Zelfs als Servië het verdwijnen van Slobodan Milosevic vlot verwerkt, is de regering van Vojislav Kostunica nog lang niet uit de zorgen.

Zo’n 80.000 aanhangers op de plechtigheid in Belgrado en 20.000 mensen op de eigenlijke begrafenis in zijn geboortestad Pozarevac. Het was niet de grote massa die Slobodan Milosevic zelf gewild zou hebben, die vorig weekend een laatste groet kwam brengen aan de overleden ex-president.

Voor de regering van Vojislav Kostunica, die Milosevic geen staatsbegrafenis gunde, kan het echte werk nu weer worden voortgezet. Servië-Montenegro, dat onder het regime van Milosevic grote territoriale en nationalistische ambities koesterde, brokkelt immers nog altijd verder af.

Over twee maanden al stemt Serviës zusterstaat Montenegro over onafhankelijkheid. Als voldoende Montenegrijnen voor afscheiding stemmen – peilingen wijzen op een nipte meerderheid voor het pro-onafhankelijkheidskamp – dan blazen ze meteen de door hen als kunstmatig ervaren tweestatenunie op. De Europese Unie, die het referendum alleen mits strenge eisen heeft toegestaan, heeft al aangegeven dat ze de uiteindelijke uitslag zal respecteren, zelfs al is ook de EU niet tuk op nog meer versnippering in de Balkan.

Tweede probleem: Kosovo. In Wenen wordt op dit moment druk onderhandeld tussen de regering-Kostunica en vertegenwoordigers van de overwegend etnisch-Albanese provincie, die ook op officiële afscheiding van Servië afstevent. In de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft zowel Rusland – traditioneel een bondgenoot van Servië – als China zich al bij een onafhankelijk Kosovo neergelegd. De onderhandelingen, geleid door de Finse ex-president Martti Ahtisaari, zouden nog over de bescherming en de rechten van de kleine Servische minderheid in het gebied gaan.

En dan is er nog een derde molensteen rond Kostunica’s nek: Ratko Mladic. Die wordt in Den Haag aangeklaagd voor oorlogsmisdaden en zou zich volgens de speurders van het Joegoslavië-tribunaal ergens in Servië bevinden, ‘binnen het bereik van de veiligheidsdiensten’. Precies op de dag van Milosevic’ overlijden zetten de buitenlandministers van de Europse Unie de regering-Kostunica voor het blok. Als Mladic op 5 april nog altijd niet uitgeleverd is aan het tribunaal, zal de Europese Unie haar toenaderingsgesprekken met Servië meteen stopzetten.

Hoe Kostunica al dat mogelijk onheil politiek zal overleven, met op de ene flank een populaire, extreem nationalistische partij, en op de andere enkele prowesterse oppositiepartijen, is een grote vraag. Als Kostunica onderuitgaat en als de ultranationalistische SRS, nu al de grootste partij in het parlement, de overhand krijgt, dreigt Servië te worden teruggeslagen in het internationale isolement waarin het zich tijdens het Milosevic-regime bevond. En dat is geen prettig vooruitzicht: noch voor de Serviërs zelf, noch voor de Europese Unie, die de voorbije jaren bijzonder veel mensen en middelen heeft geïnvesteerd om de Balkan uit het moeras van de jaren negentig te trekken.

G.M.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content