Vanavond oefent België tegen Nederland. Hartstikke leuk ! Of wreed ambetant ? Van Thomas Buffel over Bob Peeters tot bij Tom Soetaers : een rondje Oranje op onze kosten.

Als je als kind al van ’s middags liep te hunkeren naar de avond, wanneer de zakken chips en de fles cola op tafel zouden komen, je langer mocht opblijven en iedereen in de zetel zou bijschuiven voor negentig minuten familiaal verantwoorde kijkbuispret, dan wist je het wel : LaGrandeVadrouille met Bourvil en DeFunes werd weer eens uitgezonden. “La fille du guignol !”

Maar soms ook voetbalde België tegen Nederland en dan had je meer geluk, want dan beleefde je er ’s anderendaags nog eens plezier aan, bij het zelf naspelen. “Goeiemorgen, wat een poeier, zeg !”En je won altijd, dat spreekt.

Welke herinneringen hebben Bob Peeters, Thomas Buffel en Tom Soetaers aan België-Nederland ?

Thomas Buffel (Feyenoord) : “Zelf heb ik een paar jeugdinterlands gespeeld toen ik nog bij Cercle zat. Toen ik al in Nederland voetbalde, heb ik er eens één gespeeld tegen bijna het hele elftal van Feyenoord. Zelfs in de jeugd leefde dat ook wel ( grijnst).”

Bob Peeters (Vitesse) : “Ik zat op de bank onder Leekens voor het WK ’98 : 3-1, dacht ik. Mijn eerste jaar dat ik in Nederland speelde. We waren een maat te klein, maar in de kranten stond wel dat Stam en DeBoer verwacht hadden dat ik zou spelen toen ze 2-0 achter stonden. Wat Leekens niet gedaan heeft.”

Tom Soetaers (pas van Roda naar Ajax) : “Ik heb in de jeugd twee keer tegen Nederland gespeeld : één keer 1-1 en één keer 0-0, denk ik. Dus het wordt tijd dat we eens gaan winnen ( lacht). Ik ben wel van plan het effe te laten zien als ik speelgelegenheid krijg.”

Sonck in Amsterdam

Alsof hij er nooit was weggeweest, zo omschreef WesleySonck zijn gevoel op zijn eerste dag bij Ajax. Woorden die hij na zijn eerste oefenwedstrijd, op Blauw-Wit Amsterdam, al meteen nuanceerde. Hij was, zuchtte Sonck, vermoeider van de eerste trainingsweek dan van de wedstrijd. “Nou, dan zal-ie nog afzien”, grijnsde trainer Ronald Koeman.

Waarom loopt de aanpassing van Sonck stroever dan iedereen dacht ?

Peeters : “Amsterdam is bluf, hé. Een heel speciale mentaliteit. Ze zeggen wel : Wesley is een echte Nederlander… Verre van, denk ik dan. Je kan je niet voorstellen hoe anders een Amsterdammer is. JanvanHalst û dat is nu misschien wel een extreem voorbeeld û kwam vorig jaar van Ajax bij ons in Roda. Tja, daar is deWesley een koorknaap tegen. Als je iets terugzei, riep Van Halst gewoon : je bek houden ! Of tijdens de rust : klootzak, als je geen zin hebt, pleur je maar op ! En de trainer gewoon verbeteren en zo. Helemaal anders dan in België. Als Wesley Sonck iets tegen zijn ploegmaats zei, kwam dat in de kranten, want, waauw, Wesley had iets gezegd. Maar dat is toch nog dag en nacht verschil met Nederland, hoor. Wat ik hier in zes jaar verbaal al heb meegemaakt, dat grenst aan het ongelooflijke.”

