Terwijl Lierse op het veld de gelijke spelen opstapelt, wordt het huis deftig heringericht. Een wandeling door de bouwwerf van het ‘nieuwe’ Lierse.

Aan de inkombalie van de hoofdingang van het Lisp ligt een lijst waar elke bezoeker zijn naam, het uur van aankomst en het moment van vertrek moet optekenen. Dat is nieuw. Ook nieuw is dat de deuren, die tevoren altijd openstonden, nu dicht zijn. “Het is hier geen duivenkot meer”, zegt communicatieverantwoordelijke Terry Verbiest daarover.

In het bureau van Verbiest drinkt Walter Grootaers een koffie. Het is via Grootaers dat Verbiest op 4 oktober 2006 als communicatieverantwoordelijke bij Lierse aan de slag ging. De twee leerden elkaar kennen toen ze ter gelegenheid van een BV-raftingwedstrijd in hetzelfde bootje terechtkwamen. Ze wonnen niet, maar hadden wel veel lol. Toen Lierse onder voorzitter Leo Theyskens – tiens, waar zou die tegenwoordig uithangen? – een mislukte persconferentie belegde waarbij een kandidaat-investeerder (de voorzitter van Sjachtar Donetsk) niet opdaagde, nam Verbiest de communicatie over.

“Toen ik hier begon, heerste er een totaal onstabiele toestand. Lierse was een zwak en gewond dier, dat bijna uitgeteld op de grond lag.” Naar het aantal spelers dat hij in vijf jaar tijd zag passeren, wil hij niet eens raden. Chris Janssens is al de zevende trainer in de rij die hij zag beginnen met René Trost. “In feite is hier alles behalve het stamnummer, de kleuren en de supporters, veranderd.” Verandering is de constante die Verbiest in die vijf jaar Lierse opmerkte. “Het is nooit rustig op Lierse. Ik zou in mijn bureau een spreuk kunnen ophangen: Never a dull moment. Vervelen doe je je hier nooit. Dat hier niets vanzelf gaat, zorgt ook voor een groot wij-tegen-zij-gevoel. Dat wij-gevoel is hier na de zaak- Ye heel sterk blijven hangen. Niet vergeten dat wij gemiddeld 8000 toeschouwers hadden in tweede klasse.”

Nog vandaag heeft Lierse in grote delen van België een imagoprobleem, dat na de gebeurtenissen van toen ontstaan is. “Ook rond MagedSamy blijft de vraag: wat is zijn agenda? Welnu: die is heel duidelijk. Maged is niet de wilde weldoener die zijn teveel aan geld hier kwijt wil. Maged is een zakenman. In die perceptie van buitenaf speelt ook wat latent racisme mee: wat komt die buitenlander zich met onze club moeien?”

Lierse heeft zijn eigenheid niet verloren sinds Samy de zaak naar zich toe trok, vindt Verbiest. “We hebben hier niet de indruk dat we vanuit het buitenland gestuurd worden.” En wat met het hardnekkige verhaal dat Maged hier zwart geld komt witwassen? “Toen Maged hier kwam, is die door de financiële inspectie helemaal doorgelicht, zijn geldstromen eveneens. Toen hij zich met Turnhout bezighield, is dat ook helemaal onderzocht.” Allemaal het gevolg van de twijfel die is blijven hangen na de zaak-Ye, waardoor Lierse nog altijd als een club wordt bekeken waar van alles gebeurt wat niet netjes is, terwijl net de club het slachtoffer is, zegt Verbiest. “Onze hoofdsponsor Krefima is toen onmiddellijk opgestapt. Het doet pijn om die nu op de truitjes van aartsrivaal KV Mechelen te zien. We zitten nog altijd met claims van spelers die bij die zaak betrokken waren en die aangeven dat ze onrechtmatig ontslagen zijn omdat ze niet door het gerecht veroordeeld zijn. Dat gaat om honderdduizenden euro’s. Wat ons betreft, mag die rechtszaak er gauw komen. Dan kunnen we dat geld recupereren.”

