Steve Ramon maakt het Belgische motorcross-succes compleet. Maar, is het vrij eensluidende oordeel over de nieuwe wereldkampioen 125 cc, ‘hij moet harder worden.’

De ontdekker

“Ik heb met Steve gewerkt toen hij pas kwam kijken, nu zo’n zes jaar geleden”, zegt Harry Everts die Steve Ramon ontdekte. “Het talent droop er echt vanaf. Bij de jeugd was hij heer en meester, hij won alles, het ging gewoon vanzelf. Ik heb er dan ook nooit aan getwijfeld dat hij ooit wereldkampioen zou worden, maar die eerste titel, die komt wel veel te laat. Wat nog maar eens bewijst dat talent alleen niet genoeg is. Hij mist karakter, vind ik, en zoiets krijg je toch voor een stuk mee van thuis. Steve komt uit een brave familie, alles wat hij doet, is goed. Terwijl ik altijd heel streng ben geweest voor mijn zoon. Voor mij was het nooit goed. Won Stefan een Grote Prijs, dan was ik toch nog aan het klagen, want ik vond dat het altijd beter kon. Stefan heeft meer dan eens geweend, hoor, we hebben ook dikwijls ruzie gemaakt. Maar nu beseft hij wel dat hij erdoor gehard is.

“Steve kon ik natuurlijk niet zo streng aanpakken, hij was tenslotte mijn zoon niet. Maar we hebben wel alles geprobeerd om hem wakker te schudden. Niks hielp, het drong gewoon niet door. Daarom was ik ook blij dat ik er vanaf was, ik kon het niet meer aanzien, iemand met zoveel talent, maar zo weinig vechtlust. In die tijd zat er bijvoorbeeld een Zuid-Afrikaan in de ploeg, een jongen met veel minder talent dan Steve, maar een ongelooflijk harde werker. En met een vader die achter zijn veren zat. Ze hadden geen centen, dus het was presteren of terug naar huis om bij de zwarten te gaan werken. Die jongen ging door een muur om zijn doel te bereiken. En twee jaar later was hij wereldkampioen, en niet Steve, zoals iedereen verwachtte. Dat heb ik ook nooit begrepen : de vader van Steve is toch vice-wereldkampioen sidecars geweest, dat was een echte karaktermens. Hoe komt het dat hij dat niet doorgeeft aan zijn zoon ?

“Of ik Steve nu opnieuw zou willen begeleiden ? Neen, ik heb het stilaan wel gehad, ik ben moe. Steve heeft iemand nodig met haar op zijn tanden, iemand die geen medelijden met hem heeft en hem tot het uiterste drijft. Jongens als Stefan of Joël Smets, bijvoorbeeld, die zie je geregeld in het rood gaan. Dat heb ik bij Steve nog niet gezien. Toen Stefan er ook de 125cc bijnam, heb ik Steve een paar keer zien vechten. Hij heeft geprobeerd om Stefan te kloppen, maar toen dat niet lukte, is hij op zekerheid gaan rijden, voor de punten. En hij mag blij zijn dat Stefan geen heel seizoen in de 125cc heeft gereden, anders was hij nooit wereldkampioen geworden. Steve is technisch heel sterk, ik zie hem ook graag rijden, maar Stefan is toch nog een klasse apart. Dat zal Steve ook wel beseffen nu. En volgend jaar ? Dan zal hij zich af en toe wel kunnen moeien met Stefan en Joël, maar een heel jaar zie ik hem dat niet doen. Hij moet nog leren afzien, en wat meer leven voor zijn sport. Als dat lukt, dan is hij de komende jaren niet te kloppen.”

De concurrent

“We zitten allebei bij KTM en trainen wel eens samen”, zegt Ramons concurrent Joël Smets. “Technisch is Steve natuurlijk heel sterk, als hij nu nog wat aan kracht en uithouding wint, kan hij echt een grote worden. Maar weet je wat Steve vooral kan gebruiken ? Een goeie portie Hollandse arrogantie. Steve heeft te weinig zelfvertrouwen. En dat zie je ook in de duels. Als hij slecht gestart is bijvoorbeeld, duurt het veel te lang voor hij oprukt naar de kop. Het lijkt wel alsof hij een cursus hoffelijkheid geeft en dat hoort niet in de sport. Hij durft zijn tegenstanders geen schrik in te boezemen, terwijl hij zou moeten tonen dat hij de controle heeft. Hij lijkt niet zeker van zichzelf en van dat imago moet hij zo snel mogelijk af, anders zullen zijn tegenstanders het uitbuiten.