Buffel : “Er is natuurlijk ook veel meer concurrentie en dat zal de moeilijkste factor blijven. Maar hij moet gewoon zijn spel van in Genk blijven spelen, want tenslotte hebben ze hem daardoor gehaald. Het probleem is dat je vaak wat anders, beters wil gaan doen eens je bij een topclub komt. Terwijl je gewoon hetzelfde moet blijven doen als voordien. Bij Ajax wordt het spel van achteren uit en op het middenveld gemaakt. Wesley ging bij Genk vaak de ballen in het midden opeisen, maar een topclub heeft een goed aanspeelpunt voorin nodig om voor de aansluiting te zorgen. Als je dan niet diep blijft staan, slaan ze je gewoon over. Wesley zal in de zestien de potten moeten breken, want ze hebben er genoeg die het spel kunnen maken.”

Sonck, toch bij de top in België, stelde desondanks vast dat hij bij Ajax een paar kilo onder zijn Belgische competitiegewicht zat. Wordt er dan zoveel steviger getraind ?

Soetaers : “Er wordt veel gehamerd op balbezit, doelgericht in positie spelen tijdens kleine wedstrijdjes, passen, trappen. Tot in het oneindige wordt dat herhaald. In België is het toch nog meer lopen. Dat is wel iets waar ik naar uitkijk bij Ajax. Als je beter wil worden, heb je een hoger trainingsritme nodig en moet alles perfect zijn. Dat houdt je scherp.”

Peeters : “Koeman zijn oefenstof mag iets gevarieerder, vind ik. Maar hij zegt : als je goed wil worden, moet je herhalen, herhalen, herhalen. En dat loont. Ik denk dat Vergoossen misschien wel harder traint, maar dat Sonck het in Genk bij momenten al eens wat rustiger mocht doen. Maar bij Ajax moet hij mee met de rest, tot op het tandvlees. Misschien wil hij zichzelf ook wat te veel bewijzen. De stress zal ook wel wat meespelen, hoor. Onderschat dat allemaal niet, hé. Sonck heeft lak aan alles, zeggen ze, maar ik geloof dat niet. Je blijft een mens en geen robot. Maradona is in de dope gevlogen, dat doet die ook zomaar niet, hé.”

Buffel : “Of er zwaarder getraind wordt, weet ik niet, maar de snelheid van uitvoering ligt wel een stuk hoger. Je moet echt constant in beweging zijn om te zorgen dat je zelf vrij bent. Dan verbruik je wel wat meer energie.”

Op het Ajax-toernooi kreeg hij nauwelijks een bal en tegen Grazer AK had hij welgeteld twee goeie balcontacten. Is dat dé verandering : minder balcontacten ?

Peeters : ” VanderVaart wil er natuurlijk ook liever zelf dertien per jaar in trappen, hé ( grijnst). Je ziet het een beetje aan Sonck zijn spel, dat hij bang is om fouten te maken en dat is ook logisch. Want er is een groot verschil tussen Genk en Ajax, ook qua uitstraling. Genk is een topclub in België, Ajax in de wereld. Ga naar Afrika, daar zul je er weinig zien met truitjes van Genk – of Seyfo moet er eentje voor zijn broer meegenomen hebben. Maar ik begrijp perfect hoe Sonck zich voelt omdat we bij Vitesse onder Koeman een beetje hetzelfde systeem met twee buitenspelers speelden. Dat is gewoon heel moeilijk, waardoor je ziet dat Wesley te veel stilstaand aan het spelen is. Met één spits achter je kan je meer bewegen. Je wil uit frustratie de bal door de netten shotten, maar je krijgt hem niet. Sonck moet aan de bal kunnen komen en fouten kunnen maken. Maar ik heb de indruk dat hij niet bevrijd speelt.”

Soetaers : “Ik ben er zeker van dat Sonck in de Nederlandse competitie, als hij vaak aan spelen toekomt, zijn doelpunten gaat maken. Wat ik geleerd heb in Nederland is dat je weinig ballen krijgt, maar de ballen die je krijgt, daar moet je iets goeds mee doen. Ik denk dat ik bij een club als Ajax toch meer ballen zal krijgen dan bij Roda. Bij Genk draaide alles om Sonck en hij was dat ook een beetje gewoon geraakt, denk ik. Hij was gewoon de beste. Bij Ajax is het ten eerste knokken voor je plaats, want er zijn drie-, vierentwintig goeie voetballers, en ten tweede is op het veld iedereen even belangrijk.”

