Geboorteplaats en -datum?

Kortrijk, 30 oktober 1982.

Welke sporten beoefen je zelf?

Ik probeer minstens één keer per week te gaan lopen, maar ik moet zeggen dat ik het moeilijk vind om dat consequent vol te houden. Verder dan vier kilometer zonder te stoppen raak ik niet. Toen we vroeger op school moesten lopen, verstopte ik me soms met een paar vriendinnen in de bosjes om zo een ronde over te slaan. Doordat we minder gelopen hadden, konden we daarna wel sprintend over de meet komen. ( lacht) Maar ik was zeker niet antisport in mijn jeugd. Integendeel, als kind deed ik zes uur per week moderne dans, jazzballet, klassiek ballet enzovoort. En ik deed ook aan paardrijden, maar niet zo intensief. Op dit moment denk ik dat een combinatie tussen dans en sport – zumba of zo – wel iets voor mij zou zijn. Maar eerlijk gezegd zie ik dat zweten in een zaal in grote groep niet volledig zitten.

Welke sporten volg je passief?

In de vijf jaar aan de universiteit vielen de examens altijd samen met Roland Garros en met Wimbledon. Het waren de hoogdagen van Kim en Justine en ik heb toch veel geriskeerd om naar hun wedstrijden te kunnen kijken. Het was soms zeer moeilijk om aan de verleiding te weerstaan. Vorig jaar ben ik op Wimbledon gaan kijken naar Kirsten Flipkens tegen Dinara Safina, echt super om eens mee te maken. Voetbal, daar ken ik dan weer niets van. Als het België-Nederland zou zijn, dan ga ik misschien wel met een bende vrienden kijken naar de match op groot scherm. Niet echt voor het voetbal, maar voor de sfeer, om eens goed mee te kunnen brullen. ( lacht)

Bij welk sportmoment kreeg je kippenvel?

Twee jaar geleden heb ik samen met Carl Huybrechts de Memorial Van Damme mogen presenteren. Het is te zeggen: ik mocht de resultaten afroepen in vier talen … Het was uiteraard wel kicken om voor zo’n publiek te mogen presenteren. En al die atleten zoals Usain Bolt en Asafa Powell wandelden toen recht voor mijn neus naar hun kleedkamers, echt indrukwekkend. Die avond verliep alles perfect, geen enkele fout, tot op het einde … Ik kreeg een blad met uitslagen om af te roepen, maar er stonden verkeerde looptijden op. Ik zag die atleten naast het podium staan en fervent teken doen: fout! Plots kreeg ik het gevoel dat heel dat stadion kwaad naar mij zat te kijken. Het was natuurlijk niet mijn fout, maar toch … Als 50.000 man op de juiste cijfers zit te wachten die jij moet afroepen, dan breekt het koud zweet je wel uit.

Bregt Vermeulen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content