Anderlecht heeft zijn ontbrekende schakel gevonden. Het rekent op Jan Polak om zijn Champions Leagueticket veilig stellen.

Echte liefde toont geduld. Toen François Sterchele twee maanden geleden 48 uur bedenktijd vroeg om een mooi bod van Anderlecht te overwegen, ging de deur meteen dicht : Sterchele moest niet meer komen. Prompt ging paars-wit voor Cyril Théréau, omdat het meende dat die beter is.

Jan Polak bedankte in eerste instantie voor de Brusselse interesse : de Belgische competitie interesseerde hem niet, hij bleef liever bij FC Nürnberg. Geen probleem, zei Anderlecht. De deur bleef op een kier, voor het geval Polak zich vooralsnog bedacht. Want een beter alternatief voor de ‘box-to-boxspeler’ had het niet.

Anderhalve week geleden bedacht Polak zich, toen de Tsjech in de gaten kreeg dat er geen basisplaats meer voor hem in zat bij de Duitse bekerwinnaar. Met open armen wachtte Anderlecht hem op, niet in het minst gegriefd door zijn eerdere weigering. Dat paars-wit 3,5 miljoen euro voor hem betaalde, waardoor hij samen met Mbark Boussoufa de duurste aankoop ooit voor Anderlecht is, zegt veel over Anderlechts motivatie. Op de persconferentie gaf manager Herman Van Holsbeeck nog mee dat Anderlecht Polak al drie jaar volgde, van toen hij nog in Tsjechië voetbalde.

All-round middenvelder

Werner Deraeve zag als eerste voor Anderlecht Polak een keer of drie aan het werk, nu drie en een half jaar geleden, toen de middenvelder nog bij Slovan Liberec in eigen land voetbalde. Deraeve vond hem een interessante speler “omdat hij een complete middenvelder was : hij kon aanvallen én verdedigen en heeft een goeie traptechniek. Het was niet de technisch meest verfijnde voetballer, maar je zag meteen : hier staat iemand. Het is geen patron die gaat roepen en tieren, maar hij is aanwézig. Wat het meest opviel, is dat hij in niets echt uitblinkt, maar in alles goed is. Een allround middenvelder, die goed kan zijn in combinatie met Biglia, bijvoorbeeld.”

Paul Courant rondde de transfer vorige week af, samen met Polaks manager Pavel Paska. Drie jaar geleden stelde Courant Polak al eens voor aan Anderlecht : “Op dat moment was hij zelfs nog niet eens international, een relatief onbekende speler bij Liberec. 1,5 miljoen euro kostte hij toen. Ik weet zeker dat, als Anderlecht toen had doorgeduwd, ze hem hadden kunnen hebben voor 1,3 miljoen of zelfs nog iets minder. In elk geval voor minder dan de helft van wat ze nu betaalden. Later is hij naar Nürnberg gegaan.”

Op 25 mei 2005 kocht FC Nürnberg Polak voor 1,5 miljoen van Liberec. De middenvelder had op dat moment vijf interlands gespeeld en was de enige Tsjechische international die nog in de eigen competitie speelde. Anderlechtmanager Herman Van Holsbeeck ontkent dat Anderlecht afhaakte toen Nürnberg zich op de markt begaf : “Er is toen van onzentwege zelfs geen bod geweest. De speler wilde toen naar de Bundesliga. Zijn manager, Pavel Paska, was niet geïnteresseerd in een transfer naar België.”

Paska, ooit voetballer in de derde klasse, was de allereerste échte manager in wat toen nog Tsjechoslowakije heette. Uitgeweken naar Duitsland (hij liet zelfs zijn naam verduitsen) transfereerde hij Frantizek Straka van Sparta Praag naar Borussia Mönchengladbach, toen voetballers uit het Oostblok nog toestemming van de staat nodig hadden om weg te raken. Na het uiteenvallen van het land werd Paska de vaste makelaar van de Tsjechische internationals. Zijn invloed reikte zo ver dat de journalisten op het EK ’96 in Engeland de nationale ploeg FC Paska noemden. Wie bij hem tekende, zag vooral de deur naar de Bundesliga wijd open gaan. Een speler naar België brengen is in Paska’s ogen geen stap vooruit.

