Mocht Real Madrid zaterdag de CL-finale tegen Chelsea spelen, dan was de winnaar op voorhand al bekend. Heel wat spelers bij de Koninklijke willen immers maar wat graag de scalp van hun ex-coach. Of hoe de geest van Mourinho nog altijd rondwaart in de Spaanse hoofdstad.

Waarom ik een boek over José Mourinho geschreven heb?” Diego Torres blaast zijn kaken bol, doorploegt met beide handen zijn grijzende haardos en staart naar het glas Estrella Damm, een verkwikkend Spaans biertje, dat voor hem op een wankel tafeltje staat. Op het terras van het café onder aan het appartementsblok waar hij woont – op een boogscheut van het Bernabéustadion – is er verder niemand te bekennen. De stilte die de 42-jarige journalist van El País laat vallen, wordt alleen onderbroken door het getsjilp van vogels in het aanpalende parkje. De woelige 1 meibetogingen in het centrum van Madrid zijn ver weg.

Diego Torres neemt een slok van zijn pint en steekt, zorgvuldig zijn woorden wikkend, van wal: “Ik had veel informatie over Mourinho. En die informatie was niet alledaags. Ze strookte niet met het beeld dat van de coach bestond. Je moet weten: aan de komst van Mourinho naar Real Madrid ging een heuse propagandacampagne vooraf. Ik denk niet dat er ooit zo veel publiciteit gevoerd is rond een voetbaltrainer. Het ging erom op een haast routineuze manier een aantal basisideeën, zeg maar clichés, over Mourinho te verspreiden: een visionaire coach, een trainer met wie je automatisch resultaten boekt, een charismatisch man die een voetballer boven zichzelf kan laten uitstijgen, en een door zijn spelers op handen gedragen leider. De volledige Europese pers, en zeker hier in Spanje, schreef zo over hem.

“Na een aantal maanden in Madrid kwam mij echter informatie ter ore die haaks stond op het beeld dat van Mourinho bestaat en dat hij zelf zo zorgvuldig heeft opgebouwd. Wat ik wou bereiken met het boek (getiteld ‘Prepárense para perder’Maak jullie klaar om te verliezen, nvdr) was niet om dat imago af te breken, maar om een andere kant van Mourinho te laten zien. En het is waar: er staat niet veel positiefs over hem in het boek, maar in de Sahara vind je ook moeilijk water. De periode 2010-2013 was gewoon een zwarte episode in de geschiedenis van Real Madrid. Er zijn dingen gebeurd die ik niet beschreven heb in het boek en die ik ook niet ga vertellen omdat ze te erg zijn. Beschamend? Erger. Maar dat alles heeft me wel aan het denken gezet en heeft me overtuigd om het boek te schrijven.”

Het masker van de rebel

José Mourinho stond aan de rand van het veld, hield een hand voor zijn mond om liplezers te slim af te zijn, richtte zich tot de linkerflankaanvaller van Levante en beledigde hem.

We schrijven 25 september 2010, ongeveer 20.30 uur. Real Madrid speelde zijn vijfde wedstrijd van het seizoen. De linkerflankaanvaller van Levante heette Asier del Horno en hij stond klaar om in te gooien. Terwijl hij de bal in zijn handen hield, hoorden ze vanop de bezoekende bank dat Mourinho een vernederende woordenvloed over hem uitstortte waarbij hij refereerde aan zijn privéleven.

Del Horno probeerde het te negeren, maar gedurende de hele wedstrijd zocht de trainer hem. Iedereen op de bank van Real Madrid kon het duidelijk horen. Gezeten op enkele meters van de scène waren de spelers enerzijds perplex en anderzijds beschaamd. Ze konden niet geloven dat de trainer in staat was om een voetballer met zo veel overgave de grond in te boren.

Die avond, in het stadion van Levante, begon het de Realspelers te dagen dat de machtigste man van de club, de man van wie ze professioneel zouden afhangen de komende jaren, een mysterieus en chaotisch kantje had. Iets dat hem over de schreef deed gaan. Granero, Mateos, Dudek, Pedro León, Lassana Diarra en Benzema zaten elkaar in de dug-out verbijsterd aan te kijken. De tegenstander zo provoceren, dat hadden ze nog nooit meegemaakt.

