“Zaterdag deel ik duizend fluitjes uit aan de supporters zodat ze onze spelers kunnen uitfluiten !” “Vrijdag, stipt om middernacht, geef ik tien namen van spelers die hun ontslag krijgen !” “Ik had ze de Noordzee in moeten smijten !” Het zijn stuk voor stuk straffe uitspraken van FC-Brusselsvoorzitter Johan Vermeersch, daags na de pijnlijke nederlaag in de degradatietopper tegen KV Oostende anderhalve week geleden. Niets van dat alles zaterdagavond omstreeks acht uur wanneer de spelers in het Edmond Machtensstadion het veld betreden. Op het scheidsrechtersblad nog steeds zestien bekende namen, in de tribunes geen duizend fluitjes te bespeuren en de Noordzee is nog altijd voetbalvrij. Meer zelfs, de zo opgejaagde spelersgroep van FC Brussels kreeg Vermeersch pas om 17 uur op de dag van de wedstrijd tegen Lierse te zien. In de hele voorafgaande turbulente week was de voorzitter overigens nergens in het stadion te bespeuren geweest.

Alan Haydock, kapitein van de ploeg, relativeert de grootspraak van zijn voorzitter. “Ach, ik was ook een beetje verrast door de hevigheid van zijn uitspraken, maar je moet die eigenlijk binnen zijn personage kaderen”, weet Haydock. “Wij hebben Vermeersch inderdaad pas vlak voor de wedstrijd voor het eerst gezien sinds het accident de parcours in Oostende. Hij sprak de groep op een rustige manier toe.” Niettemin is het een eigenaardige daad van een clubvoorzitter om zijn ploeg openlijk aan te vallen zonder dat hij daar intern enige verduidelijking bij verschaft.

Of onderschatten we de Machiavelli in Johan Vermeersch en had hij met die oorlogsverklaringen een psychologische meesterzet in gedachten ? Ongetwijfeld trachtte hij met zijn scherpe kritiek een even scherpe reactie van zijn spelers te bekomen, maar feit is dat daardoor gasten als Christ Bruno, Werry Sels of Fritz Emeran – nochtans stuk voor stuk technisch behoorlijke voetballers – met knikkende knieën aan de aftrap verschenen in een alweer levensbelangrijk degradatieduel. Passes van twee meter kwamen niet aan, werden te hard of te zacht ingegeven, wat dikwijls wijst op gespannen zenuwen. Een nogal vreemde psychologische en inconsequente redenering dus van een voorzitter die zijn vorige trainer, Emilio Ferrera, buitengooide omdat die “te veel druk op de spelers legde, waardoor die verkrampt speelden.”

Was het Vermeersch die zaterdagavond klokslag 21.45 uur zijn gelijk haalde met de o zo belangrijke 3-2-zege van een vooral in de tweede helft vechtlustig Brussels tegen een slap Lierse ? Neen. De man mag op zijn blote knieën gaan zitten dat hij in zijn ploeg een leider als Alan Haydock heeft rondlopen. Iemand die zijn spelers aanvuurt, iemand die het vuile werk opknapt – Marius Mitu schaduwen en hem uit de match houden ! – iemand die de ontevreden supporters via een officiële mededeling op de website van FC Brussels toespreekt en hen daarbij uitlegt dat hij hun protestactie begrijpt (de eerste tien minuten tegen Lierse bleef het vak van de vaste supporters leeg), iemand die ook zijn ploegmaats kalmeert waar nodig. Dat Brussels de week voordien in Oostende tot woede van de onbegrijpende fans en voorzitter zo mak voor de dag kwam, was géén toeval : Haydock zat toen een schorsingsdag uit.

Dankzij de drie punten tegen Lierse komt FC Brussels weer van de laatste plaats weg en staat het op een ‘veilige’ zestiende stek. Er brandt weer wat licht in het Machtensstadion.

M.S.

Vermeersch mag op zijn blote knieën gaan zitten dat hij in zijn ploeg een leider als Alan Haydock heeft rondlopen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content