Lekken dichten

© belgaimage

Hoe sterk komt leider Club Brugge uit de wintermercato? Een analyse.

Twee nieuwe doelmannen, twee nieuwe centrale verdedigers, één polyvalente flankspeler en één piepjonge Afrikaanse centrumspits. Dat is de inkomende oogst van Club Brugge na de wintermercato. Een nieuwe jonge spits op dit tijdstip is niet ongewoon voor Club, dat vorig seizoen tijdens de winter Dorin Rotariu (21) en Carlos Strandberg (20) liet komen. Een jaar eerder streek Wesley (toen 19) in januari in Brugge neer, in januari 2014 was dat Nicolás Castillo (20), en in januari 2012 kwam Mushaga Bakenga (19), net als Carlos Bacca. De Colombiaan valt evenwel buiten ons rijtje, want hij was al 25 en in principe iemand voor direct rendement (al had Bacca daar toch wel wat maanden voor nodig). Ook wintertransfer Eidur Gudjohnsen (in 2013, op zijn 34e) past niet in dat rijtje van jong geweld.

Om iets aan de defensieve problemen te doen, zou Leko tijdelijk kunnen terugschakelen naar een verdediging met vier.

Castillo liet af en toe flitsen van talent zien, Wesley brak vorig seizoen door en zette dit seizoen verdere stappen, al staat het aantal speelminuten sinds oktober niet meer in verhouding met het aantal goals (sinds 1 oktober slechts vier in de competitie). Maar goed: de Braziliaan is nog steeds maar 21 en stelde als targetspits anderen in staat om te scoren. De rest kon zich niet doorzetten en kreeg ook amper kansen. Wat Krépin Diatta, een 18-jarige rechtsvoetige Senegalees kan, valt af te wachten. Een centrale speler met wat faam in eigen land, goed voor alle posities in de as, de laatste maanden basisspeler in Noorwegen, en vooral sterk als aangever, als we zijn statistieken zien. Op het einde gaf hij nagenoeg elke wedstrijd een assist.

Nu, als we naar het doelpuntentotaal van blauw-zwart kijken (61 goals in 25 wedstrijden), is het duidelijk dat de problemen van Club niet in het offensieve compartiment liggen. Die zijn eerder defensief, en dan nog vooral de voorbije twee maanden. Lang leek er immers weinig aan de hand, tenminste niet nationaal, want Europees had Club ook al acht goals geslikt in vier matchen. In de Jupiler Pro League bleef de schade beperkt: bij het afsluiten van de heenronde op 19 november had Club in 15 wedstrijden zes keer de nul gehouden, en maar 12 tegengoals geslikt. Geen perfect parcours, maar voor een aanvallend geïnspireerde ploeg toch goeie cijfers. Blauw-zwart had daarmee de beste verdediging van het land.

Heel ander verhaal in de terugronde: de toon werd eind november gezet door Zulte Waregem, dat op Jan Breydel twee keer scoorde en pas in de slotfase van 1-2 op 3-2 werd gezet. En dat ging door: alleen Anderlecht en KV Mechelen kwamen in de competitie niet tot scoren tegen Club, al de rest wel: Lokeren één keer, Eupen, Moeskroen, Antwerp, KV Oostende én AA Gent maakten er elk twee, Charleroi zelfs drie. De tegengoals afgelopen zondag bracht het totaal op zestien in tien wedstrijden.

