Anthony Limbombe, ‘het pareltje van Genk’, is een sensatie bij N.E.C. in Nederland. Oudere broer Stallone, ‘bad boy’ op herkansing, sprankelt bij R Antwerp FC. Maar het beste moet nog komen: Bryan, de jongste. Sport/Voetbalmagazine sprak met de Limbombedynastie. ‘Wij weten wat we willen.’

Minder dan 24 uur nadat hij N.E.C. met een wondermooie krul alsnog aan een gelijkspel hielp tegen PEC Zwolle, neemt Anthony Limbombe (21) plaats in de brasserie van het charmante Goffertstadion. Straks rijdt hij nog naar België, naar het ouderlijke huis in Mechelen. Iets wat hij voor elke vrije dag doet, zelfs al zag hij zijn beide ouders gisteren nog toen ze zoals voor elk thuisduel het hele eind naar Nijmegen waren gereden om hem aan het werk te zien. Samen met Stallone (24) dit keer, Anthony’s oudste broer, naast wie we enkele dagen later in een dug-out van het Bosuilstadion zitten voor een gesprek over zijn eigen grillige carrière. ‘Ik had toevallig vrij. Dus zei ik tegen mijn ouders: ik rij wel.’

Stallone is een van de smaakmakers bij R Antwerp FC, de club waarvoor hij sinds de zomer van 2014 voetbalt. Diezelfde zomer tekende Anthony een driejarig contract bij N.E.C. Anderhalf jaar geleden is dat nu en nog nooit liet hun beider wedstrijdkalender het toe wedstrijden van elkaar bij te wonen. Dat lukt Bryan makkelijker. Hij is veertien en zit op de Essevee Soccer School, het alternatieve opleidingsproject van Zulte Waregem. Tijdens de week verblijft hij op het internaat in Waregem, in de weekends is hij thuis in Mechelen. Anthony: ‘Bryan was erbij tegen AZ. Toen scoorde ik twee keer.’

Zijn broers als geluksbrengers? Het tovert een flauwe glimlach op het nog jongensachtige gelaat van Anthony Limbombe. Het doelpunt tegen Zwolle was zijn vierde van het seizoen. Evenveel als hij in België in vier seizoenen verzamelde. Als zestienjarige debuteerde hij in het eerste elftal van KRC Genk. ‘Het pareltje van Genk’, noemde Hans Visser hem. De assistent-coach vergeleek hem zelfs met Arjen Robben en Miralem Sulejmani. Toch kwam hij in drieënhalf seizoen niet verder dan twee competitiegoals. Bij Lierse SK, waaraan Genk hem op het eind uitleende, deed hij er nog eens twee bij. Een verklaring voor zijn lage productie heeft hij niet. ‘Dat moet je God vragen. Ik weet het niet.’

Hoe anders verging het hem bij N.E.C. Met de naar de Eerste Divisie – de tweede klasse in Nederland – gedegradeerde club uit Nijmegen won Anthony Limbombe meteen de kampioensschaal. Hij schreef mee geschiedenis: nooit eerder behaalde de kampioen 101 punten en maakte die liefst 100 doelpunten. Een dubbel record, waarin het aandeel van de Belgische aanvaller met veertien goals en tien assists niet gering was. ‘Ik weet dat ik belangrijk ben. Hoe belangrijk? Dat weet ik niet. Ik doe altijd mijn best.’ Ook dit seizoen is zowel de ploeg als hijzelf op dreef. ‘Verwacht werd dat we voor de handhaving zouden spelen. Als we dit aanhouden, spelen we voor een Europees ticket.’

KAMPIOEN OP ZESTIEN

Bescheiden, maar zelfverzekerd: zo komt Anthony Limbombe over. In België een talent, in Nederland een sensatie. Verrassen doen zijn doelpunten hem niet, zegt hij. ‘Bij de jeugd van Genk speelde ik in de spits. Ik maakte elk seizoen meer dan twintig doelpunten. Tot ik bij de A-kern kwam en op links werd geposteerd. Daar ben ik blijven staan. Niet dat ik het torinstinct van Santos(zijn Braziliaanse spitsbroeder bij N.E.C., nvdr) heb, maar ik ben doelgericht en heb een neusje voor goals. Het is ook makkelijker voetballen in Nederland. Nederland was de juiste keuze voor mij.’