(uit Prepárense para perder van Diego Torres)

De Spaans-Argentijnse journalist gaat verder: “Tot de komst van Mourinho had ik het voetbal altijd op een vrij naïeve manier beleefd. Ik kende de voetbalindustrie niet zo goed. Wat ik bijvoorbeeld hallucinant vond, was de manier waarop Mourinho de voetballers beschermde uit de stal van zijn eigen makelaar Jorge Mendes. Hoe hij het team vulde met spelers die een link hadden met Mendes (o.a. Cristiano Ronaldo, Pepe, Fabio Coentrão, Angel Di María…, nvdr) en hoe hij de anderen liet vallen als bakstenen. Met het verstrijken van de maanden werd dat steeds duidelijker, de bewijzen daarvan kon je zien op het veld.

“Bovendien was het tijdens het eerste seizoen van Mourinho bij Real alsof Mendes op Valdebebas (het trainingscentrum van de Koninklijke, nvdr) woonde. Hij at er met de spelers, had er zijn kantoor en ontving er zelfs mensen. Of Florentino Pérez daarmee akkoord ging? De voorzitter wilde vooral dat Mourinho zich op zijn gemak voelde. Pérez had een mix van angst, minachting en bewondering voor de Portugese coach. Hij wilde vooral een trainer die de kleedkamer managede en met harde hand optrad als het moest. Hij wilde ook een coach die hem uit de wind zette als hij zelf een fout gemaakt had. Dat deed Mourinho.

“Ter illustratie: de voorzitter contracteert een speler met de naam Asier Illarramendi. De marktwaarde van Illarramendi is 20 miljoen euro, maar Pérez betaalt 40 miljoen. Het probleem is dat die jongen geen 20 miljoen waard is, zelfs geen 10. Hij is geen voetballer voor Real Madrid. Wat verwacht Florentino Pérez dan van een coach? Dat hij Illarramendi opstelt. Champions Leaguefinale? Illarramendi moet spelen, ook al heeft hij het niveau van Getafe en ook al zitten er betere spelers in de kern van Real Madrid. Want als jij als trainer Illarramendi op de bank zet en Luka Modric opstelt, dan zet je mij als voorzitter voor schut. En dan beschadig je de club, want ik, Florentino Pérez, bén de club. (stilte)

“Mourinho deed zulke dingen, hij zou Illarramendi opgesteld hebben. Hij staat altijd aan de kant van de machthebber, ook al draagt hij het masker van de rebel. Mourinho weet hoe hij dingen gedaan krijgt van iemand. Carlo Ancelotti zet Illarramendi gewoon op de bank, hij zet Isco (30 miljoen euro, nvdr) op de bank. Daarom heeft Pérez hem niet graag en wil hij hem straks laten opvolgen door Zinédine Zidane. Maar dat is niet zo eenvoudig. Want mocht Real Madrid de Champions League winnen, hoe ga je dan uitleggen aan de socios dat Ancelotti weg moet? De supporters zijn blij met de coach. En de voorzitter, of hij nu wil of niet, moet meesurfen op die golf van populariteit.

“Pérez had gedacht dat Ancelotti hem zou gehoorzamen, maar de Italiaan doet dat soms gewoon niet. Als Ancelotti Illarramendi straks opstelt in de finale van de Champions League, zullen de andere spelers hem aanklampen: ‘Waar ben je mee bezig? Zie je niet dat Illarra niet goed genoeg is?’ De coach beseft wel dat bepaalde dingen die de voorzitter hem vraagt, absurd zijn. Dus zegt hij bij zichzelf: een aantal eisen van Pérez ga ik inwilligen, andere dan weer niet. Zo beschermt Ancelotti op vraag van de voorzitter Gareth Bale, hoewel hij zelf een voorkeur heeft voor Jesé, die midden maart geblesseerd uitviel. Sindsdien speelt Bale altijd.”

Het hoofd van Fábregas

Casillas besloot naar Xavi en Puyol te bellen om zich te verontschuldigen voor alles wat er de afgelopen maanden gebeurd was. Hij vroeg hen vergiffenis en gaf toe dat hij zich vergist had. Bovendien maakte hij zijn telefoongesprekken bekend aan de pers en zo was het geen geheim meer hoe hij over de zaken dacht. Het was een weloverwogen beslissing waar toch een flinke dosis moed voor nodig was. Want hoe vaak was het al gebeurd dat een gigant uit het voetbal publiekelijk vergiffenis had gevraagd? Het initiatief van de keeper schoot zowel bij Mourinho als bij Pérez in het verkeerde keelgat. De trainer beschouwde het als verraad ten opzichte van de ploeg en als een onvergeeflijke ontkenning van zijn principes. Was de relatie tussen de kapitein en de coach tot dan stroef, dan zou ze vanaf dat moment afglijden naar een langgerekte schermutseling.

