaat het al veel beter.” We moeten niet meer stoppen of een ruime bocht maken als we haar zien.

Fier toont Roberto een ticketje voor de match van zondag. Storm liep het en dus zijn er heel wat ontevredenen. Ma-linwa had recht op 2400 tickets en die waren in een wip de deur uit. Veel Ma-linwasupporters kochten dan ook in Kapellen een kaart. Roberto zucht. “Ik hoop dat het niet afloopt zoals tijdens de derby. Tienduizend man en supporters op het veld.”

Voetbal in Mechelen, het is, op kleinere schaal, zoals in Glasgow : je moet een kamp kiezen. Ook als buitenstaander. Een jongen uit Halle, die niet van enig talent gespeend voetbalt bij Tubeke, kwam vorig najaar in de stad op internaat. De eerste vraag die ze hem op de speelplaats bij een partijtje voetbal stelden, was : ‘Voor wie ben je ?’ Met Tubeke namen ze geen genoegen, hij moest een Mechels kamp kiezen. En dan is er ook Claire, een Franstalige vrouw die elke dag met de trein vanuit Charleroi naar de training spoort. Fan geworden toen MichelPreud’homme voor Mechelen ging voetballen. Liefde overwint de taalbarrières.

De supporters, je zou er een standbeeld voor moeten oprichten, vinden ze langs de kant, terwijl de spelers zich in het zweet trainen. “Het is dankzij ons dat de club het bij de vereffening gered heeft, meneer”, zegt een supporter namens de groep. “Malinwa helemaal laten verdwijnen konden we over ons hart niet krijgen. De spelers gelukkig ook niet, want zij hebben toch een pak centen laten vallen.”

Maar het was niet altijd een zegen, die supporters. In het eerste seizoen in derde klasse redde de club het niet. Beginnen met -9 punten en in elke periode nog eens met -3, promoveren was ondanks het behoud van een profstatuut niet te doen. Vrijwel alle goede jeugd van boven de zestien was weg, omdat ze in derde klasse niet meer nationaal konden spelen. Mechelen had bij de start van de voorbereiding dat jaar amper spelers. Van Hoof : “We zijn toen beginnen schooien, bij Standard, bij Genk. Kregen talenten, daar niet van, je merkt dat ze nu elders wél het verschil maken, maar voor ons waren ze te jong.”

Voorzitter Johan Timmermans, een druk bezet advocaat en schepen, gooide het vorige zomer over een andere boeg. Om weg te raken uit derde klasse, moest worden gekozen voor ervaring. Namen. Patje boem boem Goots zou ze er wel inschoppen, dachten ze. DirkHuysmans zou ook brokken kunnen maken, BertDhont moest voor het betere long- en loopwerk op het middenveld zorgen naast Tom Peeters, ex-Sunderland. Neem daarbij nog wat volk uit tweede klasse, Yve Thijs van kampioen Brussels onder meer. Mechelen leek gewapend voor de slag. Zeker omdat ook nog Engelse investeerders bereid bleken om een paar goede Afrikanen in Mechelen te stallen. Van Hoof : “Dat zag er in de praktijk goed uit, we moesten handelen met Pino Zahavi, de man die voor Ambramovitch spelers koopt. Een naam als een klok.”

Helaas had Zahavi geen tijd voor Mechelen. Hij bracht twee Nigerianen en een Oostenrijker, maar zij bleken geen meerwaarde. Geblesseerd en te licht haalde geen van de drie niveau en regelmaat. Vooral op links en centraal achterin zat Malinwa plots met een gat, dat pas aan de winterstop, toen Mechelen slechts vijfde stond, met de komst van Steven Ribus (AA Gent en ex-Malinwa) en Bram Van Zundert (ex-GBA) werd gedicht.

Met acht zeges in de laatste negen wedstrijden zat Malinwa voor de verplaatsing naar het Cappellen van Severeyns, Peter Meeusen (ex-Malinwa) en trainer Bart De Roover in de winning mood. Het verschil is voor de supporters naast de komst van Van Zundert in het hart van de defensie ook de wissel in doel ( Kurt Stoops eruit, de jonge Tom Verelst erin) en een nieuwe trainerswissel. Eind januari kroop good oldZivica Kanacki nogmaals in de huid van hoofdtrainer. Eruit ging Rik Van de Velde.

Van de Velde keek dan ook met gemengde gevoelens naar het duel van zondag dat mogelijk zekerheid over de titel kon brengen. “Bij mijn afscheid heb ik het op het bord geschreven. Dat ze ervoor moesten gaan, dat ze kampioen zouden worden. In mijn ogen kon het niet anders, we hadden ons nog versterkt en het behoud van het profregime moest op de duur zijn vruchten afwerpen.” Goots : “Dat deed het ook, we waren in de eindfase frisser dan de anderen. Door het harde trainingsschema dat Rik ons tijdens de winterstop oplegde.”