Buffel : “Als hij zich eroverheen kan zetten dat hij niet constant aan de bal kan zijn, dan zal hij slagen. Ik herinner me wedstrijden van mezelf, tegen Ajax en ook PSV, in mindere mate, dat je echt in dienst van het elftal moest spelen. Soms is dat moeilijk te begrijpen voor iemand die altijd gewoon is geweest om zélf goed te presteren. Ik moest met mijn snelheid tegen Ajax gewoon Trabelsi afstoppen. Goed, dan kom je natuurlijk zelf niet zo in je spel, maar Ajax heeft wel niks gecreëerd aan die kant. Een trainer kan daar ook heel tevreden mee zijn.”

Lekker Nederlands

Drie keer hebben we het hem, Wesley Sonck, voor de Nederlandse camera’s horen zeggen : lekker !Lekker trainen.” “Ontdek het maar lekker zelf.” “Ik voel me lekker.” En het was nog maar zijn eerste dag in Amsterdam ! Sommigen storen zich er niet aan, maar bij anderen gaan de tenen ervan krullen, van Belgen die Hollands praten.

Is het moeilijk om als Belg je eigen accent te bewaren in Nederland ?

Soetaers : “Ik moet toegeven : als ik tegen een Nederlander praat, is het met een Nederlands accent. Als ik mijn dialect ga praten, begrijpen ze mij toch niet. Het is iets wat je onbewust doet. Soms zie ik mezelf op tv bezig en denk ik : waarom praat ik zo raar ? Ach, ik vind : als het maar verstaanbaar is.”

Peeters : “Ze zeggen van mij ook dat ik de hele tijd AN praat en bepaalde klanken of woorden overneem. Het is logisch dat je je wat aanpast, maar een kat in een viswinkel geboren, blijft een kat, geen vis.”

Buffel : “Ik spreek hier nauwelijks Belgisch, anders begrijpen ze me niet. Een West-Vlaming zal zich in België sowieso ook wat moeten aanpassen en AN spreken, anders begrijpen ze hem niet. Dus als je dan naar Nederland komt, wordt dat al vlug wat Hollandser. Ik kan die knop wel makkelijk omdraaien.”

Ons taaltje zeggen ze wel leuk te vinden en Nederlanders komen ook graag naar België, want het is er zo gezellig en je kan er Bourgondisch eten. Maar wat is er voor een Belg plezant aan Nederland ?

Buffel : “Goh… ( Denkt lang na.)… Rotterdam ligt ook niet zó ver van Brugge, natuurlijk. Maar ik vind het wel leuk dat je hier Surinaams, Chinees, Indonesisch, noem maar op, kan eten.”

Peeters : “Ik vind vooral het voetbal leuker in Nederland, maar voor de rest vind ik België plezanter. Ik ben heel chauvinistisch. Ik zou nooit voorgoed in Nederland willen wonen. Op zich zijn het toffe mensen, maar geef mij toch maar Belgen : veel simpeler, gewone mensen zonder blabla. Het moet niet allemaal goud zijn wat blinkt. Maximaal genieten wil ik en dat kan in België meer dan in Nederland, vind ik persoonlijk.”

Geld, geld, geld

Natúúrlijk is geld niet belangrijk, natúúrlijk maakt het niet gelukkig en natúúrlijk is het nooit de reden voor een transfer naar Nederland.

Maar hoeveel beter betaalt Nederland eigenlijk ?

