De Europese pil verteerde Anderlecht met een uitzege (1-2) bij AA Gent. Stilaan krabbelt paars-wit overeind. Een gesprek met kapitein Guillaume Gillet.

Ik zag een wit stukje in die open wond. Dat bleek het bot te zijn, dus de dokter zei dat hij me zou moeten hechten. Ik antwoordde: ‘Doe dat dan maar snel, zodat ik verder kan spelen.’ Daar kon geen sprake van zijn, reageerde hij. Dus reed ik voor het eerst in mijn leven mee met de ziekenwagen en werd ik meteen geopereerd.”

De vleeswonde aan zijn knie, in de topper tegen Standard, is een van dé beelden van het seizoen, maar Guillaume Gillet is een harde. “Ik heb een hoge pijngrens. Ik heb al wedstrijden gespeeld met blessures waar de meeste voetballers mee aan de kant blijven.”

Vandaag is Gillet back in business in een team dat nog steeds zoekend is. Van de rechtsbackpositie verhuisde hij opnieuw naar het middenveld.

Dit is een overgangsjaar voor Anderlecht, zei de voorzitter begin dit seizoen.

Guillaume Gillet: “Dat was inderdaad zijn discours. Niet onlogisch gezien de vele jongeren en het gebrek aan ervaring. Maar ik weet ook dat er in Anderlecht nooit echt sprake kan zijn van een overgangsjaar. Ondanks de teleurstellende resultaten onthoud ik toch heel wat positieve zaken uit de Champions League.”

Bijvoorbeeld?

“De wedstrijden op Benfica en thuis tegen PSG waren complete fiasco’s, maar afgezien daarvan hadden we in de vier andere wedstrijden – mits wat meer geluk en ervaring – punten kunnen pakken. De thuiswedstrijd tegen Olympiacos was een sleutelwedstrijd voor de derde plaats. We verliezen die match met 0-3, maar we creëerden genoeg kansen om met 7-2 te winnen. Dat was extra pijnlijk in een poule die een stuk minder zwaar was dan vorig seizoen.”

Ibrahimovic

Voor elke Belgische ploeg is de Champions League een mission impossible…

“We zaten wel niet in een poule met Barcelona, Dortmund en Napoli, hé. Maar we hadden dit jaar een heleboel spelers die nog nooit in de Champions League hadden gespeeld, zelfs niet in de Europa League.”

Ben je dan niet jaloers op de Belgische clubs in de Europa League die wél een kans hebben om een mooie prestatie neer te zetten?

(stellig) “Hoegenaamd niet! Als je een seizoen lang knokt om kampioen te worden, zodat je meteen in de groepsfase van de Champions League mag aantreden, ben je heel tevreden dat je die wedstrijden mág spelen. De Champions League is en blijft het allerhoogste. Ik vind dat we ons niet belachelijk gemaakt hebben, ik heb me geamuseerd.”

Zelfs tegen een ontketende Ibrahimovic?

“Je weet dat je altijd een speler in topvorm kunt treffen, maar die avond hebben we Zlatan Ibrahimovic wel de kans gegeven om zich te amuseren. Met iets meer concentratie en grinta hadden we nog verloren, maar dan misschien met 1-2 in plaats van met 0-5. Ik heb al een paar Europa Leaguecampagnes achter de rug en ik kan je verzekeren dat zo’n campagne in het niet vervalt bij een groepsfase van de Champions League. Als je voor 3000 man staat te voetballen, heb je de indruk dat je een vriendschappelijke wedstrijd afwerkt. Onder Ariël Jacobs haalden we in de Europa League eens 18 op 18. Leuk, maar toch smaakte dat een stuk minder zoet dan de groepsfase van de Champions League. Ik haal liever één punt in de Champions League dan 18 op 18 in de Europa League. Zeker als je daarna meteen wordt uitgeschakeld door AZ. Er zijn Engelse en Italiaanse clubs die hun haalbare groep in de Europa League niet overleven omdat ze mikken op de eigen competitie.”

Je speelt nu weer op het middenveld, dus verwacht iedereen opnieuw meer doelpunten van jou. Je bent immers de beste afwerker in de huidige Anderlechtkern.

“Het valt inderdaad op dat ik vooral in de belangrijke wedstrijden op de goede plaats sta. Zoals in de thuiswedstrijd tegen Standard tijdens de play-offs vorig seizoen. Ik kwam terug uit schorsing en scoorde beide doelpunten, terwijl wij in een mindere periode zaten en Standard over ons naar de koppositie kon springen. Was hen dat gelukt, dan waren zij kampioen geworden. Ik denk dat ik al een zestigtal doelpunten scoorde voor Anderlecht. Niet slecht als je weet dat ik de helft van de tijd als rechtsback aantrad.”

Jouw topseizoen was 2011/12, met één doelpunt in de beker van België, vijf in de Europa League en veertien in de competitie.

“Dat was mijn beste seizoen tot nu toe. Ariël Jacobs speelde me toen als rechtsbuiten uit. Het deed me terugdenken aan toen ik bij Eupen zeventien keer scoorde. Als jeugdspeler was ik zelfs nog een tijdlang spits. Als afsluiter van dat topseizoen was er dan nog die beslissende penalty tegen Club Brugge.”

Dat was nog de tijd toen jullie de penalty’s binnentrapten…

(lacht) “Ik denk dat ik dat seizoen vijf op vijf haalde van op de stip. Het daaropvolgende seizoen liep het mis.”

Wat is jouw verklaring voor die penaltymalaise?

“Bij ons denkt de penaltytrapper meer aan wat er zal gebeuren als hij mist dan aan scoren. Het is een mentale kwestie. Gelukkig zette Massimo Bruno die strafschop in Gent wel om.”

