Elke week verzamelt Sport/Voetbalmagazine meningen over een pertinente vraag.

De club staat te koop. Het budget is van play-off 2-niveau. De ploeg verloor niet onbelangrijke spelers als Benito Raman (terug naar AA Gent), Michaël Heylen (terug naar Anderlecht), Elimane Coulibaly (transfervrij naar KV Oostende) en Mustapha Oussalah (via een contractclausule goedkoop weggekocht door AA Gent). De coach is onervaren als hoofdtrainer. Bovendien werd de competitiestart gemist. Toch staat KV Kortrijk op een play-off 1-plaats. Wat valt daarvan te leren?

Trudo Dejonghe

“Zeker Lierse en Moeskroen kunnen daar iets van leren”, zegt sporteconoom Trudo Dejonghe. “Een vreemdelingenlegioen, een ploeg met jongens die niet weten waarover het gaat, dat werkt niet. KV Kortrijk teert op het revanchegevoel van mannen die ooit hoger speelden en daar werden afgeserveerd of jongeren uit de ruime kern van de grotere ploegen die zich in eerste willen bewijzen. Mocht ik Tuur Dierckx of Wang zijn en Club wil mij een jaar bij Kortrijk zetten, dan teken ik meteen; maar zeggen ze mij dat ik naar Lierse moet, dan blijf ik liever een jaar bij de beloften van Club spelen. Het verhaal dat KVK nu schrijft, is mooi. Maar volgend seizoen kan het weer anders zijn. Uit onderzoek blijkt dat op lange termijn de rangschikking voor tachtig procent bepaald wordt door het budget of de loonkost. Op korte termijn zijn er uitzonderingen en dat is nu KV Kortrijk. Mijn indruk is dat er onder de economische top zes een soort nivellering van de budgetten aan de gang is. Je kunt dus eens als tweede, derde of vierde eindigen, maar ook eens vijftiende staan. Westerlo degradeerde zo. Zulte Waregem stond plots ook achteraan. Cercle maakte het mee. Yves Vanderhaeghe is voor mij een beetje de nieuwe Bob Peeters. Hopelijk verbrandt hij zich daar niet aan.”

Lorenzo Staelens

“De grootste troef van KV Kortrijk is de groepssfeer”, zegt Lorenzo Staelens, ex-speler en ex-sportleider van KV Kortrijk. “Je voelt dat het een ploeg is die samenhangt, voor elke meter wil vechten en bereid is voor sommigen iets extra te doen. Chevalier is geen gemakkelijke, maar de groep staat achter hem, zegt dat hij belangrijk is en aanvaardt hem zoals hij is. Als je dat in een ploeg kunt krijgen, zet je een serieuze stap vooruit. De mix is ook goed. Er zit diepgang in de ploeg, scorend vermogen, voetballend vermogen en stevigheid achteraan. Het zijn allemaal geen toppers, maar wel jongens die weten wat ze willen en wat ze kunnen met een mentaliteit om door te gaan. Ze beseffen dat ze samen een hoog niveau kunnen halen. Yves zet dat perfect over, want hij is er zelf op die manier geraakt. Maar ze proberen ook goed te voetballen. Hun sterkte ligt in het offensieve. Santini werkt keihard, is overal aanwezig en daar profiteren Chevalier, Matton en De Smet van. Ze hebben veel onderschatte spelers, zoals De Mets en Pavlovic; en achterin is er met Poulain een echte leider. Het zijn mannen die het vuile werk opknappen, anderen laten voetballen en daar zelf ook plezier aan beleven. Ik denk dat het scoutingapparaat van KVK goed is. Al zo vaak moesten er spelers vervangen worden en als je daar dan telkens weer in slaagt, moet je chapeau zeggen. Sommige clubs bouwen de scouting af, omdat het geld kost. Maar in Kortrijk levert het elk jaar wel een witte merel op en wordt er af en toe ook één verkocht met een serieuze meerwaarde. Dat is de kunst. Het is een kwestie van contacten met managers, van scouting en van knowhow. De club staat te koop, maar de spelers beseffen dat wie er daarom met zijn pet naar gooit in zijn eigen vingers snijdt. Waaraan dankt Matton zijn transfer naar Gent? Aan zijn eigen prestaties en die van de ploeg. Ook heel belangrijk is in deze situatie dat de voorzitter onder alle omstandigheden rustig blijft.”

Guy Bonny

“Wat er van KV Kortrijk te leren valt, is: goed omgaan met scouting, met geld en met jonge spelers”, zegt Guy Bonny, samen met Evert Maeschalck zaakwaarnemer van de KVK-spelers Stijn De Smet, Thomas Matton, Gertjan De Mets, Gregory Mahau en Arno Claeys. “Ze bewijzen er al jaren dat je dan niet noodzakelijk bij de laatste vijf moet staan. Ze scouten er zéér goed, in samenspraak met de trainers, handelen zeer doordacht en zijn geduldig met de spelers die ze aantrekken. Niemand kende Poulain, maar hij is wel een schot in de roos; en hoeveel spelers over wie er veel twijfels bestonden, groeiden er in Kortrijk niet uit tot volwaardige eersteklassers? Zie hoe onder meer Stijn er weer openbloeide. Ze scheppen er volgens mij een goed klimaat voor die jongens, zodat die er graag zijn. Dat is de kunst. Ik denk dat daar hun sterkte ligt en natuurlijk ook bij de trainers die bereid zijn om met die gasten te werken en er een ploeg van te maken.”

Joseph Allijns

“Wij hebben anderen geen lessen te geven”, zegt KVK-voorzitter Joseph Allijns. “Elke club wordt op haar eigen manier geleid. Ik kan alleen zeggen wat onze succesformule is. Het feit dat KV Kortrijk stabiel is en zich hopelijk straks al voor de derde keer in zes jaar voor play-off 1 zal plaatsen, berust op drie factoren.

“1. De sportieve visie die we nu al jaren hanteren. We halen spelers die in andere ploegen een tikkeltje te kort komen, of van wie de kwaliteit daar niet werd onderkend en door onze sportieve cel wel. Deze die we uit de Balkan halen, werden vaak al jaren gevolgd door Ivica Jarakovic, een ex-speler van ons die vanuit Servië opereert, voetbal ziet en ons adviseert. Onze kern is met 22 spelers beperkt, maar wel kwaliteitsvol én iedereen weet dat hij aan de bak zal komen.

“2. Een rigoureus financieel beleid. We zijn een relatief kleine club en komen van ver, maar zijn financieel gezond en intussen is ons budget toch al geëvolueerd naar negen à tien miljoen euro. Vandaag hoeven wij geen speler meer te verkopen om onze betalingen te doen. De club is te koop, maar niet omdat ze noodlijdend is. KV Kortrijk is een mooi product om over te laten. De aandeelhouder wil verkopen, maar dat kan pas gebeuren onder bepaalde voorwaarden van continuïteit en verankering. Niemand ligt daar wakker van.

“3. De rust die van het bestuur uitgaat, het geduld en het vertrouwen in de mensen die in de club zijn. Zodra de trainer zijn spelerskern ter beschikking heeft, moeit het beleid zich niet meer met het sportieve. Toen we na acht wedstrijden met zeven punten stonden, was er geen paniek. Yves Vanderhaeghe stond nooit ter discussie. Als je vindt dat je in een structuur zit die goed werkt, moet je in de staf en de spelerskern niet van alles veranderen als het eens minder gaat.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content