Na zeven speeldagen staat Lierse Kempenzonen verrassend laatste in eerste amateurafdeling.
Yorik Torreele, CEO van Lierse Kempenzonen, zucht. Als het tegenvalt, valt ook alles tegen. Zaterdag kreeg geel-zwart in de slotfase van de thuismatch op het Lisp bij een 0-0 nog een kans, die er niet in ging, waarop Heist aan de overkant wél scoorde. Daar moet je in deze situatie vooral niet over blijven zeuren: ‘Ik heb dat bij Antwerp ook meegemaakt, in het najaar van 2016. Belangrijk is dat je blijft vechten als het moeilijk gaat, dat je op één lijn blijft en je frustraties wegwerkt.’ Eensgezind en bereid tot hard werken is de groep nog, stelt Torreele vast. ‘We kunnen onze spelers qua inzet niets verwijten. Wel hebben we vier à vijf langdurig geblesseerden, en geen onbelangrijke spelers, maar we meenden dat met een kern als de onze te kunnen opvangen.’
Doel was en is, net als vorig jaar, de eindronde bereiken en op langere termijn terug te keren naar het profvoetbal. Vorig jaar speelde Lierse in het eerste jaar na de overname door Oosterzonen de eindronde, waarin het twee keer verloor van Virton. Een gemiste kans vond Torreele dat niet: ‘Virton was op alle vlakken de sterkste, en bewijst dat nu ook in 1B, met een businessmodel dat verschilt van het onze. Wij kiezen om met allemaal Belgen te voetballen. Op termijn moeten we onze eigen talenten weer opleiden. Daarom kochten we in februari de jeugdvelden in Kessel en haalden we toen ook Dirk Gyselinckx terug, die jarenlang bij Anderlecht de tweede man in de opleiding was na Jean Kindermans. ‘
Gemiddeld spelen de Kempenzonen op het Lisp voor 3000 man, op Seraing waren om en bij 500 fans aanwezig. ‘Van gebrek aan steun mag niemand klagen. Dit is voor de meeste spelers geen rem, maar een extra stimulans.’ De zege tegen titelkandidaat Deinze van een paar weken geleden toont dat de ploeg van Frédéric Frans in normale omstandigheden zijn plaats heeft bij dat kransje bovenin. Niemand op het Lisp gelooft dat dit seizoen de degradatie vermijden het voornaamste doel zal blijven.
