Na zeven jaar afwezigheid speelt Union Sint-Gillis weer in tweede klasse. Wat drijft mensen om zich aan de mythische club te binden? Vier portretten van speciale Unionisten.

Aan het eind van een verrassend seizoen mag Union Sint-Gillis over enkele maanden naar tweede klasse. Voor hoelang is een andere vraag, want ook al is het bestuur ambitieus en heeft het duidelijke ideeën, het hervormingsplan voor het betaalde voetbal zou de club het gras voor de voeten kunnen wegmaaien. Kwatongen zullen jaloers beweren dat Union zijn promotie te danken heeft aan clubs die geen licentie voor tweede konden of wilden ontvangen. Hoe dan ook, precies een jaar nadat de promotie tijdens een uitzonderlijk sfeervolle wedstrijd op Maasmechelen net werd gemist, smaakt ze nu even zoet als een magnumfles champagne.

In Brussel blijft Union een bijzondere club. Door zijn illustere verleden, zijn ligging in een groot park waar de tijd geen vat op het leven lijkt te krijgen, zijn unieke sfeer en typisch Brusselse dialect. Op ‘la Butte‘, zoals de traditionele bijnaam van het stadion luidt, ademt alles nog het begin van de vorige eeuw, toen de club tussen 1904 en 1935 elf titels verzamelde. Een ontmoeting met vier atypische Unionisten, die er elk op hun niveau voor zorgen dat het hart van Union intenser klopt dan ooit.

Jürgen Baatzsch {voorzitter}

Deze Duitse zakenman, die inmiddels dertig jaar in België woont, ontdekte Union helemaal per toeval. In drie jaar tijd slaagde hij er wel in de club te doorgronden en schonk hij Union een stevige financiële basis. Er is veel water door de Rijn gestroomd sinds zijn eerste schenking aan de club en pas sinds enkele weken neemt hij de rol van voorzitter op zich, met 82 procent van de aandelen in zijn bezit.

“Een bankier die een deel van mijn kapitaal beheerde, vertelde mij vaak over Union”, verklaart hij. “Hij was bezeten van de club en stelde me meermaals voor om naar een wedstrijd te komen kijken. Uiteindelijk ben ik daar eens op ingegaan. Ik hoorde hem praten over het glorierijke verleden en het potentieel van Union. Dat beviel me. Ik moet heel eerlijk toegeven dat ik helemaal niets met het Belgische voetbal had, maar toen ik in het Joseph Marienstadion kwam, kon ik niet onverschillig blijven. Ik zag een club die ten onder dreigde te gaan en hulp nodig had.

“Er waren kapotte reclameborden, ik zag een verouderd scorebord, maar ook mensen die erin geloofden en supporters die feest wilden vieren. Daarna is heel vlug van het een het ander gekomen. Ik werd bestuurder en kocht meer aandelen. Ik gaf bepaalde personen die de club niet vooruithielpen een duwtje. Ik zorgde ervoor dat de schulden verdwenen en kroop in de huid van hoofdaandeelhouder tot het ontslag van de vorige voorzitter, minder dan een maand geleden.”

Ondertussen heeft Jürgen Baatzsch, die zijn tijd verdeelt tussen Brussel en Keulen, in eigen naam ook RRC Waterloo gekocht, een vierdeklasser die op breken stond. Maar die transactie speelt niet echt een rol in het geheel van Union Sint-Gillis. Een club die hij “met liefde en humor” bestuurt, zoals hij graag herhaalt.

“Ik ben niet gek, ik weet dat ik de club niet blijvend enkel op mijn schouders zal kunnen dragen. Op een ogenblik voelde ik me echt alleen. Ik stel vast dat we geflirt hebben met vierde klasse maar weldra in tweede zullen spelen: het bewijs dat we goed werk leverden. Ik omringde me met de juiste personen en de club maakt vooruitgang. Ik koester veel plannen en een heleboel ideeën.

“De ploeg zal een nieuwe trainer hebben, Marc Grosjean, en op stage trekken naar Duitsland. Ik zal ook een tv-kanaal lanceren via YouTube en in mijn geboorteland zullen er cameramensen aanwezig zijn om de spelers dagelijks te volgen. Zo zullen de supporters kunnen volgen wat er gebeurt en op afstand kennismaken met hun nieuwe spelers.”

Aan zijn zijde vertrouwt hij op Jean- Marie Philips, de vroegere sterke man van de Profliga, en Guy Brison, eerder bij Tubeke. “Wij vormen een ploeg die wil winnen”, zegt hij. “Vooruitlopend op de promotie naar tweede gaf ik sommige spelers dit seizoen al een profcontract. Wat maakt dat we een globaal budget van 1,3 miljoen euro zullen behouden. En ik ben bereid een inspanning te leveren voor twee of drie grote versterkingen. Met name in de verdediging.

