Sven Kums is de zoveelste Belg die het voetbalgeluk bij onze noorderburen zoekt. Vorig seizoen dirigeerde hij KV Kortrijk, vandaag is hij de verbindingsman bij Heerenveen. Een indruk van zijn eerste maanden in Friesland. ‘Krabbers lopen er hier niet rond.’

Zelfs als Sven Kums (23) dit seizoen twintig assists uit zijn voeten tovert, de ‘Sven nummer één’ van Heerenveen zal hij nooit worden. Die eer is immers weggelegd voor schaatskampioen Sven Kramer, geboren en getogen in Heerenveen en nog steeds wereldrecordhouder op de 5000 en de 10.000 meter. Sven I toont zijn kunstjes in Thialf, de snelste en grootste ijsbaan van Nederland, Sven II een paar kilometer verderop in het indrukwekkende Abe Lenstra Stadion.

Vreemd genoeg: ondanks zijn bekende naamgenoot hoort Sven Kums zijn naam in Nederland maar zelden op een normale manier uitgesproken. ” Zwen, maken ze er soms van”, lacht Kums. “En een commentator van Eredivisie Live noemde me tijdens een rechtstreeks verslag blijkbaar consequent Koems. Ik heb die man nog nooit gezien, maar hij beweerde op antenne dat ik hem zelf verteld had dat je het zo moest uitspreken.” ( lacht)

Hoe bevalt het je voorlopig in Heerenveen?

Sven Kums: “De eerste maanden zijn vlekkeloos verlopen. Ik voel me hier heel goed.”

In België had je naam gemaakt, hier begin je opnieuw van nul af aan, of niet?

“Toch niet helemaal. Heerenveen heeft me naar hier gehaald met een bepaalde verwachting. Ze hebben me uitvoerig gescout, dus ze weten wat ik in mijn mars heb.”

Kan je die verwachtingen inlossen? Heerenveen is ambitieus en wil na een paar mindere jaren weer aanknopen met de subtop.

“Onze competitiestart ging een beetje de mist in, maar we hadden dan ook geen licht programma met Ajax, Twente en Feyenoord in de eerste vier speeldagen. Er is nooit paniek geweest in de groep en de laatste weken loopt het vrij goed. Ondanks de stevige concurrentie heb ik voorlopig alles gespeeld. Ik denk wel dat ik de ploeg iets kan bijbrengen.”

Het keerpunt was misschien wel de wedstrijd tegen Groningen (3-0), waar jij je eerste assist in de kleuren van Heerenveen gaf.

“Ik probeer zo veel mogelijk rendement te halen in dienst van het team. We spelen in een zuivere 4-3-3, met een controlerende middenvelder en een aanvallende middenvelder. Mijn rol is om de verbindingsman te zijn tussen de verdediging en de aanval en daarbij voel ik me lekker in mijn vel. In een scoringspositie zal ik hier niet zo vaak komen, maar het is wel mijn bedoeling om zo veel mogelijk assists te geven. Dat lukt me voorlopig aardig: op bezoek bij het VVV-Venlo van Glen De Boeck gaf ik ook een assist, in een match die we tot dan toe nog niet hadden kunnen openbreken.

Tikken en schoppen

In het vorige interview in dit blad liet je verstaan dat de Nederlandse competitie je echt op het lijf geschreven was. Had je gelijk?

“De Eredivisie ligt mij zeker, al was de aanpassing groter dan verwacht. Hier is men minder bezig met tactische details dan in België. Het is een cliché, maar het klopt wel: Nederlandse teams gaan eerder uit van eigen sterkte in plaats van zich in te stellen op de tegenstander. Zelfs de meeste ploegen onderin proberen te voetballen.”

Je keek er ook naar uit om in Nederland met meer ruimte te kunnen voetballen. In welke mate is die wens waarheid geworden?

“Daar heb ik me misschien wel aan mispakt. Veel tijd aan de bal krijg je hier niet, al heeft dat misschien ook te maken met het feit dat we al heel wat zware tegenstanders hebben ontmoet. Wat ik ook niet verwacht had, zijn de tikken en schoppen die hier worden uitgedeeld. Het Nederlandse voetbal is zeker zo ruw als in België. Tegen Feyenoord hebben ze me zwaar aangepakt, een paar keer met de voet vooruit zelfs.”