Hij kijkt niet met spijt achterom. De opleiding bij Genk was prima en op zijn palmares staan toch mooi een landstitel en een beker, en wedstrijden in de Champions League en de Europa League. Niet mis voor een prille twintiger. Zijn mooiste herinnering? ‘De Champions Leaguewedstrijd thuis tegen Chelsea. Ik mocht nog tien minuten invallen. Ik herinner me een mooie actie die ik opzette met Kevin De Bruyne. Kampioen spelen als zestienjarige: dat was ook mooi. Ik kreeg veertien invalbeurten van Vercauteren. Daar ben ik hem dankbaar voor: niet alle trainers durven dat.’

Toch brak hij nooit ten volle door in de Cristal Arena. ‘Dat klopt. Maar ik kijk daar niet naar. Wel naar wat je er achteraf mee doet. Er zijn mensen die met tegenslag te maken krijgen en niet kunnen reageren. Ik heb gereageerd. Ik kon bijtekenen en er gewoon bij horen, of mijn eigen weg gaan. Ik heb gekozen voor mijn eigen weg. Ik denk dat er nog mooie dingen op mijn pad liggen. Ik maak me geen zorgen om wat er bij Genk is gebeurd. Ik heb er geen verklaring voor, maar die hoef ik ook niet.’

Met de kennis van vandaag is het makkelijk N.E.C. de juiste keuze te noemen. Wie had dat wonderlijke kampioensseizoen kunnen voorspellen? ‘Alles bestaat uit keuzes. Alles is ook een tikkeltje geluk. Dit voetbal past beter bij mij en ik had de garantie dat ik zou spelen. Die zekerheid had ik nodig. Ik kan de club alleen maar bedanken dat ze me die heeft gegeven.’

VERPEST OP SCHOOL

Keuzes en een tikkeltje geluk. Hoe anders zou alles zijn gelopen mocht Anthony Limbombe in 2010 voor PSV hebben gekozen. In afwachting van zijn toezegging nam de Eindhovense club alvast Stallone onder contract. Minder uit overtuiging dan wel om Anthony over de streep te trekken. Het pakte anders uit. ‘We zouden samen gaan. Maar ik was pas vijftien en dan hecht je nog aan je vrienden. Dus tekende ik bij in Genk.’ Stallone schatert het uit: ‘Hij wilde gewoon niet: mijn broer is een mama’s kindje. Graag thuis, weet je wel.’

Zijn schaterlach contrasteert met de ingetogenheid van zijn jongere broer. ‘Bij mensen die hij niet kent, laat hij de echte Anthony niet zien. Ik stel mij sneller open: ik kan met iedereen praten.’ Anthony: ‘Stallone heeft een iets harder karakter en temperament. Hij wordt sneller kwaad.’ Stallone weer: ‘Ik ben geen bad boy, ook geen enfant terrible, maar ik doe wel graag mijn ding. Ook op het veld. Stel dat de trainer zegt: Stallone, naar links! Dan zal ik naar links gaan, maar toch ietske naar binnen. Snap je?’

Negentien was hij en met PSV al toe aan zijn vierde club. Net als zijn broers begon hij als ukkie bij KV Mechelen. ‘Dat was het dichtstbij. Deur uit en links de Liersesteenweg af. Nog geen vijfhonderd meter verder lagen de jeugdvelden.’ Bij Genk moest hij opkrassen. ‘Ik had het verpest op school. Stom, vind ik. Waarom iemand die het goed doet in het voetbal wegsturen voor iets wat op school is gebeurd?’

AA Gent werd zijn volgende club. Hij zat er twee jaar op internaat. ‘Ik ben wel sociaal, maar dát nooit meer.’ Achttien was hij, er kwam geen ‘deftig contract’ en toen kon hij naar PSV. ‘Ik deed het goed. Speelde er mijn matchen in wat een erg goede lichting was, met Dzsudzsák, Afellay en Farfán. De lichting achter ons was nóg beter, met Memphis Depay.’ Na één seizoen hield hij het voor bekeken. Te weinig doorbraakkansen naar het eerste elftal.

DE MOND GESNOERD

Een makelaar bracht hem naar Spanje. Cultural Leonesa, clubje in de derde klasse. ‘Gewoon, ik wilde iets anders’, grijnst hij. ‘Dat is best gelukt. Mooi land, altijd mooi weer. Het eerste half jaar was perfect, ik speelde bijna alles.’ Toen bleven de betalingen uit. Hij keerde naar België terug en zat even zonder ploeg. Tot hij naar Oosterzonen kon. Opnieuw derde klasse. Het had het einde kunnen zijn. Hij schudt het hoofd: ‘Nee, ik geloof in mezelf. Altijd. Ik weet wat ik kan.’

