Geen enkele andere Spaanse voetballer won in zijn carrière meer trofeeën dan Xavi: 24. En daar kan er straks nog eentje bijkomen in de finale van de Champions League in Berlijn. Afscheid van een meester.

Wat dacht je? Dat die klootzak van een ouwe je nooit zou laten komen, hé?”

“Euh, neen, dat heb ik nooit gedacht, míster.”

“Toch wel, mij neem je niet in de maling. Komaan, naar boven en we praten straks even bij.”

Dit gesprek speelde zich af tussen bondscoach Luis Aragonés en Xavi, nadat Aragonés in augustus 2004 het roer bij La Roja had overgenomen. De Catalaanse middenvelder had in 2000 onder José Antonio Camacho zijn debuut bij de nationale ploeg gemaakt en werd ook door diens opvolger Iñaki Sáez steevast opgeroepen, maar Aragonés liet Xavi in eerste instantie links liggen. Dat duurde echter niet lang. Sterker: de Wijze van Hortaleza bedankte monument Raúl voor bewezen diensten en duidde Xavi aan als leider van de ploeg. De middenvelder dirigeerde La Roja naar winst op het EK 2008 in Zwitserland en Oostenrijk. Niet toevallig was hij het die met een afgemeten bal Fernando Torres op weg zette naar de winning goal tegen Duitsland. De Spaanse natie schudde een jarenlang trauma van zich af. Een gouden tijdperk brak aan.

Toen Aragonés in februari vorig jaar overleed, verscheen er in El País een emotionele afscheidsbrief van de speler die alles aan hem te danken had: “Ik denk dat Luis de trainer is met wie ik het vaakst over voetbal gepraat heb. Urenlang zaten we op zijn kamer te palaveren. ‘De kern van de zaak, Xavi, is weten hoe je wilt voetballen.’ Dan zei hij hoe belangrijk het was om de beste spelers op het veld te zetten en om van niemand bang te zijn, van geen enkele ploeg, ook al blijven ze lopen. ‘Jij en ik weten dat de bal meer loopt dan zij ooit kunnen. En wij beheersen de bal beter dan wie ook.’ (…) Luis is fundamenteel in mijn carrière en in de geschiedenis van de nationale ploeg. Zonder hem zou niets hetzelfde geweest zijn. Onmogelijk! Met hem begon alles, omdat hij ‘de kleintjes’ bij elkaar bracht: Iniesta, Cazorla, Cesc, Silva, Villa… Met Luis startten we een revolutie en lieten we de wereld zien dat je kunt winnen door goed te voetballen. (…) Voor mij persoonlijk was hij erg belangrijk omdat hij in me geloofde toen mijn zelfbeeld erg slecht was. Hij gaf me de leiding bij de selectie toen ik die nog niet eens had bij Barça. ‘Hier ben jij de baas’, zei hij me, ‘en de kritiek neem ik wel voor mijn rekening.’ Dat ik op het EK 2008 tot beste speler van het toernooi werd uitgeroepen, was dankzij hem.”

Uiteraard heeft Xavi ook veel te danken aan andere coaches, maar zelf zegt hij het meest beïnvloed geweest te zijn door Aragonés, Pep Guardiola en… Louis van Gaal. “Van hem heb ik veel geleerd. Hij zei me: ‘Jij bent beter dan Zidane.’ Ik reageerde: ‘Niet overdrijven hé, míster, dank u wel, maar overdrijf niet.’ We waren onrechtvaardig met hem (Van Gaal werd bekritiseerd omdat hij zo veel Nederlanders naar Barcelona haalde, nvdr), hij was een groot trainer.”

Onder de Nederlandse coach voetbalde Xavi eind jaren negentig nog samen met Guardiola. Aangezien Pep de man was die de lijnen uitzette op het middenveld van de azulgrana, werd Xavi beschouwd als zijn opvolger, zijn erfgenaam. “Dat was een last voor mij. Guardiola zei me dat ik me daar niks van moest aantrekken, maar natuurlijk deed ik dat wel. Het zorgde voor een bepaalde druk, maar dat was niet zijn schuld. Hij heeft me altijd supergoed behandeld.”

Net voor Guardiola in 2008 hoofdtrainer werd van Barcelona, stond Xavi op een tweesprong. “Ik had een bod van Bayern München en was bereid om te vertrekken. Guardiola zei me: ‘Ik kan me de ploeg niet voorstellen zonder jou.’ Ik antwoordde: oké, dan blijf ik.” Het was het begin van een ongelooflijk seizoen, waarin Barça alles won: titel, beker, supercup, Champions League (met 2-0 tegen Manchester United, toen nog met Cristiano Ronaldo), Europese supercup, WK voor clubs. “Dat was het beste jaar uit de geschiedenis. Er was niet alleen de manier waarop we wonnen, we genoten er ook van. Het was de pure essentie. Er is nooit beter voetbal gebracht dan toen. Als ik er nu naar terugkijk, denk ik nog altijd: het is onmogelijk om beter te spelen. De jaren van Pep zijn niet te herhalen.”