“Ik heb zelf ervaren dat je door goeie resultaten minder gaat twijfelen. Misschien is deze wereldtitel dus wel net wat hij nodig heeft. Voor mij was die eerste titel geen echte doorbraak, ik voelde wel eindelijk de erkenning van het grote publiek. Het heeft me ook niet zo veel sterker gemaakt. Ik wist al langer waar ik mee bezig was, ik werkte hard en kende mijn plaats in het wereldje. Ik werd wereldkampioen op het moment dat ik er echt klaar voor was. Van Steve denken we al twee jaar dat hij er klaar voor is.

“Die eerste titel is een begin, maar in een land met zo’n sterke motorcrosstraditie is het moeilijk om een vaste stek af te dwingen. Ik heb zelf lang in de schaduw gestaan van Stefan Everts. Niemand verwachtte van mij prestaties, niemand kende mij. Terwijl ik toen toch ook twee keer derde ben geworden in het WK. In een land zonder toppers zou dat geweldig geweest zijn, in België stelde het weinig voor. Nu, voor mij was dat een voordeel, want ik wilde me laten gelden, ik wilde tonen wat ik in mijn mars had. Dat heeft met eergierigheid, ambities te maken. Als Steve ooit naast Everts of Smets geplaatst wil worden, dan zal hij titels moeten pakken. Met een bijrol mag hij zich niet tevredenstellen, terwijl ik soms wel de indruk heb dat hij snel tevreden is, dat hij wat ambitie mist. Hij lijkt ook niet geobsedeerd door motorcross, al hoeft dat natuurlijk geen nadeel te zijn. Hij is er wel professioneel mee bezig, dat zie ik ook op training. Hij moet gewoon nog harder worden voor zichzelf.

“Die overstap naar de grote klasse, daar moet hij zich niet te veel vragen over stellen. Hij moet zo ontspannen mogelijk aan het seizoen beginnen. Ik beschouw hem zeker als een concurrent, hij is goed genoeg om zich met ons te meten. En als hij die déclic vindt, dan is hij zelfs kandidaat-wereldkampioen.”

De volger

“Eindelijk bevestigt één van de grote beloften en daar moeten we in België heel tevreden over zijn”, vindt volger Sylvain Geboers. “Ik had zelf verwacht dat Steve wat vroeger doorgebroken zou zijn, maar hij miste de voorbije jaren wat maturiteit. De oudere rijders, de gevestigde waarden intimideren lukte niet altijd. Dat was duidelijk een minpunt. Hij straalt ook nog altijd te weinig autoriteit uit, vind ik. Zoiets moet je deels van nature hebben, maar het kan nog groeien natuurlijk. Zeker met het winnen van een wereldtitel. Ramon heeft voldoende talent om op verschillende circuits goed te presteren. Hij is een goeie allrounder. En deze titel zou zijn doorbraak kunnen zijn.

“Dat Stefan Everts vanaf de vierde Grote Prijs meerijdt in deze klasse, geeft natuurlijk een vertekend beeld van het kampioenschap. Ramon heeft sindsdien niet meer kunnen winnen, en het neemt een beetje de glans weg van zijn titel. Het zal ook best frustrerend zijn voor de jongens in die laagste klasse, maar daar moet je je bij neerleggen. Everts is momenteel de grootmeester, daar valt niks tegen te beginnen. En hij reed ook niet mee om hen te pesten, hé, hij wilde zichzelf gewoon opwarmen voor de wedstrijden waarin hij moést uitblinken. De andere jongens hadden zich daar moeten aan optrekken, ze konden hem proberen te volgen, van hem leren. Hoe sterker de tegenstand, hoe beter je daarvan wordt. Ramon heeft trouwens de tijd in zijn voordeel. Hij is nu 23, over enkele jaren zijn toppers als Everts en Smets van het toneel verdwenen, en dan ligt de wereld wijd open.

“In de zwaardere klasse wordt het een stuk moeilijker nu, Ramon zal karakter moeten tonen. Het is aan hem om te bevestigen en te overtuigen. Of hij zich meteen zal kunnen meten met de toppers, dat betwijfel ik. Hij heeft toch nog een achterstand. Maar elk jaar zie je rijders die afgaan en anderen die opkomen. En normaal moet een man als Ramon, ook dankzij deze titel, toch weer een trapje hogerop kunnen.”

door Inge Van Meensel

‘Steve mag zich niet met een bijrol tevredenstellen.’

‘Ramon heeft de tijd in zijn voordeel. Over enkele jaren ligt de wereld wijdopen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content