Zwart geld

De grootste verandering van het afgelopen jaar kwam er op bestuurlijk vlak. In juli gingen CEO Jesse De Preter en COO Katrien De Ceulaer aan de slag. Tevoren werden die twee functies gecombineerd door Katriens vader Neel De Ceulaer, die in juni met gezondheidsproblemen een stap terug zette. De Preter werkte als advocaat in Amsterdam toen hij door Wadi Degla gecontacteerd werd om hun belangen te verdedigen, maar hij groeide op niet ver van het Lisp en is van kind af Liersesupporter. Hij is nu bijna drie maanden aan de slag op het Lisp, als sterke man net onder Maged Samy. Het is een functie die hem veel kopzorgen geeft, maar zijn eerste conclusie is: “Dit is de job van mijn leven.”

Zijn eerste opdracht is de financiële toestand op orde brengen. “Wadi Degla heeft altijd de putten gevuld, maar in januari van dit jaar is echt substantieel meer uitgegeven dan gepland was, waardoor het financiële plaatje helemaal niet meer klopte. Er is een totale wanverhouding tussen inkomsten en de lonen van de spelers. De inkomsten liggen veel te laag, en de lonen veel te hoog. Dat kan je oplossen door contracten af te kopen, spelers te transfereren of te wachten tot die contracten afgelopen zijn. Om dat recht te zetten heb ik achttien maanden nodig.”

De boodschap die De Preter bij zijn aantreden uit Egypte meekreeg, was simpel: doe beter met minder geld.

Het betekent wel dat Lierse de afgelopen maanden een andere transferpolitiek volgt. De snoepwinkel van Maged Samy is dicht. Prompt maakte De Preter het deze zomer mee dat makelaars van spelers ontgoocheld en verontwaardigd zijn kantoor uit stormden, toen ze hoorden wat Lierse wilde betalen aan nieuwe spelers. De nieuwe truc is: een bescheiden basisloon en flinke bonussen in het verschiet. De Preter: “Alle inkomsten van een club worden bepaald door het sportieve succes van de spelers. Waarom stemmen we de premies niet af op de positie die de ploeg in de rangschikking bekleedt?” Het aantal kernspelers is al aanzienlijk gedaald. Van de befaamde B-kern moet alleen nog met de Italiaanse verdediger Mattia Notari een regeling gemaakt worden. “We gaan de kern nog verkleinen, en aanvullen met jonge spelers uit de eigen opleiding.”

Sportief directeur Herman Helleputte, die voorlopig nog Ruud Kaiser bijstaat maar vanaf Nieuwjaar naar het Midden-Oosten vertrekt voor een grote tv-show (zie kader), vindt dat een goed idee. Hij wordt weleens aangewezen als een van de mensen die een aantal overbodige transfers hebben gedaan, maar tussen de lijnen geeft hij wel aan dat hij vaak niet meer dan de uitvoerder was. Helleputte: “Maged gééft graag. Daar is de voorbije jaren flink van geprofiteerd. Als spelers werden gevraagd, kwamen die ook, wat ook hun looneisen waren. Nu gebeurt dat meer beredeneerd, ook door Maged zelf. Die kijkt nu ook eerst wat het kost.”

Nieuw stadion

Na het hakbijlgedoe moeten de inkomsten dringend omhoog. Vanaf januari gaan de commerciële medewerkers op pad, maar eerst moet het eigen huis opgeknapt worden. Daar was de bouw van vijf skyboxen al een succes. Ze waren meteen verkocht en er staan al twee bedrijven op de wachtlijst, terwijl er niet eens publiciteit voor werd gemaakt, zegt Terry Verbiest trots. Maar er is nog veel wat stukken beter kan. Eigenlijk heeft Lierse naast de tv-gelden, de ticketing en een paar sponsors nauwelijks inkomsten, heeft Jesse De Preter uitgerekend.