“Het idee is in de top acht te eindigen en ervoor te zorgen dat men goeie dingen blijft zeggen over de club. Zoals dat het geval was toen ik besliste om iedere wedstrijd te laten opfleuren door mooie jongedames in een jurk in de kleuren van Union. Dat zorgde voor een ongelooflijke buzz. Ik hoop dat we zo in de toekomst financiële partners kunnen aantrekken die ons nog meer zullen helpen groeien.”

Anthony Sadin {doelman}

Vraag van de dag: welke doelman is getatoeëerd zoals Michael Scofield in Prison Break, heeft een volle, ruige baard zoals een Viking, is ter zelfdertijd mannequin en droomt van een bestaan in… Zweden? Het antwoord is Anthony Sadin. De man van Laken speelt inmiddels zeven jaar bij de club. Hij kende er talrijke trainers, meerdere voorzitters, speelde aan de zijde van een karrenvracht spelers met de meest uiteenlopende achtergronden en wierp zich ten slotte op als laatste, betrouwbare vesting, zelfs al was niet alles altijd rozengeur en maneschijn. De kolos weet dat wel en windt er nooit doekjes om.

“Mijn eerste seizoen was heel speciaal onder Roberto Landi. In de eerste wedstrijd tegen White Star kwam ik te kort uit en speelde ik de slechtste helft van mijn leven. Daarna keepte ik een tiental wedstrijden met pijn aan mijn schouder. Ik kwam pas terug op het einde van het seizoen. Onder Dante Brogno was het heel moeilijk en werd ik weleens uitgescholden na een minder goeie prestatie.

“In het leven valt niet alles te vergeven en zijn we ook maar mensen… Ik speelde meerdere maanden niet, er was sprake van een transfer en een uitleenbeurt. Gelukkig was het vervolg aangenamer. Ik zette door omdat ik ervan overtuigd was dat ik gemaakt ben om het nummer een te zijn van een club als Union.

“Het is echt de club van mijn hart, omdat, of we nu winnen of verliezen, de mensen blijven komen. Er zit een heel divers publiek op de tribunes: jongeren en ouderen, Brusselaars die met moeite de eindjes aan elkaar kunnen knopen en bobo’s, maar het is een uitzonderlijk kader om te spelen en te leven. Bovendien is mijn vader fan van Union sinds zijn kinderjaren. Het is voor mij symbolisch dat ik de kritiek en clichés kan overwinnen en de kapiteinsband mag dragen.”

Zijn droom is Scandinavië. Verrassend genoeg. “Hier houden de mensen van Barça of Bayern, ik heb alleen oog voor Göteborg of Hammarby. Dat is toevallig begonnen, toen Christian Wilhelmsson bij Anderlecht zat. Ik vroeg informatie op over Zweden, trok erheen en werd er verliefd op. Ik bekijk de wedstrijden via streaming en zal er terugkeren in juni met Ignazio Cocchiere, mijn ploegmaat. Ik heb mijn vriendin overtuigd, die ook al bezweken is.

“De dag dat ik een aanbod krijg om daar te spelen, zelfs in tweede klasse, pak ik mijn koffer en ben ik weg. Ik zie ons wel wonen in een chalet bij een bos. Maar eerst is er de tweede klasse met Union. Het wordt een ontdekking, maar ik weet al dat het te gek zal zijn. En we zullen niets veranderen. We zullen onder vrienden zijn en ons shirt natmaken. En achteraf zal het feest zijn.”

Nikos Stamelos {supporter}

Meer dan veertig jaar al is hij een vaste waarde op de tribunes van ‘la Butte‘ en meer dan tien jaar baat hij de taverne van het stadion uit. Nikos Stamelos is een echte Unionist, zelfs al begon zijn voetbalcarrière met een vergissing. “Op mijn achtste wilde ik me inschrijven in een voetbalclub. Het dichtstbijzijnde veld was in de rue de la Soirie, op de huidige parking van de Audifabriek. Ik droomde ervan voor Union te spelen. Ik liep een charmante man tegen het lijf die me lid heeft gemaakt. Toen ik mijn eerste wedstrijd speelde, had ik door dat ik bij de buren van La Forestoise was beland!

“Ik was daar onder anderen met Noureddine Moukrim (ex-speler van onder meer Racing Jet en Antwerp, nvdr). Ik ben er uiteindelijk gebleven en om mezelf te troosten ga ik iedere week naar Union. Je moet weten dat mijn pa een café had vlak bij het stadion, Le Moulin. Dat café bestaat nog en ik baat het nu uit met mijn broer. Ik heb Unionbloed in mijn aderen.”