Club weet het probleem een tijdje aan zijn keepers, die niet de juiste uitstraling hadden. Leko wilde met Guillaume Hubert aan het seizoen beginnen, maar koos uiteindelijk voor Ethan Horvath als eerste doelman. Een nederlaag op speeldag 12 bij Genk, waar hij zich verkeek op de scherpe ballen van trapvirtuoos Malinovski, werd hem fataal. Het was immers niet de eerste inschattingsfout. Exit Horvath, enter Hubert. Die mocht vier matchen blijven staan. Twee keer hield hij de nul, maar overtuigend was hij niet en een aarzelende prestatie tegen Zulte Waregem deed hem de das om. Tijd voor nummer drie, de vorig seizoen tijdens de play-offs door Michel Preud’homme afgevoerde Ludovic Butelle. Die stond nog vijf competitiematchen onder de lat en hield twee keer de netten schoon, maar toen was al duidelijk dat Club een nieuwe doelman zocht. Inmiddels is hij bij zijn oude Club Angers weer basisspeler. Keepers nummer vier en vijf verschenen ten tonele: uit Rusland kwam de soms wat stroef en stram ogende veteraan Vladimir Gaboelov en bij Feyenoord werd de Nederlander Kenneth Vermeer geleend. Gaboelov slikte in zijn vier competitiewedstrijden negen goals en kreeg er woensdag in de beker in Luik vier om de oren. De man staat in een schietkraam, maar je krijgt ook niet de indruk dat hij alles kan pareren wat binnen handbereik is. Conclusie: veel keepers, maar (nog) geen onbetwiste nummer één. Als Vermeer, die door een handblessure dit seizoen amper speelde, en vorig seizoen door een achillespeesletsel ook al nauwelijks, wedstrijdfit blijkt, ligt er een kans voor hem.

Verdediging

Ligt het allemaal aan de doelman? Neen. De schuld moet ook hogerop gezocht worden. Laurens De Bock, Helibelton Palacios en German Mera zijn afgevoerd. Benoît Poulain en Saulo Decarli liggen in de lappenmand en de vorige zomer gekomen Jordi Vanlerberghe (die de voorbije week twee keer geen al te beste beurt maakte) en Erhan Masovic (19) konden zich niet opwerpen als back-up. Dus moest er achterin wat bij. En liefst geen jeugd. Vandaar de komst van Alexander Scholz (25 en inmiddels al bijna 180 wedstrijden in de Belgische eerste klasse), Ivan Tomecak (28, weggehaald bij het KV Mechelen waar Bart Verhaeghe de interne keuken zeer goed kent) en Matej Mitrovic (24), gehuurd bij Besiktas. Die laatste is net als Tomecak een Kroaat, maar verdenk Leko er niet van dat hij zijn landgenoten voortrekt. Mitrovic werd aangebracht door de scouting, waarna Leko zijn bronnen in eigen land moest aanspreken, want hij kende de vorige winter door Besiktas gehaalde verdediger van Rijeka onvoldoende. Zijn debuut in Luik was aarzelend, maar hij herstelde zich en zijn techniek bij de goal was mooi: hoog opverend op een corner en lang in de lucht.

Opvallend: de drie nieuwkomers zijn alle drie rechtsvoetig. Logisch, gezien de blessures van Decarli en Poulain en het vertrek van Palacios, én gezien de mindere vorm van Dion Cools, die nog te vaak op defensieve positiefouten wordt betrapt. Maar één linksvoetige was niet slecht geweest. Stefano Denswil ging de voorbije maanden niet vrijuit bij veel tegengoals en na het vertrek van De Bock is de spoeling op links dun. Net als bij Cools liggen de kwaliteiten van AnthonyLimbombe ook vooral in het offensieve.

Om iets aan de defensieve problemen te doen, zou Leko (tijdelijk, bijvoorbeeld in uitwedstrijden) kunnen terugschakelen naar een verdediging met vier. Zo deed ook Yves Vanderhaeghe het bij AA Gent, om de door Hein Vanhaezebrouck zo gehekelde lekken te dichten. Alleen: wie zet Leko dan op linksachter? Denswil? Tomecak? Van Ahmed Touba, vorig jaar door Michel Preud’homme gelanceerd, is dit seizoen geen sprake meer, ook door een blessure.

Conclusie: de nieuwkomers zorgen voor ervaring en misschien kan Tomecak op beide flanken (links op Antwerp, rechts in Gent) voor iets meer defensieve stabiliteit op de flank zorgen, want daar is Club kwetsbaar als het niet dominant genoeg kan zijn en het blok uit elkaar wordt gespeeld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content