Soetaers : “Nederland betaalt zeker beter dan België en Ajax betaalt niet slecht. Ik heb een prima contract van vier seizoenen getekend. Maar bij Roda had ik ook niet te klagen, hoor. Daar had ik als basismaandloon vier, vijf keer wat ik bij Anderlecht kreeg. Ajax tegenover Anderlecht, dat is een redelijk groot verschil, ja ( lacht). Dat valt niet te vergelijken. Als je in Nederland een topper bent, spreek je echt van bedragen uit de goeie ouwe tijd in Spanje en Italië.”

Peeters : “Bij Roda had ik een goed contract, wat na anderhalf jaar is opengebroken naar een héél goed contract. En bij Vitesse is het een fenomenaal contract.

Buffel : “Mijn jeugdcontract bij Feyenoord stelde niet zoveel voor, dat stond echt in het teken van mijn ontwikkeling. Maar het jaar daarna werd ik de beste speler van de competitie en kreeg ik een A-contract en kwam ik bij de selectie. Sedertdien is als blijk van waardering mijn contract twee keer opengebroken. Mijn laatste contract is mooi. Dat geeft wat zekerheid en het gevoel dat de club heel blij is met mij. Dat is wederzijds. Volgens mijn management een heel goed contract. Dat zal een beetje hetzelfde zijn als wat je bij Anderlecht of Brugge kan verdienen. Daar heb je ook spelers die veel en spelers die maar de helft daarvan verdienen. Het financiële hoort er ook wel bij, maar voorlopig staat bij mij nog alles in het teken van mijn ontwikkeling.”

Als je leest dat Geert De Vlieger voor Willem II aan de telefoon abonnementen moet verkopen, dan begrijp je dat het in Nederland ook bergaf gaat.

Soetaers : “Het kan ook niet blijven duren, uiteraard, het is ook buiten het voetbal crisis. Maar ik verwacht dat dit voorbijgaat en we binnen twee, drie jaar weer op niveau staan.”

Peeters : “Ik denk dat het normaal is dat ze in de bedragen een beetje terug naar de realiteit gaan. Maar de jongens die nog met langdurige contracten zitten, daar raken ze niet vanaf. De loonlast lag wat te hoog, maar als speler moet je je daar niks van aantrekken, natuurlijk. Als ze je absoluut willen en ze geven je een contract van zes jaar dat je toekomst veilig stelt, dan zou je gek zijn om het niet te doen.”

Buffel : “Veel ploegen in de eerste en ereklasse hebben allemaal onlangs hun stadion vernieuwd of nieuw gebouwd. Als ze dan qua transfers ook nog eens gekke dingen doen, krijg je problemen natuurlijk. Maar toch is het vreemd, want het voetbal leeft hier geweldig en bijna iedere wedstrijd is uitverkocht.”

Uitstappen & vrij krijgen

Je had afgelopen weekend Charleroi op Genk moeten zien : met twee verdedigingen en Olufade alleen er een eind voor. Nederlandse journalisten op de persbanken û “sjongejonge, zeg” û konden maar niet geloven dat het nog bestond, ongegeneerd de boel dichtmetselen en op de counter voetballen.

Wordt er in Nederland opener gevoetbald, zoals men altijd beweert ?

Peeters : “Dat ze opener zouden spelen, is bullshit. In Nederland krijg je meer kansen, zeggen ze altijd, maar de paar wedstrijden die ik laatst nog in België zag, waren toch opener dan in Nederland. Er werd vorig seizoen toch heel veel gescoord ? In Nederland zaten er veel op 1-0 tussen. Het wordt almaar realistischer en verdedigender. Maar toen ik bij Roda kwam, was het voor mij wel een openbaring. In België speelden we toen nog met een libero. Maar die vier op lijn van toen in Nederland spelen ze nu in heel Europa. In Nederland is het wel harder en tactischer. Buitenspel lopen in België, dat was bijna onmogelijk. Hier stond ik de eerste wedstrijden in een halfuur zes, zeven keer buitenspel. Ik dacht : wat is dat hier allemaal ? Er werd heel veel geschoven met pionnen op een bord, pfoeh. Ze waren ook constant bezig over looplijnen, uitstappen, je man vrij krijgen… In België was je iets meer met jezelf bezig. Maar eens eraan gewend, word je er achteraf bekeken wel een betere voetballer van.”