Het spreekt voor zich dat hij in meer dan veertig jaar heel wat spelers zag voorbijkomen. “Ik kwam voor het eerst naar het stadion in het seizoen 1974/75. Ik maakte heel goeie momenten mee en mindere. Sommige spelers, zoals Danny Ost of Roger Henuset, maakten meer indruk op me dan andere, maar de sfeer was het best met de promotie in 2004. Er bestond een ongekende vriendschap tussen de spelers. Rimbold, Cums, Zaccaria, noem maar op, waren gewoonweg uitzonderlijke jongens. Er stond geen uur op het sluiten van de bar na iedere wedstrijd.”

Als Griek van oorsprong maar rasechte Brusselaar is Nikos Stamelos gelukkig dat hij de tegenstellingen tussen de drie supportersgroepen kon verkleinen. “De Bhoys, de Fidèles en de Unionistes réunis zagen de dingen elk op hun manier. En voor de wedstrijden op verplaatsing vertrokken ze alle drie van een verschillende plaats. Ik kreeg ze rond de tafel en voortaan vertrekken alle bussen vanaf het clubhuis. Het unieke aan deze club is dat zij nooit aan kracht verliest.

“Er zijn jonge supporters die strikt genomen niets hebben meegemaakt, maar hier iets unieks hebben ontdekt. Ze zijn heel levendig en gemotiveerd. Ze maken spandoeken, hebben vlaggen en maken lawaai. Er zijn ook enkele Fransen, voetbalfans die zich in Brussel hebben gevestigd en de club toevallig leerden kennen. Ze komen inmiddels naar alle wedstrijden.

“Het verbaast mij dat er voor iedere uitwedstrijd van Union bijna tweehonderd toeschouwers meereizen. En dan heb ik het over een minimum. Zelfs Lokeren, een goeie ploeg in eerste, speelt dat niet klaar. In mijn binnenste ben ik ervan overtuigd dat Union nog van zich zal doen spreken. Meer nog, we zullen terugkeren naar eerste klasse! Union zal nooit sterven.”

Jolyna Nzianga {Union girl}

Op haar 33e vertegenwoordigt deze mooie jongedame Union Sint-Gillis zoals de voorzitter het imago van zijn club wil: verleidelijk en sexy. Een beetje zoals de strakke, fluweelzachte jurk in geel en blauw met het mythische logo van Union dat ze droeg op de dag van de fotoshoot. Voetbal? Niet echt haar dada oorspronkelijk, ook al speelde haar broer enkele maanden voor White Star en leeft hij inmiddels in Engeland. Maar ze heeft de smaak voor het balspel te pakken gekregen.

“Ik kom naar het Marienstadion sinds oktober”, verklaart ze. “De eerste keer was ik door een vriend uitgenodigd voor de wedstrijd tegen Grimbergen. Ik vond het meteen leuk. Ik geloof dat ik sindsdien alles bij elkaar maar twee matchen gemist heb. Ik geef toe dat ik er de eerste keer niet veel van kende, maar nu gaat het beter”, vertrouwt Jolyna Nzianga ons met de glimlach toe.

Steeds meer vrouwen komen naar het voetbal. Naar Union of elders. Koning voetbal vervrouwelijkt beetje bij beetje en binnen de clubs komen de damesafdelingen zoetjes aan tot bloei. Het fenomeen is Jolyna niet ontgaan. “Ik vind dit een heel goeie zaak. Union zit in een positieve spiraal onder impuls van Jürgen Baatzsch. Van hem komt het idee van de Union girls, dat hij volgens mij haalde bij de motorcircuits – zijn andere passie -, waar vaak mooie meisjes de rijders omringen. Een interessante strategie voor iemand als ik die in de commerciële sector werk.

“En het zorgt bovendien ook voor animo. Ik hou van de spirit op Union, want het gaat er heel gastvrij aan toe. Ik hoop dat de club spectaculair zal blijven evolueren. Ik verlang naar wedstrijden waar er meer op het spel staat, dat zal heel goed zijn voor iedereen.”

DOOR DAVID DUPONT – FOTO’S BELGAIMAGE / DIEFFEMBACQ

“Ik zal de club niet blijvend enkel op mijn schouders kunnen dragen.” Jürgen Baatzsch

“Ik heb altijd geweten dat ik gemaakt ben om het nummer een van deze club te worden.” doelman Anthony Sadin

“We zullen terugkeren naar eerste klasse! Union zal nooit sterven.” supporter Nikos Stamelos

“Ik hou van de spirit op Union, het gaat er heel gastvrij aan toe.” Jolyna Nzianga

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content