En het niveau op de training?

“Dat ligt een stuk hoger dan in België, sowieso. Krabbers lopen er hier niet rond, iedereen heeft een serieuze portie technische bagage. Ik moest wel even aanpassen aan de manier van trainen. In Kortrijk trainden we vrij lang, soms twee en een half uur, maar we stonden toch geregeld stil. Hier duurt de training een dik uur, maximaal anderhalf uur, maar we staan nooit stil. Alles gebeurt ook met de bal. De eerste week van de voorbereiding zijn we drie keer gaan lopen in het bos en dat was het dan.”

Wat maakte de meeste indruk op jou?

“De verplaatsing naar Ajax was wel indrukwekkend. Mijn rechtstreekse tegenstander in die wedstrijd was Christian Eriksen, maar hij speelde toen niet echt een goede wedstrijd. Ik was vooral onder de indruk van de ArenA, al zijn alle stadions in Nederland eigenlijk de moeite. Maar de diepste indruk maken misschien wel mijn nieuwe ploegmaats. Wat Oussama Assaidi met de bal aan de voet kan, dat had ik nog niemand zien doen. En de snelheid van Luciano Narsingh vind ik ook indrukwekkend, de snelste met wie ik ooit samen heb gespeeld.”

Zelf beschouw je je snelheid als een van je werkpunten. Ben je de traagste van de kern bij Heerenveen?

“Ik hoop van niet! ( lacht) Maar uit de tests in de voorbereiding is wel gebleken dat ik inderdaad nog wat extra snelheid en explosiviteit moet kweken. Spurtoefeningen met gewichtjes aan mijn lichaam moeten me daarbij helpen.”

De antistressmachine

Vind je de persoonlijke opvolging van spelers beter dan in België?

“Beter durf ik niet te zeggen, maar er gebeurt toch meer dan bij ons. Ik heb hier al toestellen en apparatuur gezien die we in België niet eens kennen …”

Vertel!

“Elke week, na onze vrije dag, worden we hier aan een toestel gelegd waarmee ze onze vermoeidheid kunnen meten en checken of we vrij zijn van zorgen. Je wordt volgeplakt met elektrodes en dan moet je gewoon rustig blijven liggen. Als je met stress zit of met zorgen buiten het voetbal, zal de club dat normaal gezien meteen merken.”

Heerenveen is de voetbalhoofdstad van Friesland. Hoe ervaar jij het ‘Frieslandgevoel’, de identiteit waarrond deze club voor een deel gebouwd is?

“Dit is een heel trotse club, dat merkte ik meteen. Elke thuiswedstrijd spelen we hier voor een zo goed als uitverkocht stadion. Voor de match staan die 25.000 fans allemaal recht en zingen ze fier en uit volle borst het Friese volkslied. Indrukwekkend, al begrijp ik geen jota van de tekst.” ( lacht)

De nieuwe spelers van Heerenveen krijgen geen taallessen Fries?

“Neen. Enkel de supporters spreken Fries, de voertaal op de club is gewoon Nederlands. En met twee Belgische keepers in onze kern, Brian Vandenbussche en Kenny Steppe, kijken ze hier niet meer op van een Vlaams accent.”

Heerenveensupporters staan gekend als hondstrouwe fans. René van der Gijp zei ooit in het praatprogramma Voetbal International: ‘Als je de bal wegneemt, dan komen de mensen nog. Ze zouden desnoods kijken naar 22 mannen die op een voetbalveld lopen.’

“Het publiek zal zijn spelers hier inderdaad niet snel afvallen, dat klopt. In augustus verloren we thuis met 1-5 van Twente en ik verwachtte een striemend fluitconcert, maar iedereen bleef rustig zitten. Het was niet dat we veel applaus kregen, maar we werden zeker niet uitgejoeld.”

Woon je in Heerenveen zelf?

“Neen, we wonen in Nagele, een piepklein dorpje in de Noordoostpolder. Het is er nog rustiger dan in Heerenveen zelf, maar voor ons is het de ideale locatie. Het ligt tussen Heerenveen en Amsterdam, waar mijn vriendin haar opleiding communicatiemanagement afmaakt. Het is wel even wennen, want we zijn Dilbeek gewoon, een dorp waar altijd iets te doen is én vlak bij Brussel. Maar we redden ons wel. We trekken er regelmatig op uit: naar Amsterdam, naar Hilversum of samen gaan fitnessen. Stilzitten thuis, dat kan ik niet.”

