Met twintig jaar media-ervaring voert Terry Verbiest het woord op Lierse. Hij wil dat vanaf de zijlijn doen, maar de betrokkenheid loert om de hoek.

“Mensen willen wel eens weten of ik me erger wanneer Hugo Camps in De Morgen schrijft dat er alleen maar treurnis in Lierse hangt. Ik erger me nooit ! Ergernis vind ik een doodzonde. Je moet een beetje zen zijn. Ten tweede vind ik dat hij fantastisch mooi schrijft, ik hoor hem ook graag bezig. ‘Hugo Weemoed’ noemt zijn vrouw hem. Je moet zen genoeg zijn om afstand te nemen van wat hij schrijft. Een mening over ons mag iedereen hebben. Dat Lierse niet meer bestaat ? Net dat men zoiets schrijft, betekent dat je je recht om te bestaan verdient. Trouwens, wat is een column ? Dat is een modern woord voor wat vroeger een cursiefje heette, iets wat schuin geschreven was, waar de schoonheid van stijl primeert over het inhoudelijke. Leo Theyskens kan dat best inschatten. Ook hij weet : de honden blaffen, de karavaan trekt voorbij. Je moet niet altijd reageren, ook niet als een krant schrijft dat ik als woordvoerder niets mag zeggen. Dat is het voordeel van aan de andere kant gestaan te hebben. Alleen als er flagrante onwaarheden staan, grijp ik in. Dat moest ik tot nu toe niet doen.

“Of één van mijn favoriete quotes, ‘Ik zou nooit lid willen worden van een club waar men mensen zoals ik accepteert’, te verzoenen valt met mijn engagement hier ? Ik ben geen lid van Lierse ! Als woordvoerder beken je niet noodzakelijk kleur. Als communicatieverantwoordelijke voor Els Van Weert was ik evenmin lid van sp.a of Spirit. Waar gaat het in deze job uiteindelijk om ? Communicatie is een boodschap die men uitstuurt waarvan men hoopt dat die zo correct mogelijk terechtkomt bij de doelgroep. Wat daartussen zit, is ruis. Hoe meer ruis, hoe moeilijker het wordt. Die ruis op de boodschap wil ik vermijden. Het helpt als je betrokken wordt, maar het hoeft niet. Betrokkenheid kan soms verblinden. Afstand houden helpt om dingen nuchterder te bekijken.

“Ik zie dit als een job, ik heb de indruk dat ik dit beter kan dan politiek woordvoerder zijn. Politiek heeft een andere agenda, weet ik nu. Zoals ik het zag, ging het niet. In de politiek moet je zelfs als woordvoerder bijna een politiek dier zijn om goed te functioneren. Ik kon mijn ding daar niet doen. Daardoor waren hun verwachtingen tegenover mij anders. Misschien had ik dat moeten weten, na jaren als journalist vanaf de zijlijn de politiek geobserveerd te hebben. Tenzij je helemaal mee onderduikt in het politieke bad, denk ik dat een journalist beter aan de zijlijn blijft staan. Ik houd altijd afstand. Dat is eigen aan mij. Dat relativeren heeft me vaak in goede en kwade tijden rechtgehouden.”

Onvoorwaardelijke liefde

Walter Grootaers had me al een paar keer gevraagd om mediatraining aan die jonge gasten te geven. Af en toe zag ik Danny Aras en Leo Theyskens. Dat bleef kabbelen tot ze beseften dat ze er iets aan moesten doen. Op een bepaald moment was de aandacht totaal van het sportieve weg. Er was zo veel ruis dat het sportieve hier niet meer de corebusiness leek. Zo ben ik hier beland.

“Ik kende Lierse wel, ik heb lang in Lier gewoond. Als ik al ergens supporter van was, dan wel van Lierse, ook al ging ik als kind met mijn vader naar RC Tienen waar wij toen woonden. Hier hangt de spreuk ‘de grootste kleine club van het land’. Dát is Lierse. In goede en slechte tijden heb je hier véél en heel trouwe supporters. Dat is opvallend voor zo’n kleine regio met een grote densiteit aan toonaangevende clubs. Voor een paar weken zaten hier 7500 toeschouwers voor een wedstrijd tussen de laatste en de voorlaatste. Dat is vrij uniek. Supporter zijn van Club, Anderlecht of AC Milan is veel gemakkelijker. Deze club heeft klappen gekregen de laatste jaren. Maar ook dan merk je dat mensen onvoorwaardelijk achter hun ploeg blijven staan. Als je ons forum leest, merk je onvoorwaardelijke liefde, soms ontroerend. Bij andere clubs voel ik een zekere grijsheid.

“In de bedrijfswereld is de baas nog altijd baas, hier is elke supporter op zijn minst medeploegsamensteller en dus een klein beetje baas. Dat is het unieke aan sport. Toch werd op Lierse vanaf de eerste dag naar mij geluisterd. Wat ook meespeelt, is dat er een hoop shit is geweest bij Lierse. Een aantal mensen heeft de club echt schade berokkend. Je hebt hier dus een gemeenschappelijke vijand. Zolang die bestaat, schaart iedereen zich achter het front dat daartegen gevormd wordt. Sommige partijen spinnen bij zo’n vijandbeeld zelfs garen.”

