Bij ons zal de naam van Luka Peruzovic (63) altijd verbonden zijn aan die van Sporting. In de eerste plaats Sporting Anderlecht, waar hij in 1980 belandde, vanuit Hajduk Split. In het Astridpark was hij zowel speler (1980-1986) als coach (1992-1993). En ook die van Sporting Charleroi, waar hij voor het eerst van het trainerschap proefde in het seizoen 1991/92 om er later terug te keren van 1995 tot 1997 en eventjes in 2011. Bij de Carolo’s zette hij ook zijn laatste stappen in de voetbalwereld, in 2012 als sportief directeur en in 2013 als technisch adviseur.

Sinds Felice Mazzu neerstreek op Mambourg en hij er vertrok, keerde Luka Peruzovic niet meer terug naar het voetbalwereldje, hoewel hij nooit iets anders gekend heeft sinds hij in 1969 debuteerde in het eerste elftal van de enige club waarvoor hij in Kroatië ooit voetbalde. Dat is bijna een halve eeuw voetbal. “Nu beleef ik de sport via mijn kleinkinderen”, zegt hij. “Bruno, de oudste van mijn dochter Tonia, is zeven en speelt als aanvaller bij de U8 van Waterloo. Ik ga bij wijze van spreken elke dag kijken. Voor Luka (9) en Marko (5), de jongens van mijn zoon Luka, ligt dat anders. Zij wonen in Split en spelen bij de jeugd van Hajduk, maar ik zie hen alleen in actie wanneer ik er op bezoek ga.

“Met het vorderen van de leeftijd mis ik mijn vaderland soms”, gaat hij verder. “Ik zou wel willen terugkeren, maar mijn echtgenote is daar niet zo voor te vinden. We wonen ondertussen 35 jaar in België, hebben hier veel vrienden en sinds kort ook een vierde kleinkind, Nicolas, die nu zes maanden is. Zoals alle moeders is mijn vrouw natuurlijk erg gehecht aan haar dochter en kleinkinderen. In 1999 werd ze getroffen door een beroerte, ze werd hier altijd goed verzorgd en vreest dat het in Kroatië anders zou zijn. Ik kan dat begrijpen. Ook voor ons is Kroatië meer een vakantiebestemming geworden.”

Niettemin zal Peruzovic er binnenkort een plaats krijgen in het pantheon van de sport. “De voetbalbond wil een voetbalmuseum inrichten”, vertelt hij. “Aan alle oud-internationals werd gevraagd om een of ander souvenir op te sturen. Aangezien ik in 1983 met Anderlecht de UEFA Cup won, heb ik een foto verzonden waarop ik te zien ben tijdens de kwartfinale dat jaar, in duel met de Argentijn Mario Kempes van Valencia. In dezelfde enveloppe heb ik nog een ander beeld gestopt uit mijn paars-witte jaren: een foto waarop ik poseer aan de zijde van Diego Maradona, voor een wedstrijd ter gelegenheid van de 75e verjaardag van Sporting.”

Peruzovic kreeg als trainer de bijnaam ‘de fluwelen snor’, in tegenstelling tot zijn voorganger Aad de Mos, ‘de ijzeren snor’. Aan die tijd heeft hij één echte vriend overgehouden: Stéphane Demol. “We zijn altijd uitstekend overeengekomen”, zegt hij. “Toen ik in 1986 wegging bij Anderlecht om mijn carrière af te sluiten bij Hajduk, heeft Stef mijn auto overgekocht, een BMW 525. Toen hij later papa werd, heeft hij zijn zoontje Luka genoemd, als eerbetoon aan mij. En zo zullen er nog wel Luka’s rondlopen…”

DOOR BRUNO GOVERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content