Wordt gezegd : Michel Verschueren heeft het zwarte gat gezien. En dat hij steeds meer als hinderlijk wordt ervaren op Anderlecht. Mister Michel slaat terug : ‘Ziekelijke opmerkingen zijn het !’

“Zie je wel dat hij het niet aan kan !” Michel Verschueren mag dan bekendstaan om zijn soms ongenuanceerde uitspraken, Anderlechtvoorzitter Roger Vanden Stock schrok toch onlangs van de woorden van zijn gewezen general manager.

Met hij doelde Verschueren op Herman Van Holsbeeck, zijn opvolger. De man ook die hij zogezegd zes maanden lang had opgeleid, maar die hij het in de praktijk vooral zelf had laten uitzoeken. Van Holsbeeck echter hield zich gedeisd, ervoor beducht de fouten van illustere voorgangers als Alain Courtois en Paul Courant te maken. Pas begin januari trad hij uit de schaduw, nadat Verschueren uitgebreid zijn afscheidstournee in de media had gemaakt. Als dank voor bewezen diensten kreeg die laatste van Roger Vanden Stock een plaats in de twaalfkoppige, nu dertien leden tellende raad van bestuur van de club. De aflossing van de wacht, zo leek het, was voor één keer rimpelloos verlopen.

Maar schijn bedriegt : veel wijst erop dat Mister Michel alles behalve content is.

Bij zijn aanstelling als tijdelijk voorzitter van de VLD, zei Dirk Sterckx dat hij de partij en haar idealen zal verdedigen “met de moed van een leeuw en de wijsheid van een slim dier, een uil of zo”. Slim is Michel Verschueren nog steeds, fysiek zegt hij topfit te zijn, en zijn relatienetwerk is indrukwekkend. Maar welk territorium valt er voor de paarswitte leeuw nog te verdedigen ? De Saint-Guidon misschien, het huisrestaurant waarnaast hij nu ook zijn nieuwe bureau heeft ? Komaan zeg. Of het voorzitterschap van de profliga, waar Anderlecht hem naartoe lijkt te duwen, zoals het eerder ook Aimé Anthuenis elegant naar de bond loodste ? Goed, maar welke geloofwaardigheid heeft die profliga nog, en willen ze hem daar wel ?

Neen, de Leeuw van het Astridpark voelt zich opgesloten, daar in zijn kantoor, ver weg van het va-et-vient aan de hoofdingang van het stadion, het zenuwcentrum van de club waar zijn opvolger rustig de zaken verder naar zijn hand zet. Geen inspraak meer in transfers, geen deals meer om te sluiten, geen journalisten meer om tegen uit te varen, kortom : geen macht meer. Na bijna dertig jaar onvoorwaardelijke trouw aan zijn club maakt de ex-manager kennis met het zwarte gat. En wie aan macht heeft ingeboet, ziet ook zijn vrienden wegvallen.

De omstandigheden zaten Michel Verschueren ook al niet mee : Anderlecht voert de rangschikking autoritair aan, ArunaDindane won de Gouden Schoen en Vincent Kompany is de openbaring van het seizoen. Kortom, er kwam geen druk op Herman Van Holsbeeck, die ook nog eens rustig bleef tijdens de transfersoap met Mbo Mpenza en onverwacht geld puurde uit de verkoop van de bijna transfervrije Ivica Mornar. Gaandeweg won de nieuwe manager het vertrouwen van de familie Vanden Stock, nog altijd erg belangrijk in Anderlecht.