(uit Prepárense para perder)

Real Madrid speelde dit seizoen met Diego López in doel in de competitie. In de Copa del Rey en de Champions League verdedigde Iker Casillas de netten. Vanwaar die keuze voor twee keepers? Diego Torres neemt nog een slok van zijn biertje en legt uit: “Ancelotti wilde niet met twee doelmannen spelen, maar in de verbeelding van Florentino Pérez was Casillas de man die zich tegen Mourinho gekeerd had. En Mourinho was het project van Pérez. Ingaan tegen de trainer was dus ook ingaan tegen de voorzitter. Toen er afgelopen zomer dan een nieuwe coach gezocht werd, kreeg die een aantal eisen opgelegd. Een van die eisen was: Casillas op de bank zetten. Ancelotti tekent het contract, komt hier toe en stelt vast: Casillas is een verdomd goeie keeper. Maar de competitie begint en hij stelt hem niet op, zoals overeengekomen. Bij de eerste Champions Leaguewedstrijd stapt de Italiaan toch naar de voorzitter en zegt: ‘Laat ons Casillas opstellen in de Champions League, want anders begrijpen de andere spelers er niks meer van. Bovendien vermijden we zo dat hij weggaat: als hij nu met ons Europees speelt, kan hij bij een eventuele transfer in januari niet meer Europees spelen bij zijn nieuwe club.’ Zo gaat dat dus bij Real Madrid…

“Het zou voor Ancelotti veel gemakkelijker geweest zijn, mocht Florentino een echt goeie doelman gekocht hebben. Diego López is oké, maar vergeet niet dat hij bij FC Sevilla op de bank zat en dat hij met Villarreal naar tweede klasse zakte. Het kwam allemaal erg vreemd over en veel mensen begrepen er niets van. Als je de mythe-Casillas wil vernietigen, haal dan een andere grote keeper. Nu klonk de theorie dat Casillas niet in vorm was en dat het een beslissing van de technische staf was, niet erg aannemelijk.

“Of Casillas na dit seizoen zal vertrekken? Dat is mogelijk, maar onwaarschijnlijk. Iker is een heel conservatieve jongen, zijn familie woont in Madrid, hij heeft het hier naar zijn zin. Volgens mij zit Florentino Pérez op het vertrek van Casillas te wachten, maar zal hij hem zelf nooit buitengooien. Ondertussen zal hij er wel voor zorgen dat Casillas nooit meer de onbetwistbare nummer een is bij Real.

“Het ongenoegen van Pérez over Casillas is dus ontstaan ten tijde van Mourinho. Nu, ik heb heel rebelse voetballers gekend die op een agressieve manier hun ideeën opdrongen aan de groep, voor de neus van de trainer: Fernando Hierro, Raúl, Stefan Effenberg, Oliver Kahn… Met zulke types kon je beter niet sollen, want dan was het oorlog. Casillas is niet zo, hij is een rustige jongen. Maar op een bepaald moment was hij het beu om conflicten uit te lokken met de spelers van Barcelona, omdat dat bij de nationale ploeg voor verdeeldheid zorgde. Nochtans was Iker samen met Xavi, Carles Puyol, Gerard Piqué, Sergio Busquets en co wereldkampioen geworden in 2010. Maar Mourinho kwam en hij zei: ‘Die gasten van Barcelona pakken jullie prestige af. Ze zijn geen vrienden, maar vijanden. Geef hen geen hand meer, pak hen hard aan. De scheidsrechters zullen altijd in hun voordeel fluiten, want ze hebben hen omgekocht. Ook de pers zit in hun zak. Kortom, zij hebben de macht en jullie zijn hun slaven.’ Dat was het discours van Mourinho. Het maakte dat de wedstrijden tussen Barcelona en Real altijd heel intens waren.