Deraeve zucht. “Als je aan een buitenlandse speler vraagt of hij bij Anderlecht wil komen voetballen, wil hij dat meestal wel. Maar in de Belgische competitie heeft niemand zin. Dit is geen makkelijke competitie, maar in het buitenland ziet men enkel de ranking. België staat nummer zeventig. Is dat een vooruitgang voor een jongen uit Tsjechië, dat op nummer elf staat ? België heeft een ima-goprobleem. Het enige argument dat voor Anderlecht spreekt, is dat het elk jaar Champions League speelt.”

Uiteindelijk drong Anderlecht drie jaar geleden niet aan, bevestigt Deraeve : “Ik weet zelfs niet of Polak toen wist dat Anderlecht in hem geïnteresseerd was. Qua prijs-kwaliteitverhouding was hij toen interessant, maar voor ons was hij op dat moment een opportuniteit, geen prioriteit. Wij hadden toen op die positie nog Pär Zetterberg en een Walter Baseggio die goed aan het spelen was.”

Leider

In twee seizoenen bij Nürnberg speelde Polak 62 matchen, maar zijn niveau van bij de nationale ploeg toonde hij nog te zelden in de Bundesliga, vond men in Duitsland. Van de dertig matchen die hij vorig seizoen speelde, werd hij twaalf keer vervangen en viel hij tien keer in.

Bij Nürnberg hanteerde trainer Hans Meyer een 4-3-3, met maar één verdedigende middenvelder : dat werd Tomás Galásek, die al 34 is en bij de nationale ploeg Pavel Nedved opvolgde als kapitein. Galásek is een échte verdedigende middenvelder, terwijl de tweevoetige Polak meer aanvallende kwaliteiten heeft. Want Polak is geen verdedigende, maar ook geen aanvallende middenvelder.

Courant geeft toe dat de keuze van Hans Meyer de situatie in het voordeel van Anderlecht deed kantelen : “Galasek is een speler op zijn retour, ik zou een andere keuze maken, maar Meyer doet wat hij denkt te moeten doen. Kiest Meyer niet voor Galasek, dan komt Polak niet naar Anderlecht. Dat is duidelijk. Het klopt dat zijn manager, Paska, vond dat zijn speler niet van de Bundesliga naar België moest gaan, maar naar een grotere competitie. Ik snap dat het even slikken is als je elke week in een stadion voor 30.000 toeschouwers speelt en plots naar Roeselare of Dender moet.”

Wie Polak al aan het werk zag, is het erover eens dat hij voor de Belgische competitie een aanwinst is. De Tsjech moet Anderlecht beter maken. Hij is een betere box-to-box dan de Argentijn Somoza die ook door paars-wit gevolgd werd. Courant : “Somoza is een totaal andere speler. Van het type Somoza heeft Anderlecht er al een paar. Jan is wél wat men nog niet heeft. Binnen twee jaar kan die naar een heel grote club. Jan heeft het vermogen om in elke competitie een rol te spelen.”

Ook Deraeve vindt Polak een betere box-to-boxspeler dan de Argentijn die hij voor paars-wit een keer of zes aan het werk zag : “Omdat ik denk dat hij beter kan samenspelen met Biglia dan Somoza. Dat zijn meer dezelfde types. Somoza is iets meer een controlerende voetballer, komt niet zo vaak in de zestien. Polak oogt ruwer, maar is sneller. Als Biglia ooit weggaat, zou Somoza volgens mij een goeie vervanger zijn. Somoza en Polak zijn complementair, net zoals Biglia en Polak. Polak is een complete middenvelder die regelmatig diep gaat, maar die ook een bal recupereert.”

In zijn geboorteland noemt men Polak een gewone jongen zonder vedetteneigingen, die wel eens regelmatig zijn kapsel verandert. Courant noemt Polak een leider : “Jan is iemand. Als die je een hand geeft, moet je ze goed vasthouden, of je bent ze kwijt. Mentaal staat hij sterk, het is iemand die er altijd voor gaat. Verder brengt hij op het middenveld evenwicht tussen verdedigend en aanvallend werk. Hij kan in alle systemen voetballen, maar aan de buitenkant moet je hem niet zetten.” S

Door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content