Dries en Hein

Vijf jaar geleden zouden we in België verheugd geweest zijn met een landgenoot die elke week in het elftal van Heerenveen staat. Anno 2011 staan jouw prestaties echter in de schaduw van de Belgische smaakmakers van de Eredivisie: Dries Mertens, Jan Vertonghen, …

Dries is dan ook schitterend bezig. Ik ken hem goed: we zaten in dezelfde ploeg bij Anderlecht, en in het middelbaar ook in dezelfde klas. Maar we zijn wat uit elkaar gegroeid. Het is intussen al vijf jaar geleden dat hij naar AGOVV is getrokken.”

Als je hem bezig ziet, denk je dan niet: dat kan ik ook op termijn?

“Bwa … Hij is toch een heel ander type, meer iemand die op de buitenkant speelt en een actie kan maken.”

Maar net als jij is Dries Mertens een speler die iedereen hier in België te licht en te klein vond voor het topniveau.

“Zo zijn er veel voorbeelden: Dries, Maarten Martens, ikzelf, … We hebben bij Anderlecht nooit een volwaardige kans gekregen, maar doen het nu uitstekend in Nederland. Bij Kortrijk ben ik fysiek en tactisch sterker geworden, maar mijn persoonlijkheid en mijn techniek zijn sinds Anderlecht ongewijzigd gebleven. Als zo veel jeugdspelers elders doorbreken, moet Anderlecht zich toch vragen stellen bij de doorstroming van de jeugd naar de eerste ploeg.”

Dries Mertens, recent ook Denis Odoi, … Een deel van de ‘verloren generatie’ van Anderlecht is intussen zelfs A-international. Kan jij daar binnenkort bij aansluiten?

“Ik ben een centrale middenvelder en dat speelt in mijn nadeel natuurlijk. Met Axel Witsel, Marouane Fellaini en Timmy Simons hebben we daar jongens die bij nóg grotere clubs spelen. Georges Leekens mag altijd eens naar Heerenveen komen kijken, maar ik lig er voorlopig niet wakker van.”

Heerenveen is de laatste tien jaar een opstapje geweest voor tal van spelers op weg naar een topclub in Nederland of daarbuiten: Danijel Pranjic, Miralem Sulejmani, Klaas-Jan Huntelaar, Ruud van Nistelrooy, … Speelde dat mee in je beslissing om hier te tekenen?

“Ik heb er wel even bij stilgestaan toen ik mijn handtekening zette. Maar dat is nu nog niet aan de orde. Eerst wil ik hier bewijzen wat ik allemaal kan en dan zien we wel wat de toekomst brengt.”

Toen je transfer bekend raakte, heb je gezegd dat Hein Vanhaezebrouck, je trainer bij Kortrijk, een belangrijke rol heeft gespeeld in je keuze voor Heerenveen.

“Toen ik twijfelde over de verschillende mogelijkheden, heeft Hein gezegd dat hij in mijn plaats voor Heerenveen zou kiezen. Ik ben hem daarin niet blindelings gevolgd, maar dat heeft me wel aan het denken gezet.”

Misschien omdat hij zijn goudhaantje niet graag zag vertrekken naar KV Mechelen, Genk of Standard?

“Ik denk niet dat hij zo in elkaar zit. Ik ben zeker dat hij me gewoon een goed advies wou geven. Voor de start van de competitie hebben we trouwens nog even gebeld om bij te praten. Ook Davy De Beule hoor ik nog geregeld. In november spelen we met Heerenveen tegen Roda JC. Daar kijk ik al naar uit.”

Als je toch voor Genk had gekozen, dan speelde je nu Champions League. Al aan gedacht?

“Totaal niet. Ik sta honderd procent achter de keuze die ik gemaakt heb. Zodra je een bepaalde weg bent ingeslagen, doen de andere keuzes er niet meer toe.”

DOOR BREGT VERMEULEN – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Voor de match zingen 25.000 fans uit volle borst het Friese volkslied. Indrukwekkend, maar ik begrijp geen jota van de tekst.”

“Als zo veel jeugdspelers elders doorbreken, moet Anderlecht zich toch vragen stellen bij de doorstroming van de jeugd naar de eerste ploeg.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content