Een blik rond het veld toont dat in het stadion nauwelijks reclamepanelen hangen. De financiële besognes én de zaak-Ye hebben ook bij kandidaat-investeerders en bij sponsors voor wantrouwen gezorgd. Verbiest: “De conclusie was: niet betrouwbaar, geen sportief succes, en ze gooien met geld. Ga daar maar eens mee aan de slag bij kandidaat-investeerders.”

Vooraleer de financiële situatie onder controle kan komen, wil Jesse De Preter uitvissen wat er op het Lisp verdiend en uitgegeven wordt. Daartoe is al een elektronisch betalingssysteem ingevoerd, en er wordt nu gewerkt aan een elektronisch stocksysteem. “Dan kan je nagaan waar je iets op verdient en waarop niet.” De CEO heeft uitgerekend dat de gemiddelde recette bij een thuiswedstrijd 60.000 euro bedraagt, maar dat bedrag kan volgens hem nog hoger. Uit de huidige accommodatie zijn nog 40 tot 50 procent extra inkomsten te halen, op voorwaarde dat het stadion opgefrist wordt. “Je kan blijven dromen van het nieuwe stadion, maar we hebben nog niet eens gronden en moeten er rekening mee houden dat we nog tussen de zeven en tien jaar in deze accommodatie zullen doorbrengen.”

Over het nieuwe stadion kan Walter Grootaers iets zeggen. Grootaers is samen met Neel De Ceulaer lid van een raad van advies die voorlopig enkel uit hen beiden bestaat, maar straks uitgebreid wordt met wat Grootaers als ‘nuttige contacten’ omschrijft. Het nieuwe stadion komt er nog niet meteen, weet de voormalige schepen van Sport, vandaag gemeenteraadslid voor Open VLD. “Laat ons ervan uitgaan dat dat nog een jaar of zeven duurt. Politiek is het draagvlak er in de stad, alleen een locatie hebben we niet. Geen van de drie locaties die we onderzocht hebben, voldoet aan de eisen. Het probleem is dat er niet zo veel plaats is in Lier zelf. Voor zo’n stadion heb je tien hectare nodig.” Dus bestaat de kans dat de club straks uitwijkt buiten de stadsgrenzen. Een ramp hoeft dat volgens Grootaers niet te zijn, want “liefst 70 procent van onze toeschouwers komt niet uit Lier zelf. Een kilometer of vijf, zes opschuiven kan, behalve in de richting van Antwerpen.”

In afwachting van de verhuis moet Lierse zich in de regio herpositioneren, meent Jesse De Preter. “We moeten niet willen concurreren met Beerschot. De concurrenten zijn Westerlo en KV Mechelen. Op lange termijn is er geen plaats voor drie profclubs in zo’n kleine regio, maar qua aanhang kunnen we de concurrentie met KV Mechelen aan.”

Ook in het tegenvallende afgelopen seizoen haalde Lierse gemiddeld 10.600 toeschouwers. Daarmee zit het maar net onder streekrivaal Mechelen. Dit jaar heeft het maar tien abonnees minder dan vorig seizoen, al blijft het aantal toeschouwers met een gemiddelde van 8500 onder de verwachtingen.

Ombudsdienst

Om te weten wat er bij de basis leeft, wordt regelmatig een praatavond in het Themacafé georganiseerd, gemodereerd door Terry Verbiest. Supporters kunnen er hun vragen kwijt. Daarnaast is recent een ombudsdienst opgezet, die door de basis via de website gevoed kan worden. Dat neemt veel kleine punten van praktisch ongenoegen weg. “Als het licht in de vrouwentoiletten kapot is, kan ik dat niet weten, want normaal kom ik daar niet”, zegt Verbiest. Hij klinkt geloofwaardig.