Na wat aandringen geeft hij toe: ‘Het belletje hééft gerinkeld, in Spanje. Ik dacht: wat doe ik hier? Mensen denken vast dat er iets mis is met mij. Maar ik ben niet moeilijk. De beste spelers zijn meestal niet degenen die tussen de lijntjes kleuren. Je moet gewoon weten hoe je met mij omgaat. Deze trainer kan dat (doelt op Antwerpcoach David Gevaert, nvdr).’

Eén moment had zijn carrière in een andere plooi kunnen leggen. ‘Toen ik voor PSV koos, kon ik naar Cercle. Bob Peeters was er trainer. Ik kende hem van bij AA Gent: een goeie coach. Hij nam Gregory Mertens en Igor Vetokele van de jeugd mee naar Cercle. Ik kon ook mee, maar ik koos voor PSV.’

Reputatie van losbol, grillig parcours. Alsof hij niet inzit met zijn carrière. ‘Het is maar hoe je het bekijkt. Volgend jaar kan hij zomaar met Antwerp in eerste klasse spelen. Dan heeft hij iedereen de mond gesnoerd’, countert Anthony, die zelf wekelijks van Nijmegen naar Sint-Truiden rijdt om er zijn lichaam door manueel therapeut Gerrit Kempeneers preventief in balans te laten houden. ‘Mijn broer begrijpt mij’, schatert Stallone het weer uit, overtuigd dat eerste klasse binnen zijn bereik ligt. ‘Denk ik wel, ja. Dan heb ik het niet over Anderlecht, maar over pakweg een middenmoter. Ik zie soms flankspelers van wie ik denk: maak toch een actie, man! Als ik de kans krijg, zal ik me bewijzen. Heb ik altijd gedaan.’

DEFTIG OPVOEDEN

Stallone en Anthony Limbombe zijn geboren en getogen Belgen, maar hun roots liggen in Congo. Vader Antoine en moeder Marie-Paule verlieten de Congolese hoofdstad Kinshasa in 1989. Over het waarom zeggen Stallone en Anthony weinig te weten. ‘Zoals alle Afrikanen: voor een beter leven, zeker?’ Hun zussen waren al geboren: Verlaine en Gina, allebei getrouwd inmiddels en met hun gezinnen wonend in het Antwerpse. Soms, tussen de trainingen door, gaat Stallone bij een van hen thuis eten. Hij is de oudste van vijf broers, allemaal in België geboren. Alleen de jongste twee, Romeo en Maxim, wonen nog thuis in Mechelen.

Maxim is elf. Ook bij KV Mechelen zijn eerste voetbalschoenen aangetrokken, maar al snel naar Racing Mechelen verhuisd. Stallone: ‘Hij was een aanvaller, maar ik vind hem te traag. Hij speelt nu in de verdediging. Dat doet hij erg goed.’ Hekkensluiter Romeo is de artiest van het gezelschap. De enige broer die niet voetbalt. Anthony: ‘Romeo is helemaal anders: niet sportief zoals wij. Hij skate een beetje. Luistert naar andere muziek ook.’ Stallone: ‘En hij praat anders. Speciale gast.’

Hun vader voetbalde, maar veel details over zijn hoogtepunten hebben de broers niet. Tweede klasse in Congo, dat moet het zijn geweest, en nadien nog wat in provinciale in België. Stallone: ‘Ik heb foto’s gezien, jawel. Al zijn vrienden en ook mijn moeder zeggen dat hij goed was. Dat zegt hij van zichzelf ook.’

Hun zussen zijn geboren in Congo en hebben er herinneringen aan. De jongste drie broers bezochten het land twee jaar geleden. Stallone en Anthony lukte het nog niet: de tijd tussen twee seizoenen is te kort. School liepen ze allemaal in het Nederlands, thuis werd Frans gesproken, of Lingala. Brussel, met zijn Congolese wijk Matonge, lag voor de hand. Dat hun ouders het gemoedelijkere Mechelen uitkozen, was een bewuste keuze. Stallone: ‘Mijn vader wilde rustig kunnen leven en zijn kinderen deftig opvoeden. Dat is hem gelukt, denk ik. Ik zou hetzelfde doen met mijn kinderen. Nog altijd zit hij ons op de hielen opdat we geen domme dingen uithalen.’

