Erik Gerets, een van onze meest gelauwerde voetballers en trainer met aanzien in het buitenland, is de laatste weken plots en onverwacht bij PSV Eindhoven in diskrediet gebracht. De spelers zouden, volgens kapitein Mark Van Bommel, op de Limburger zijn uitgekeken. “De chemie is tussen een aantal dragende spelers en Gerets uitgewerkt”, zo werd met een typisch Nederlandse zegswijze de situatie bij de club uiteengezet.

Onze landgenoot heeft op die aantijgingen op zijn gekende, strijdvaardige manier gereageerd : “Ik en niemand anders zal ook in de komende maanden en jaren voor de ploeg staan.” Gerets ondertekende immers onlangs bij voorzitter Harry van Raaij een in tijd ongelimiteerd contract. Erik Gerets, die zijn waarde als mentor niet alleen bij teamcoaching heeft bewezen maar enkele maanden geleden de club ook uit een precaire situatie redde toen hij, samen met keeper Waterreus, een stel oproerende supporters in bedwang hield en zo de club behoedde voor een mogelijke schorsing in de Champions League, blijft echter zoals alle trainers afhankelijk van het wispelturige humeur van zijn spelers. Als hij het met uitslagen redt, dan zal hij de tijdbom die boven zijn hoofd hangt, tijdelijk kunnen onschadelijk maken. Anders wordt hij het zoveelste slachtoffer van de steeds maar toenemende macht van de spelers.

Dat heeft ook David O’Leary van Leeds United moeten ervaren. Toen Jonathan Woodgate en David Bowyer er vrij goedkoop van afkwamen in een proces waar zij ter verantwoording werden geroepen voor het afranselen van een Aziatische student, werd O’Leary tegengekant door het bestuur omdat hij beide spelers een zware boete wou opleggen. Bowyer weigerde die te betalen, werd door O’Leary op de transferlijst geplaatst, maar kreeg in plaats daarvan een contractverlenging aangeboden. Leeds voorzitter Peter Ridsdale verantwoordde zijn houding door de schuld van het incident met Bowyer en Woodgate toe te schrijven aan de drinking habits van de Engelse profvoetballers.

Een andere voetballer die niet ophoudt met over zich te laten spreken en alleen doet waar hij zelf zin in heeft, is Nicolas Anelka. Hij is nauwelijks 22 jaar oud en, met zijn recente transfer op huurbasis van Paris St.-Germain naar Liverpool, al aan zijn vierde topclub toe. Product van het Franse opleidingscentrum in Clairefontaine, werd hij als 17-jarige letterlijk ontvoerd door Arsène Wenger ten bate van Arsenal bij PSG, want kostprijs slechts 750.000 euro.

Anelka speelde er enkele goeie matchen, intussen ook met de Franse nationale ploeg, maar zijn onstabiel karakter bracht hem in onmin met de stad Londen en met zijn ploegmaats, die hij verweet hem niet snel genoeg de bal toe te spelen. Real Madrid, waar geld geen probleem is, nam hem voor 33 miljoen euro over. Om dezelfde redenen als bij Arsenal maakte hij zich spoedig in Madrid onuitstaanbaar, was weken onvindbaar, kreeg een schorsing van anderhalve maand, speelde en scoorde uiteindelijk toch een paar doelpunten, maar werd voor de helft van zijn hoogste waarde weer naar PSG verkast. Daar was hij vaak slechts invaller, al scoorde hij in totaal toch 10 keer in 40 matchen.

Gérard Houiller, die hem als jeugdinternational alleen opstelde als Henry of Trezeguet onbeschikbaar waren, heeft hem nu ingelijfd als alternatief voor de naar Leeds vertrokken Robbie Fowler. We zijn benieuwd hoe lang hij op Anfield Road zal blijven en of zijn eerste bui hem ook daar ongenietbaar zal maken.

door Mick Michels

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content