Ze noemen er Van de Velde iets te professioneel in zijn benadering. Videoanalyse, constant proberen bijschaven van problemen, hij deed het allemaal perfect, maar had niet het buikgevoel van de echte Malinwa-man. En kon niet om met de supporters. Van de Velde : “Die zijn in Mechelen een probleem. Een troef maar ook een probleem. Van het bestuur kon ik niet klagen, het probleem is dat de supporters er nog steeds te veel te zeggen hebben.”

Logisch, zij redden toch de club ? “Ik weet uit heel goeie bron dat zij een steentje hebben bijgedragen ja. Een steentje. Geen rotsblok, zoals ze zelf denken.” Echt fysiek bedreigd werd Van de Velde tijdens de moeilijke momenten nooit, maar dat was omdat hij vooral de confrontatie vermeed. “Ze stonden me een paar keer op te wachten, maar ik bleef dan een uur of twee, drie binnen. Tot ze afgekoeld waren.”

Afgekoeld waren ze zondag om iets voor vijf ook. Mechelen had het in de topper ten noorden van Antwerpen laten afweten. Scherper gestart dan de thuisploeg, dat wel, en de betere ploeg tot de 0-1 op het halfuur, dat ook, maar nadien als een kaartenhuisje in mekaar. Cisse Severeyns ontbond nog eens zijn duivels. Hij forceerde een strafschop, zette die om, maakte ook de 2-1 en was na de rust constant gevaarlijk. Het duel der topschutters eindigde op punten in zijn voordeel. KV ging k.o., het werd zelfs stil in de René De Pauwstraat, waar ze, de oorlog verwachtend, allemaal hun rolluiken hadden laten zakken. Ruiterlijk gaven de Mechelaars het terechte verlies toe. De betere ploég had het gehaald.

Cappellen heeft zondag op de slotspeeldag nog winst in Denderleeuw nodig om zeker te zijn van promotie. Gebeurt dat, dan zit sterke man Jos Van Wellen met een probleem. De club was jaren een artificieel product, wel geld, geen volk. Een beetje zoals de buren van Germinal. De verhuizing naar het Kiel hielp onrechtstreeks ook een beetje Cappellen, veel supporters van Germinal kozen voor dat andere geel-rood, in plaats van mee te verhuizen naar paars. Langzaam bouwde Cappellen zo aan een publiek. Dat werd verwend, met attractief voetbal aan de top. Lukt dat straks weer in tweede ? En zal dat volk weer niet afhaken als Cappellen ergens anoniem als tiende meedraait ?

Financieel zal het qua bijpassen allicht niet zoveel schelen en Van Wellen kan wel wat missen, zoals ze daar zeggen, maar heeft het allemaal zin, vroeg men zich zondag openlijk af. Zou men niet beter blijven waar men is, in dat stadionnetje zonder licht waar zondag voor de gelegenheid snel wat noodtribunes werden bijgebouwd. Voor Severeyns hééft het zin. “Ik werd al vier keer tweede met mijn ploeg, verloor twee bekerfinales, verloor de finale van de Uefabeker, ik wil eindelijk eens iets winnen !”

Mechelen moet nu wellicht promove-ren via de eindronde. Tweede klasse is een must voor een ploeg met een jaarbudget van 1 miljoen euro, wat druk op de ploeg legt. Van Hoof : “Ik ga niet te veel zeggen, de ontgoocheling is te groot. Ik hoop dat we doorstoten en geef ons dan weer wat rust. Laat ons een, twee jaar om verder te groeien. Dan is de jeugd die goed is maar op dit moment nog veel te jong, klaar om over te nemen.”

In geen geval gaan ze nog zotte dingen doen, daar is iedereen het over eens. Geen wilde weldoeners meer Achter de Kazerne genre Willy en Rosy Van den Wijngaert, geen dromers à la Willy Dussart, of ambitieuze zakenmensen à la John Cordier. Malinwa heeft geleerd uit de fouten in het verleden en vond in Thierry Steemans een financieel directeur die alle euro’s in twee bijt. “Op dat vlak kunnen er geen drama’s meer gebeuren”, denkt Fi Van Hoof. En dan, wat nostalgisch : “Als je ziet hoeveel Van den Wijngaert in die ploeg heeft gestoken. Als dat geld goed besteed was, hadden we nu heel ver kunnen staan. Maar helaas zijn daar haaien op afgekomen en is het nu op een andere manier bouwen. We komen er hoor, maar langzaam ditmaal.”

Peter T’Kint

‘Het grootste probleem van KV Mechelen is dat de supporters nog altijd te veel te zeggen hebben.’ (Rik Van de Velde)

‘Geef ons twee jaar om verder te groeien. Dan is de jeugd klaar om over te nemen.’ (Fi Van Hoof)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content