Keeper

“Wat kan ik voor Lierse doen ? Ik wil hier best in de goal gaan staan. Gedurende 25 jaar lukte dat vrij goed bij allerlei amateurploegen, maar de keepers hier zijn wél allemaal beter dan ik. Iedereen kent zijn eigen business het best. Vraag is : hoe leg ik dat het best uit, op een zinvolle, duidelijke manier die geen plaats openlaat voor twijfel ? Laat de mensen die het beleid voeren zich daarmee bezighouden, zodat de sportieve mensen zich kunnen concentreren op het sportieve. Ik moet wél weten wat ik mag zeggen en wat ik niet mag zeggen. Weet ik dat niet, dan veroorzaakt dat extra ruis.

“Een stuk van wat ik doe, is cosmetica. Je moet dat niet overschatten. Ik raak niet aan de essentie van een club. Wat ik wil, is alle stormwind weghalen van het sportieve zodat spelers, trainers en bestuur zich enkel daarop moeten concentreren. Met vragen over het extrasportieve moet men hier de voorzitter, de trainer, de manager, de spelers niet meer lastigvallen. Die gaan naar mij. Tot nu lukt dat aardig, omdat iedereen zich houdt aan de afspraken. Velen reageren opgelucht, beschouwen me niet als een indringer die zich bemoeit met hun zaken. Dat een journalist nog eens rondbelt om te proberen elders iets los te weken, kan ik best hebben. Dat is jouw job. Alleen zal iedereen op andere vragen dan het sportieve zeggen : ‘Vraag het aan Verbiest.'”

“Hoeveel mensen uit mijn niet-voetbalomgeving vragen wat me in ’s hemelsnaam bezielt om woordvoerder te worden van een club als Lierse ? Iedereen ! Maar die vraag krijg ik al heel mijn leven, telkens ik een nieuwe job aanneem. Echt waar : ik heb een heel brede rug. Ik wéét dat het in het voetbal slecht gaat, dat er een schandaal rond het Belgische voetbal hangt. Ik weet ook : voetbal is geen kwestie van leven en dood, het is veel belangrijker. Schandalen zijn er altijd geweest. Overal waar het gaat om geld, prestige of macht, heb je dat soort uitwassen. In Italië zitten de stadions ook nog vol.

“Ik kan absoluut werken voor een club waarvan sommigen vinden dat die geen recht meer heeft om in de eerste klasse te spelen. Ik heb genoeg informatie om loyaal te zijn tegenover de mensen waarvoor ik nu werk. Ik geloof dat iedereen die er nu is, recht in zijn schoenen staat. Mocht dat straks niet zo blijken te zijn, kan je me op die uitspraak pakken. Dan zal ik een onnozelaar blijken.

“Als het Theyskens alleen te doen was om de gronden te verwerven om er appartementen op te zetten, waarom werkt hij hier dan dag en nacht, soms met de moed der wanhoop ? Hij toont te veel inzet om het alleen maar te doen voor het geld. Waarom dan wel ? Liefde. Ik zat naast hem toen we in competitie thuis van Beveren verloren. Die man was daar helemaal kapot van. Misschien heeft hij nog andere bedrijven, maar hij is elke dag op de club en is zeer veel met Lierse bezig. Als hij al heeft geroepen dat hij het voetbalvirus van zich af wil houden, valt hem dat in mijn perceptie toch niet zo gemakkelijk. Eerlijk : na die match tegen Beveren bloedde mijn hart ook, ook al ben ik ingehuurd om afstand te houden.”

Een kick

“Ik ben op dit moment elke dag bezig met deze job. Twee weken geleden verliezen we op zaterdag met 1-0 van de voorlaatste. Op zondagochtend staat hier René Trost met zijn hele ploeg om clinics te geven aan gehandicapten. Die heeft amper een paar uur geslapen, zit met al die shit in zijn hoofd, maar staat hier dan enthousiast matchkes te fluiten tussen die gehandicaptenploegjes en op een doodnormale manier te praten met die mensen. Dat zoiets hier kan, de dag na een pijnlijke nederlaag, vind ik ongelofelijk. Ik bedoel : het is ook zijn vrije dag, waarvoor hij helemaal uit Kerkrade overkomt.

“Ik vind dit bijzonder boeiend. Nu ik de ins en outs beter volg, kan ik daar nog een kick van krijgen. Op je vijftigste nog een kick krijgen vind ik plezant, een absolute meerwaarde ! Ik merk dat ik, ondanks wat ik zeg en wat ik zou moeten doen, me veel meer geëngageerd gedraag dan ik wil. Dit is moeilijker en dus plezanter omdat de voldoening na een zege immens veel groter is dan wanneer je gewend bent te winnen. Je put meer vreugde uit kleine dingen. Niets is hier vanzelfsprekend.

“Als we hier doorkomen, wil ik nog aan de public relations van deze club schaven, de band tussen stad en club aanscherpen. Wielrennen heeft niet één locatie, basket heeft minder publiek, dus heeft voetbal omwille van de omvang de grootste mogelijkheid om aan community building te doen, de betrokkenheid van ploegen met het publiek er rond vergroten. Wij moeten meer naar buiten treden. Dat gebeurt over het algemeen te weinig. Het gevolg van zulke projecten is dat je meer vrouwen en kinderen naar het voetbal krijgt. Lierse is altijd een gezinsclub geweest. Ik ben niet bang om met mijn vijfjarig zoontje naar een wedstrijd hier te komen.

“Ik vind ‘Lierse’ een sterke merknaam, die moet je koesteren. Honderd jaar geschiedenis schuif je niet zomaar opzij. Er is een aantal zéér grote namen uit deze club gekomen. Mochten ze het mij vragen, zou ik zeggen : laat FC De Kempen maar vallen, hou het maar bij Lierse. Gooi niet weg wat je hebt.”

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content