“En dan komt de match om de supercup in augustus 2011. Marcelo tackelt Cesc Fábregas aan de zijlijn. Die stort ter aarde. Rode kaart voor Marcelo. Casillas is in alle staten, steekt als een bezetene het veld over en roept: ‘Kijk eens naar die komediant! Hij doet alsof!’ Mourinho vroeg namelijk aan zijn spelers om altijd druk te zetten op de scheidsrechter, want, zo zei hij, die van Barça zijn acteurs. Casillas komt neus aan neus te staan met Xavi en met Puyol. Ondertussen gaat Mourinho ongemerkt wat dichter bij Fábregas staan, die nog steeds op de grond ligt, en tikt hij hem met zijn voet tegen het hoofd. Dat voorval kun je bekijken op YouTube. Daarna volgt ook nog het fameuze incident met Tito Vilanova

“Wanneer Casillas thuiskomt in Madrid, bekijkt hij de beelden op tv. Hij ziet dat de tackle van Marcelo er niet naast is en dat Fábregas dus zeker geen komedie speelt. Hij ziet dat Mourinho Cesc aantrapt. Hij ziet dat de coach zijn vinger in het oog van Tito plant. Hij ziet zichzelf tekeergaan tegen zijn vrienden van de nationale ploeg. Op dat moment zegt hij bij zichzelf: dit is zo stom, zo zinloos. En het gebeurt allemaal omdat het ons opgedragen wordt door een kerel die er uiteindelijk alleen maar op uit is om zijn eigen belangen te verdedigen. Hij schudt met zijn hoofd, neemt zijn telefoon en belt naar Xavi.”

Sterven voor de trainer

Wanneer de veiligheidsagenten de poorten van Valdebebas sloten en de journalisten vertrokken waren, voltrok zich vaak een routine die het personeel van het trainingscentrum hoogst verwonderlijk leek. (…) Mourinho trok zijn shirt uit, pronkte met zijn blote torso en wandelde weg van het veld waar de ploeg verder bleef trainen onder de supervisie van Karanka en Rui Faria. Hij kuierde dan in zijn eentje naar een aanpalend terrein. Daar stopte hij, legde zijn shirt op de grasmat, ging zitten of liggen, en koesterde zich in de zon. De meeste voetballers deden alsof het hen niet kon schelen en trainden verder. De enige die hem erop durfde aan te spreken, was de Nederlander Royston Drenthe.

‘Maar mister, wat doet u nu?’

Waarop Mourinho zei: ‘Ik vind dat ik er wat bleekjes uitzie.’

(uit Prepárense para perder)

Diego Torres: “Veel spelers van Real hadden gehoopt op een Champions Leaguefinale tegen Chelsea. Dat zou een heel emotionele en hitsige match geworden zijn, maar ik weet niet of het goed geweest zou zijn voor het voetbal. Vooral Iker Casillas, Pepe, Sergio Ramos en Cristiano Ronaldo waren uit op wraak. Die vier spelers hadden een idee-fixe: komaf maken met de mythe dat Mourinho belangrijker was dan zij, met de mythe dat zij faalden en hij nooit, met de mythe dat zij zonder zijn leiderschap niks voorstelden. Ze waren er zeker van dat ze zouden winnen tegen Chelsea. Trouwens, in de voorbereiding op afgelopen seizoen voetbalde Real vriendschappelijk tegen de Blues in Miami. In de spelerstunnel vlogen de scheldwoorden heen en weer. Van Realspelers naar Mourinho en vice versa. Pijnlijk. De Koninklijke was trouwens superieur in die wedstrijd (en won met 3-1 met twee doelpunten van CR7, nvdr).

“Of er nog spelers bij Real waren die achter Mourinho stonden? Ja, Xabi Alonso, Alvaro Arbeloa, Fabio Coentrão en Angel Di María. Alonso is een intelligente kerel, maar hij associeert zich graag met de man die het voor het zeggen heeft. Zoals Martin Heidegger, de Duitse filosoof die nazi was. Dat was ook een verstandige mens, maar hij voelde een bepaalde verwantschap met Adolf Hitler. Om maar te zeggen: de macht brengt ons allemaal in verleiding… (glimlacht)

“Je kunt stellen dat Mourinho bij Real Madrid de magie verloor die hij had bij FC Porto, Chelsea en Inter. Die magie lijkt nu in het bezit te zijn van andere, jongere coaches: Diego Simeone, Jürgen Klopp… Hun spelers willen sterven voor hen. Je kunt nu eenmaal niet bij een club aankomen en onmiddellijk van je team eisen: sterf voor mij. En dat is exact wat Mourinho bij Real deed.”

DOOR STEVE VAN HERPE IN MADRID – BEELDEN: BELGAIMAGE

“De periode-Mourinho was een zwarte episode in de geschiedenis van Real Madrid.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content