Zijn de wedstrijden tegen AA Gent en Standard speciale ontmoetingen gezien jouw verleden bij beide clubs?

“Dat is nu van geen belang meer. Al kijk ik elke keer weer enorm uit naar de clash met Standard. Ook nu zal het weer een pittige wedstrijd worden.”

Er was een tijd dat jij je Standardverleden angstvallig geheim probeerde te houden…

“Ik heb niets te verbergen. Ik heb er een jaar gespeeld bij de miniemen omdat FC Liège gezakt was. Het daaropvolgende seizoen promoveerde Liège weer en keerde ik dan ook meteen terug. Ik bewaar wel niets dan goede herinneringen aan mijn jaar bij Standard: ik heb er vaak gescoord en we hebben een paar prestigieuze toernooien gewonnen.”

Van welke club was je destijds fan?

“Van FC Liège en Anderlecht. Ik heb het ooit eens aangedurfd om een paars-wit shirt naar een training van Standard mee te brengen. Het is wel in mijn tas gebleven, want men zei me meteen: ‘Ofwel train je in je bloot bovenlichaam, ofwel in een shirt van een ploegmaat.’ Dat zijn nu eenmaal zaken die je doet als je jong bent en je vrienden je zeggen dat je dat niet durft.”

Aanvoerdersband

Hoe zwaar weegt de aanvoerdersband bij Anderlecht? Te zwaar wanneer het niet goed draait?

John van den Brom vroeg me afgelopen zomer of ik me klaar voelde voor die aanvoerdersband. Ik wist dat ik een risico nam in een jong team. Toch heb ik niet de indruk dat die band mijn spel beïnvloed heeft.”

Hoe ben je in die rol gegroeid?

“Ik ben van nature een brave jongen die het conflict schuwt, maar ik heb geleerd dat je als aanvoerder soms hard moet zijn. Jonge spelers moet je soms eens op hun plaats zetten.”

De aanvoerdersband betekent ook dat jij uitgefloten wordt wanneer het slecht loopt…

“Dat is zo. De supporters gaan geen jongens uitfluiten die aan hun eerste seizoen in eerste klasse bezig zijn. Terecht, want die verdienen krediet en respijt. Het is logisch dat de fans zich op zulke momenten tegen de anciens keren, of tegen de verdedigers als we te veel doelpunten slikken. Het doet wel pijn om door je eigen fans te worden uitgefloten, maar ik wil dat niet dramatiseren. Ik heb het in het verleden nog meegemaakt en ik weet dat het een week later alweer anders kan zijn. Kijk naar Michy Batshuayi, die eerst de kop-van-jut was voor de Standardaanhang en intussen alweer hun held is. Fans vergeten soms iets te gemakkelijk wat een speler al voor hun club gedaan heeft. Ik denk dat ik altijd een voorbeeldige mentaliteit getoond heb.”

Hoe reageerde je toen de coach je vertelde dat je tegen Mons op de bank zou zitten?

“John van den Brom riep me in zijn bureau en vroeg me of ik het had voelen aankomen. Ik gaf toe dat het een verrassing was, maar dat ik het geen schande vond. Ik heb immers niet te klagen over de speeltijd die de trainer me gunt. Er rust veel druk op zijn schouders en hij wordt soms gedwongen om eens iets te proberen. Op dat moment kregen we te veel tegendoelpunten binnen en experimenteerde de coach ook met een verdediging zonder Bram Nuytinck en Olivier Deschacht. Ik ben het gewend om sterker terug te keren na een wedstrijd op de bank. Elk seizoen een keer op de bank zitten is een goede trap onder mijn kont. Na die wedstrijd tegen Mons kom ik weer in de basis tegen Standard, maar val ik geblesseerd uit. Tussendoor verloren we nog met 0-5 van PSG. Maar ik ben een positief ingestelde jongen die goed kan relativeren. De blessure van Matías Suárez, dat is een stuk erger.”

De beslissing van Wilmots

Heb je Anthony Vanden Borre al bedankt voor zijn sterke prestaties op de rechtsachter? Dankzij hem kun jij nu immers weer op het middenveld spelen.

“Anthony is erg getalenteerd en we zijn erg complementair. Maar het belangrijkste is dat ik speel en dat Anderlecht wint. Alleen zo kan ik me weer in de nationale ploeg knokken. Ik ben gelukkig bij Anderlecht en ik ben maar wat blij dat ik me hier op verschillende posities kan uitleven. Dat is zonder twijfel een troef. Of ik mee naar Brazilië mag, daar kan alleen Marc Wilmots over beslissen. Hij weet wie ik ben en wat ik kan.”

Je droeg bij aan de kwalificatie met je wereldgoal tegen Kroatië.

“Mijn eerste doelpunt bij de Rode Duivels en meteen een mooie én belangrijke goal. Sommige mooie doelpunten leveren niets op. Het mijne wel.”

Had je niet op meer speeltijd gehoopt in de daaropvolgende wedstrijden?

“Ik deed vaak mee tijdens de vriendschappelijke wedstrijden en Wilmots schonk me zijn vertrouwen tegen Schotland en Kroatië. Daar pakte ik ook een tweede gele kaart, waardoor ik een schorsing moest uitzitten. Toby Alderweireld kwam in de ploeg, we winnen met 0-3 in Servië en de ploeg slikt geen tegendoelpunt meer. Dan is het logisch dat Toby zijn plaats behield.” ?

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELD: IMAGEGLOBE

“Ik ben van nature een brave jongen, maar ik heb geleerd dat je als aanvoerder soms hard moet zijn.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content