Het Franse clubvoetbal wordt momenteel door de provincieploegen gedomineerd. FC Nantes, Lille Olympic Sporting Club en Olympique Lyonnais spelen de Champions League, terwijl PSG en Bordeaux in de Uefacup zitten en Monaco en Marseille zelfs helemaal geen Europees voetbal haalden. LOSC is een van de meest onverwachte deelnemers aan het Europese kampioenenbal. Begin 2000 nog in tweede klasse geraakte het bij de Europese elite via een zege tegen Parma in de derde voorronde.

De club die lange tijd met Cort Roubaix en Racing Lens de top uitmaakte van het Noord-Franse voetbal maar de laatste jaren ter ziele scheen te gaan, werd heropgevist door een aantal jonge zakenmensen. Francis Graille en Luc Dayan boekten succes in de nieuwe technologie en leunen dicht aan bij Canal+ en Visual TV, een bedrijf gespecialiseerd in technische bijstand en toelevering van diensten aan televisiemakers.

Het succes kwam sneller dan verwacht en het oude Grimonprez-Joorisstadion voldeed niet aan de strenge Champions League-eisen. Er werd uitgeweken naar het Felix Bollaertstadion in Lens. In Lens werd in 1998 voor de wereldbeker gevoetbald, het jaar daarop speelde het lokale Racing er de Champions League. Het stadion is modern, perfect uitgerust en kan meer dan 40.000 kijkers herbergen.

Maar de oplossing was er vooral een van politieke aard. Men zou veronderstellen dat LOSC om in Lens te mogen spelen per wedstrijd wel enkele miljoenen zou moeten storten op de rekening van Racing. Wel, dat is helemaal niet het geval : LOSC speelt gratis in Lens. Reden : burgemeesters Aubry van Lille en Delcourt van Lens zijn goeie vriendjes en behoren tot dezelfde politieke partij. Mocht straks Lionel Jospin president worden, dan is Martine Aubry zelfs de voornaamste kandidate om hem als eerste minister op te volgen én krijgt Delcourt een ministerportefeuille in de nieuwe regering.

Martine Aubry is aanwezig op alle Europese wedstrijden van de club. Zij belooft dat LOSC eind 2003 in het vernieuwde Grimonprez-Jooris in een even mooi stadion zal kunnen voetballen als in Felix Bollaert nu.

Het succes van de club, afgezien van de enorme steun van de zakenmensen en de politici, is vooral het werk van de coach en de spelers. De Bosniër Vahid Halilhodzic was twintig jaar geleden Joegoslavisch internationaal, topspeler bij Velez Mostar en verscheidene Franse clubs. Hij heeft met jongens, opgeleid door de club zoals de broers Cheyrou, stopper Pascal Cygan (een verbeterde versie van Jaap Stam), Boutoille, Landrin, Hammadou, Delpierre en de stormram Bakari, zijn elftal gevormd en gekneed. Om de Champions League te spelen, kwam er niet veel potentieel bij. De Marokkaan Bassir van La Coruña, Olufade van Lokeren en Tafforeau van Caen.

En zoals vroeger, met Erwin Vandenbergh en Filip Desmet, heeft LOSC ook nu weer een Belgisch tintje. De team manager is ene Stéphane Pauwels, schoonzoon van de ex-doelman en nu keeperstrainer van Moeskroen Didier Vanden Abeele. Pauwels was zelf ook een tijdje actief bestuurslid bij Moeskroen, maar kon niet aarden onder het monarchaal ( sic) beleid van voorzitter Detremmerie. Hij trok naar LOSC toen de van Kortrijk overgewaaide Gino Gylain al zijn prerogatieven bij Moeskroen overnam. Pauwels heeft zijn beslissing nog geen ogenblik betreurd. Want als er in de grensstreek over voetbal wordt gesproken, dan heeft men het nu weer over LOSC, niet meer over Excelsior Moeskroen.

door Mick Michels

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content