Play it again, Sam!

In het systeem van Guardiola is Xavi dé sleutelfiguur. Geen speler in de Primera División verzendt meer passes dan de metronoom uit Terrassa. Zijn vista is onnavolgbaar. Hij ziet een beweging nog voor ze plaatsvindt en verstuurt zijn passes op zo’n manier dat hij de beweging die hij in gedachten heeft, ook uitlokt. “Xavi speelt in de toekomst”, omschrijft Dani Alves het. Soms ziet Guardiola met afgrijzen hoe zijn middenvelder een ruimte in duikt waar hij helemaal niet moet zijn, maar door zijn techniek en precieze passing blijkt het uiteindelijk toch de juiste keuze.

Zelfs afgelopen seizoen was Xavi, die nog in actie kwam in 31 competitiewedstrijden, met 92,7 procent geslaagde passes de meest nauwkeurige voetballer uit de Liga, voor Toni Kroos (92,2) en Sergio Busquets (91,8). Guardiola noemde hem destijds maquí, de machine. Andrés Montes, een in 2009 overleden iconische Spaanse sportcommentator, bedacht Xavi met de bijnaam Humphrey Bogart. Er is niet alleen de fysieke gelijkenis met de Amerikaanse acteur, maar ook is er de beroemde zin uit de film Casablanca, waarin Bogart de hoofdrol speelt naast Ingrid Bergman: “Play it again, Sam.” Dat is precies wat Xavi altijd deed: play it again. De bal snel en accuraat laten rondgaan, steeds opnieuw. Dat is de essentie van zijn spel en dat is de essentie van het voetbal van FC Barcelona.

Daarom, weet iedereen nu al, zal hij er ooit terugkeren. Als trainer. Zelf zegt hij: “Mijn hoofd zegt me dat ik moet vertrekken en mijn lichaam vertelt me dat het genoeg is geweest. Maar mijn hart niet, mijn hart is van Barça en het zal hier blijven.” Hetzelfde geldt voor zijn voetbalmaatje Andrés Iniesta, die min of meer verweesd achterblijft maar al droomt van een toekomst met zijn partner in crime: “Drie of vier jaar geleden zou ik er niet aan gedacht hebben om trainer te worden, maar nu mijn spelerscarrière op haar einde loopt, is het een optie die me steeds meer aanspreekt. Ik zou graag verbonden blijven aan Xavi als ik stop met voetballen.”

Een bal en wat vrienden

Bij FC Barcelona gaat Lionel Messi al jarenlang met de aandacht lopen, bij de nationale ploeg was het Iker Casillas die in Zuid-Afrika de beker de lucht in stak. Xavi treedt niet graag op het voorplan, dat zit al van in de jeugd bij hem ingebakken. Zo vertelde hij vroeger op school aan niemand dat hij voor FC Barcelona voetbalde. “Ik wilde niet dat ze me anders bekeken. Ik was bang dat ze zouden zeggen: ‘Kijk die eens, hij heeft getekend voor Barça en het is hem naar het hoofd gestegen.’ Op straat deed ik zelfs nooit een trainingspak van de club aan, ik wilde absoluut de aandacht niet trekken.”

Als hem gevraagd wordt wie zijn voorbeelden zijn, zegt Xavi steevast: Pedro en Busquets. Waarom precies zij? “Omdat ze nederig zijn en zich opofferen. Ze hebben een uitzonderlijk talent, maar het wordt niet erkend en dat vind ik spijtig. Ik weet hoeveel moeite het kost om te geraken waar zij zijn geraakt, ze hebben alles gewonnen en ze hebben altijd in dienst van de ploeg gespeeld, zoals Jordi (Alba, nvdr). Altijd. Dat geldt ook voor Andrés (Iniesta, nvdr) en Piqué, maar die hebben meer lof gekregen, net zoals Leo en ik. Pedro en Sergio zijn twee geweldige voetballers. Vooral Pedro. Dat een spits uit de jeugdopleiding van Barcelona bereikt wat hij bereikt heeft, dat verdient een staande ovatie. Ze zouden tegen iedereen moeten zeggen: hé jongens, van die voetballer kun je iets leren!”

Xavi is, zowel op als naast het veld, ‘de verpersoonlijking van de eenvoud’, zoals een trainer hem ooit omschreef. Dat bleek nog maar eens toen de afscheidnemende nummer 6, gevraagd naar de betekenis van voetbal, zei: “Voetbal is een bal, wat vrienden en hopla! Een wedstrijdje, een rondo, passjes geven, op het strand of thuis in de tuin. Lachen. Dat is voetbal. Kinderen die op het schoolpleintje de bal laten rondgaan, dat is voetbal.”

door steve van herpe – foto’s belgaimage

“Van Gaal zei me: jij bent beter dan Zidane.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content