Soetaers : “Harder zijn ze niet, maar er wordt wel veel meer gevóetbald, wat het voor aanvallers niet makkelijker, maar wel leuker maakt. Het is aanvallender. Zeker Ajax wil altijd aanvallen en is tachtig procent van de wedstrijd in balbezit. Dat is als je er aanvaller bent gewoon leuker. De meeste ploegen gaan om te winnen, of dat nu tegen PSV of Zwolle is, bij wijze van spreken. In België is men op verplaatsing toch nog altijd meer geneigd voor een puntje te spelen. Ze hebben hier wel graag spelers die acties maken en zonder nadenken een man passeren. Je moet durven. Lef is het begin van alles hier.”

Lierse-Heerenveen voor de Intertoto werd overtuigend in twee keer gewonnen door Heerenveen. Zegt dat iets over het niveauverschil tussen beide landen ?

Soetaers : “Ik denk dat het niveauverschil tussen de subtoppers in Nederland en België niet zo groot is. Alleen de top in Nederland is wel van een ander niveau dan in België : het potentieel is veel groter omdat er meer financiële middelen zijn. In de subtop zit het verschil in het aantal : hier in Nederland heb je acht, negen, tien, goeie subtoppers, terwijl je daar in België, twee, drie, vier constante waarden hebt.”

Peeters : “Lierse werd gewoon van het kastje naar de muur getikt. Mijn nonkel, een hevig Lierse-supporter, zei ook : als Heerenveen in België meedoet, spelen ze in de topdrie.”

Buffel : “Op één wedstrijd is het moeilijk oordelen, zeker omdat ik nooit in België op het hoogste niveau gespeeld heb, maar het is toch wel een teken aan de wand. Zeker omdat het twee subtoppers zijn.”

Gezocht : seriemoordenaar

Het sfeertje waarin Nederlanders en Belgen laatdunkend tegenover elkaar stonden, is niet meer van deze tijd. Beide nationaliteiten hebben elkaars eigenheid leren waarderen en de kolderieke grappen zijn dan ook naar het rijk der clichés verbannen. Maar het is niet omdat de goegemeente er zo over denkt, dat we ons daar altijd aan moeten houden, natuurlijk.

Dus jongens, nog goeie moppen gehoord de laatste tijd ?

Buffel : “Meestal zijn het altijd dezelfde die je hoort. Blijkbaar kennen ze er ook niet veel. De laatste die ik hoorde, is van een Belg die in de file staat omdat alle verkeer van drie naar één rijvak moest voor een politiecontrole. We zoeken een seriemoordenaar, legde de politie hem uit. ’s Avonds komt hij terug van z’n werk en staat diezelfde trechterfile aan de andere kant. Weer zegt de politie dat ze een seriemoordenaar zoeken. Tja, zegt die Belg, ik wil het wel doen, hoor ( lacht) !

Soetaers : “Wat moet je doen als een Nederlander komt aangekropen met de tranen in z’n ogen en de hele tijd help roept ? Nóg eens schieten ( lacht) ! Als ze er een flauwe over een Belg vertellen, vertel ik die hier in Nederland ook, dan staan we meteen weer gelijk ( grijnst).”

door Raoul De Groote

‘Als je niet diep blijft staan, slaan ze je gewoon over. ‘ (Thomas Buffel)

‘Ajax tegenover Anderlecht, dat is een redelijk groot verschil.’ (Tom Soetaers)’Het voetbal is leuker in Nederland, maar voor de rest vind ik België plezanter.’ (Bob Peeters)

‘Ze zeggen wel : Wesley is een echte Nederlander. Verre van, denk ik dan.’ (Bob Peeters)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content