Maar Verschueren zou Verschueren niet zijn als hij zich daar zomaar bij zou neerleggen. In de wetenschap dat hij als nieuwkomer op de minste fout zou worden afgerekend, vroeg Herman Van Holsbeeck licensing managerRoland Tis, net als hij iemand met een RWDM-verleden, om het Europese licentiedossier van Anderlecht vooraf na te kijken op fouten. Tis wees hem erop dat de Uefa de clubs vraagt een balans voor te leggen die ten laatste 120 dagen voor indiening van het dossier is goedgekeurd door een bedrijfsrevisor. Omdat Anderlecht zijn balans afsluit op het eind van het kalenderjaar (en niet langer op het eind van het seizoen), dateert de laatste goedgekeurde rekening van 2002. Te oud dus en bijgevolg moest Van Holsbeeck in zeven haasten een nieuwe balans laten opmaken.

Maar Verschueren had er lucht van gekregen. Op Valentijnsdag pleegde hij twee telefoons om de informatie te verifiëren, waarna hij zijn opvolger intern stevig op de korrel nam. “Zie je wel dat hij het niet aan kan !” Roger Vanden Stock trok grote ogen (en oren) en moest de gemoederen bedaren.

Zijn démarche is Verschueren niet door iedereen in dank afgenomen. Ook zijn opmerking, na twee sterfgevallen in de jeugdafdeling van de club, dat hij “iedereen nog zal overleven”, viel slecht. Stuiptrekkingen zijn het, wordt gezegd, van iemand die almaar minder medestanders heeft in de club.

Steeds meer mensen in en rond Anderlecht vragen zich intussen af of de coöptatie van Verschueren in de raad van bestuur wel zal worden bekrachtigd op 17 juni. Dan komt de algemene vergadering van Anderlecht bij elkaar. Behalve de bestuursleden zelf bestaat die uit nog zeventien anderen, onder wie Kiki VandenStock, echtgenote van de voorzitter, en een aantal oudgedienden van (toen nog) brouwerij Belle-Vue. In geen van beide groepen zou Verschueren nog op een meerderheid kunnen rekenen. Slechts drie van de twaalf bestuurders, onder wie voorzitter Vanden Stock zelf en generaal Francis De Vos, zeggen nu al openlijk dat ze Verschueren zullen steunen. De rest spreekt zich nog niet uit.

Geconfronteerd met de verhalen slaagt Michel Verschueren er amper in zijn emoties te verbergen. “Ik voel me happy ! Mensen zeggen me : ‘Ge ziet er goed uit, rustig en ontspannen.’ En zo voel ik me ook. Pas was ik enkele dagen in Barcelona voor een Uefacongres. Werk genoeg dus, zelfs te veel, méér nog dan vroeger. Het is dus niet mijn ambitie er de profliga als fin de carrière bij te pakken. Men heeft mij daarvoor gevráágd.”

Dat hij op 17 juni bevestigd wordt als bestuurder van Anderlecht, staat voor hem boven alle twijfel. “Natuurlijk ! Ik ga niet zeggen dat ik alle dertig stemmen zal krijgen, maar toch vijf- of zesentwintig. In december hebben twaalf mensen mijn coöptatie goedgekeurd. Ik zie niet goed in waarom zij mij die voltallige steun nu niet meer zouden geven. Ik heb veel vrienden, maar mensen zijn ook gauw jaloers. Jammer voor hen, maar ik zít in de raad van bestuur ! En ik héb mijn nieuwe bureau gekregen ! Ik weet wel uit welke hoek het komt. Wacht maar tot ik ze te pakken krijg ! Ziekelijke opmerkingen zijn het, van mensen die het niet goed menen met Anderlecht. En dat laat ik niet gebeuren : dit is een veel te mooie club om ze door zulke gangsters kapot te laten maken !”

Eén – dwingende – boodschap heeft hij nog : “Waag het niet mij tegen Herman uit te spelen ! Er is geen enkele kritiek op hem geweest in het Europese licentiedossier. Herman Van Holsbeeck heeft het volste vertrouwen van iedereen. Ook van mij. Ik hou mij op een afstand en de mensen in de club weten dat ik me schik in die rol.”

door Jan Hauspie en Peter T’Kint

‘Waag het niet mij tegen Herman uit te spelen !’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content