Eduard Geyer krijgt de motor van Energie Cottbus moeilijk aan de praat en kiest straks opnieuw voor een defensief concept.

Voetbal vanuit de jaren dertig : ongeordend spel, een gammele verdediging en voluit speculeren op de counter. Het was maar een van de verwijten die Eduard Geyer (57) vorige week naar de kop kreeg geslingerd. Er was ook genoeg reden tot kritische opmerkingen : een zeventiende plaats in de rangschikking, met amper een punt uit drie duels en een doelpuntensaldo van 1-10. Striemend waren ook de fluitconcerten van de eigen fans, na de zware uitschuivers thuis tegen VfL Bochum (0-5) en Hansa Rostock (0-4).

Het is de eerste keer sinds zijn aanstelling in juli 1994 dat de positie van de voormalige Oost-Duitser ter discussie staat. Maar die redenering wordt helemaal niet gevolgd door manager Klaus Stabach. ” Der Ede past als geen ander bij onze club. Hij is hier een echt meubelstuk. Wie zou zijn job moeten overnemen ? Een Wessi zou bij deze club in het diepste Oosten nooit kunnen functioneren”, sprak hij duidelijke taal in die Welt.

Wat is dan het probleem ? Er bestaat een kwalitatief probleem en een manklopende communicatie tussen spelers en trainers zou aan de basis liggen van de slechte resultaten en het mindere spel. “Absurd”, reageert Geyer. “De spelers moeten alleen opnieuw leren vechten, alsof hun leven er van afhangt. Alles is afhankelijk van hun lichaamstaal. Ik heb mannen nodig, geen watjes.” Daarom liet hij de Hongaarse libero Vilmos Sebök, de Marokkaan Hamid Termina en de Braziliaanse spits Brasilia weten dat ze mogen uitkijken naar een nieuwe werkgever. Als versterking voor de onzeker optredende defensie werd de Amerikaanse international Gregg Berhalter (29) voor twee jaar overgenomen van de Engelse tweedeklasser Crystal Palace.

De Hongaarse middenvelder Vasile Miriuta liet al weten dat hij mentaal moe wordt als hij weer eens tegen de degradatie moet vechten. Dat beseft ook Geyer, die de laatste drie jaar de kern bijna compleet vernieuwde, met respectievelijk twaalf, elf en acht nieuwkomers. Maar als geen ander weet de op de discipline kickende trainer dat hij moet vechten met zijn wapen : spelen vanuit een sterk gesloten verdediging. In de eerste drie duels experimenteerde hij immers met een offensief concept. Dat het niet aansloeg en hij over geen creatieve spelers beschikt, bleek duidelijk. Het is weer hopen op betere tijden. (FV)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content