Anthony: ‘Onze ouders hebben veel meegemaakt. Als je van Afrika komt, heb je het niet gemakkelijk. Zij doen nog altijd alles voor ons. Het enige wat hen blij kan maken, is dat wij het waarmaken. Dat ik op een dag bij een topclub kan spelen. Daar train ik elke dag voor.’

FLIRT MET LEEDS

Natuurlijk heeft hij ambities, zegt Anthony Limbombe, maar daar wil hij het niet over hebben. ‘N.E.C. is een tussenstap. Waar ik eindig, of wat de volgende stap is, weet ik niet. Ik geloof dat God achter mij staat. Wij zijn vrij gelovige mensen thuis: dat brengt me tot rust. Ik ga niet zo snel stressen. Ik geloof dat alles om een reden gebeurt. Ik kon naar Leeds, maar waar staan zij nu? Zestiende, wij zesde. Ik geloof erin dat God mij hier heeft willen houden voor iets beters. Daarom kijk ik niet achterom, alleen vooruit. Naar de goede dingen die eraan komen.’

Wegens zijn flirt afgelopen zomer met Leeds United – uitkomend in de Engelse tweede klasse – zette N.E.C. hem aan de kant voor het competitieduel tegen Ajax. Officieel wegens een gebrek aan concentratie. ‘Het clubbelang primeert’, zegt Anthony begrip te kunnen hebben voor de beslissing. ‘Ik verwachtte dat mijn transfer in orde zou komen. Vandaag ben ik blij dat ik hier ben gebleven. Er is ook nooit iets van blijven hangen tussen mij en de trainer.’

Die trainer is Ernest Faber, oud-speler van PSV. ‘Hij eist veel van mij. Maar ik ben niet iemand tegen wie je moet zeggen: kom op! Zodra ik het veld op stap, schakel ik om in mijn hoofd. Ik vind het fijn dat de trainer me een zekere vrijheid geeft. Ik probeer dat terug te betalen met doelpunten en assists.’ Het liefst doet hij dat vanaf de linkerkant, ook al is hij rechtsvoetig.

Voor Stallone doet dat er allemaal niet toe. Het enige wat voor hem telt, is het publiek vermaken. ‘Já! Balletje achter het steunbeen, à la Neymar. Zoals voor de beker tegen Westerlo. De reporter zei dat ik het waarschijnlijk deed omdat de wedstrijd op tv was. Waaróm toch?! Het is gewoon mijn spel.’ Op dreef: ‘Wij weten wat we willen. Wie in België een eigen mening heeft, heeft al gauw een grote mond. Sorry, maar dat is niet zo. Anthony is dezelfde gebleven, maar in Nederland slaagt hij. Waarom? Omdat ze in Nederland beter met zulke jongens om kunnen. Ik heb met Memphis Depay samen gespeeld. Hij was zestien, ik negentien. Hij kwam onze kleedkamer binnen en zei:’Ik ben Memphis Depay!’ Grááf. Ik wist meteen: deze gast gaat het maken.’

ROCKY V

Drie dagen voor Kerstmis houden Stallone, Anthony en Bryan de bal hoog in de tuin van het ouderlijke huis. De oudste twee hebben het jaar afgesloten met elk een doelpunt: voor Stallone het derde van het seizoen (zijn assistteller staat op zeven), voor Anthony het vijfde. Pa Antoine heldert het laatste mysterie op: hoe Stallone aan zijn voornaam kwam. ‘In 1989 kwamen we naar België, in 1990 speelde Rocky V in de filmzalen. Ik was onder de indruk van de kracht van het hoofdpersonage Rocky Balboa, gespeeld door Sylvester Stallone. Een jaar later werd mijn eerste zoon geboren. Zijn naam moest kracht uitstralen. Ik wist het meteen.’

Stallone lacht en mikt een bal onder de dakgoot van het tuinhok. ‘Iedereen vindt het een grave naam. Ik ook.’

DOOR JAN HAUSPIE – FOTO’S KOEN BAUTERS

‘Ik maak me geen zorgen om wat er bij Genk is gebeurd. Ik heb er geen verklaring voor, maar die hoef ik ook niet.’ ANTHONY LIMBOMBE

‘Het enige wat mijn ouders blij kan maken, is dat wij het waarmaken. Dat ik op een dag bij een topclub kan spelen. Daar train ik elke dag voor.’ ANTHONY LIMBOMBE

‘Anthony is dezelfde gebleven, maar in Nederland slaagt hij. Waarom? Omdat ze in Nederland beter met zulke jongens om kunnen.’ STALLONE LIMBOMBE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content