Waar de fans nood aan hebben, is een betere herkenbaarheid van ‘hun’ Lierse, te midden van het grote verloop van spelers, trainers en bestuurders. Een eerste stap is het teruggrijpen naar de traditionele geel-zwart gestreepte shirts. Straks komen overal in het stadion oude zwart-witfoto’s die refereren aan de gloriemomenten uit de 105 jaar oude geschiedenis van de club, en voor Lierse TV zoekt men oude gloriën op.

Maar er is nog een punt waarvan men op het Lisp werk wil maken. Liersefans zien graag spelers van onder de kerktoren. Die waren er de laatste jaren minder. Frédéric Frans was de laatste die doorbrak, maar dat dateert ook alweer van vier jaar geleden, van toen Lierse nog de vorige keer in eerste speelde. Daarvoor waren Stef Wils en Stein Huysegems de laatste jeugdproducten die hun weg vonden naar het profvoetbal op het hoogste niveau. Dat was niet omdat Lierse plots alleen zin had om met buitenlanders te voetballen, zegt Herman Helleputte, die tot nader order de meeste matchen in eerste klasse voor Lierse speelde – 352 om precies te zijn. “Zonder degradatie was hier de afgelopen jaren meer talent naar het eerste elftal doorgestroomd. Als ik goed gerekend heb, zijn in die drie jaar tweede klasse 79 van de betere jeugdspelers weggelokt door andere clubs. Daar waren Romelu Lukaku en Mats Rits bij. Nu we weer in eerste klasse zitten, blijven de beteren bij ons. In tweede klasse ben je machteloos met je jeugdprogramma, financieel én sportief.”

Daarom is vandaag iedereen blij met de sterke prestaties van middenvelder Thomas Wils. De jongere broer van Stef werd vorig jaar nog aan Turnhout uitgeleend om matchritme te krijgen, maar krijgt nu volop zijn kans. Het is ook de bedoeling dat de andere eigen jongeren Jason Adesanya, Dylan Carton, Niels Vets en Glenn Claes die met de kern meetrainen dit seizoen vaker in beeld komen. En niet alleen om negentig minuten op de bank te zitten.

In afwachting van de doorbraak van de eigen jeugdspelers haalt Lierse op andere manieren de banden met de gemeenschap aan. Morgen (29 september) worden op het Lisp vanaf 20 uur schilderijen van bekende Lierenaars geveild voor een goed doel. Dat gebeurt naar aanleiding van de opening van Het Smolder, een opvanghuis voor moeders en kinderen. Bij de schilderijen zitten heel wat onbekende meesters uit de spelersrangen van SK Lierse. Een Wesley Sonck is er nog niet bij, een Davids, Kovacs, Ayew of Gilberto wel. Wie wil pronken met een Kawashima aan zijn muur, weet wat te doen.

Het zijn allemaal punten die van Lierse opnieuw een sterk merk moeten maken. “Over drie jaar”, zegt De Preter, “moet Lierse een club zijn die financieel stabiel is, over een verbeterde infrastructuur beschikt en een stabiele factor is in eerste klasse. En onze jeugd moet top zijn.” Dat is een heel eind weg van Maged Samy’s fameuze uitspraak dat hij met Lierse af en toe ook de Champions League wil spelen. De Preter: “De Champions League spelen kan maar als je je ploeg een paar jaar samenhoudt. Het is wel de bedoeling dat wij spelers brengen die later wel de Champions League gaan spelen, maar misschien niet bij ons. Een paar jaar geleden liepen bij drie van de vier halvefinalisten spelers die opgeleid waren door Jean-Marc Guillou.”

DOOR GEERT FOUTRÉ – BEELDEN: REPORTERS

“Als de voorbije jaren spelers werden gevraagd, kwamen die ook, wat ook hun looneisen waren.” Herman Helleputte

“Het is nooit rustig op Lierse.” Terry Verbiest

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content