In het Waals-Brabantse Perwijs, dat op de rijke gronden van Haspengouw ligt, trekt Frédéric Pierre (40) nog altijd sprintjes zoals vroeger in eerste klasse. Hij heeft een fermette gekocht en zijn handen maken duidelijk dat de renovatiewerken volop aan de gang zijn. “Ik hou ervan om cement te maken of tegels te zetten”, glimlacht hij. “Er is maar één ding waar ik niks van af weet: elektriciteit. Ik heb een grote familie en daar vind je zowat alle beroepen tussen. Als er een handje geholpen moet worden, is dat rap geregeld. Op het einde van de dag houden we dan altijd een geïmproviseerde barbecue. Wanneer mijn huis, dat wat op een hoeve gelijkt, klaar zal zijn, zal het echt de moeite waard zijn. Er ligt ook een vijver bij. Ik heb de buitenlucht nodig, de hele dag aan een bureau zitten zou niks voor mij zijn. Wanneer ik de kans heb en enkele kleine gezondheidsprobleempjes achter de rug zijn, hoop ik een job te vinden als bestuurder van een hijskraan, een bobcat of een ander bouwwerktuig.”

Ondertussen traint Frédéric Pierre een jeugdploeg van Meux, een bevorderingsclub. Hij is goed bevriend met Marco Casto, de coach van het eerste elftal. Nochtans had Pierre in het verleden vaak gespannen relaties met coaches. “Daar heb ik wel spijt van,” zegt hij, “maar het zit in mijn karakter. Bij onrechtvaardigheid kom ik in opstand. Daardoor heb ik maar een derde van mijn ambities kunnen waarmaken. Ik was veel verder geraakt als ik niet naar de mensen rondom mij had geluisterd. Ik heb wel veel waardering voor Henri Depireux, die me in tweede klasse lanceerde bij Racing Jet Waver. Op mijn zestiende begon daar het grote avontuur.”

Na een periode bij Germinal Ekeren (1992-1995) komt hij bij RWDM terecht. “Op het einde van het seizoen 1995/96 deed Anderlecht me een geweldig aanbod, maar René Vandereycken, die coach was van RWDM, wilde me niet laten gaan: hij had me nodig, zei hij. Een jaar later vertrok hij dan zelf met Spira Grujic naar Anderlecht. Dat nam ik hem echt kwalijk.” Pierre maakte vervolgens heel wat omzwervingen: na twee jaar in Moeskroen kwam hij nog terecht bij Standard, Anderlecht (via een uitleenbeurt), Nîmes en Beveren. Door zijn snelheid wist hij vaak het verschil te maken.

In 2000 verliest Pierre de bekerfinale met Standard tegen RC Genk (1-4). Hij komt in conflict met Tomislav Ivic. “Het was een moeilijk seizoen, dat nog enigszins gered werd door Jean Thissen en Henri Depireux vooraleer Ivic overnam. Na die finale, waarin ik nota bene had gescoord en mij goed uit de slag had getrokken, overlaadde Ivic mij met verwijten. Ik had zijn richtlijnen niet opgevolgd en ik zou nooit nog voor Standard spelen! Hij ging zo tekeer dat ik hem een trap verkocht zodat hij op de grond viel. Dat heb ik duur betaald. Luciano D’Onofrio wist wel dat Ivic over de rooie was gegaan, maar het was zijn vriend en om hem te wreken verscheurde hij het contract dat ik in Lissabon kon tekenen bij Sporting. Nadien treuzelde Standard net lang genoeg om me aan Anderlecht uit te lenen zodat ik niet meer speelgerechtigd was voor de Champions League. Toen Anderlecht me definitief wou overnemen voor 850.000 euro, liet Standard weten dat ik niet weg mocht. Michel Verschueren heeft de kampioenspremie van het seizoen 2000/01 tot de laatste cent uitbetaald. Ik heb wel spijt van die schop, iets wat ik als prof nooit had mogen doen. Als ik kalm was gebleven, had ik meer dan één titel en acht caps voor de nationale ploeg gehad. Maar daarvoor had ik dus wel onrecht door de vingers moeten zien.”

DOOR PIERRE BILIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content