Na het vacuüm dat ontstond aan de top bij de Pro League zoekt nu ook de Belgische voetbalbond naar nieuwe leiders. Achtergronden bij een machtsgreep.

Speelde onvoldoende economische achtergrond Steven Martens parten? Wellicht wel. Profiteerde hij van een niet zo daadkrachtig optreden van de mensen die hem moesten controleren? Allicht ook. Deed hij veel goeds voor het Belgische voetbal? Zeer zeker. Maar te weinig oog voor de kerntaak van de KBVB heeft de CEO ongetwijfeld ook genekt. In zijn spoor sleurt hij straks ook bondsvoorzitter François De Keersmaeker mee. Ambitieuzer dan iedereen bij zijn aanstelling kon vermoeden, klampte de Mechelaar zich op een pijnlijke manier vast aan de macht en de internationale uitstraling toen interne dossiers en cijfers de voorbije week langs deuren en vensters allemaal op straat belandden.

Het deed ons terugdenken aan de periode van Alain Courtois in de tweede helft van de jaren negentig. Ook toen belandden dossiers op straat, op het moment dat Courtois in Eindhoven EURO 2000 op poten hielp zetten en ze in Brussel van hem af wilden. Courtois barstte van de ideeën, maar was in die dagen niet de meest secure manager. Martens was dat evenmin. Michel D’Hooghe, destijds door de profclubs op de stoel van voorzitter gestemd, mocht toen blijven. De Keersmaeker probeerde dat nu ook. Van de profclubs, die Martens lieten vallen, mocht dat – uit medelijden. Tot juni. In plaats van deemoedig het hoofd te buigen en aan te voelen dat het voorbij was, zei De Keersmaeker ook daarna nog door te willen gaan. De verzamelde voetballeiders verslikten zich in hun koffie. Emotionele intelligentie is een deugd.

Maar wordt het nu business as usual binnen de KBVB? Allerminst.

Vijftien jaar geleden, na de vorige paleisrevolutie, was dat wél zo. Het duo D’Hooghe (weg in 2001)-Courtois (weg in 2002) werd opgevolgd door interim-figuren. Onder Jan Peeters – zeer beminnelijk man – en Jean-Paul Houben, een kracht die meer dan veertig jaar voor de KBVB werkte, miste het Belgische voetbal compleet de modernisering na de eeuwwisseling. Plannen genoeg, maar veranderen deed er weinig. De amateurs waren blij met hun zitjes en hun macht, en de profclubs, ach… Binnen het Uitvoerend Comité, het hoogste overlegorgaan, hadden ze geen meerderheid… De Pro League leek al blij als het televisiecontract om de drie jaar wat vetter was. Veranderen lukte toch niet, tenzij in details. Michel D’Hooghe voerde het betaald bondsvoorzitterschap in en professionaliseerde in die zin de functie. En een van de legaten van Jean-Marie Philips, vier jaar aan de slag als secretaris-generaal en eerder CEO van de profclubs, was naast een gedegen juridische achtergrondkennis, de bonuscultuur. Een goed onderhandeld televisiecontract leverde de CEO zelf ook een extraatje op.

Quick win

In die context deed Steven Martens in 2011 zijn intrede. Vijf (!) jaar na François De Keersmaeker, die verder borduurde op zijn voorganger Peeters. De facto was De Keersmaeker verkozen door de amateurclubs – Franstalig en Nederlandstalig. Martens had het in 2011 nipt gehaald van ex-scheidsrechter Paul Allaerts, die bij Dexia zijn sporen had verdiend en na de bankchaos zijn leven verder wilde uitbouwen in het voetbal. De verliezer werd opgevist als directeur.

Anders dan zijn voorgangers deed Martens wél dingen bewegen. Zijn corebusiness, zei hij op een van de eerste vergaderingen van het nieuwe directiecomité, was de hervorming van de KBVB. Maar sexy is dat niet, dus had hij wat quick wins nodig.

Die vond hij bij het uithangbord van de KVBV, de Rode Duivels. Daar stond een generatie klaar om de wereld te veroveren. Martens sprong op de kar van hun talent, gestimuleerd door wat jonge hongerige leeuwen met wie hij zich omringde: Bob Madou, Tom Borgions en Filip Van Doorslaer. Een sterk team dat bruiste van ideeën. Met Allaerts erbij, vier nieuwe directeurs. Managers, die verloond wilden worden op een moderne manier. Het was in die dagen dat een oude rot als Herman Wijnants uit het renumeratiecomité, dat lonen en contracten moest vastleggen, stapte. Een teken dat niet iedereen akkoord ging. De Keersmaeker en anderen knikten dat het wél goed was.

De buitenwereld genoot. Voor het EK in 2012 wisten de Belgen zich niet te plaatsen, maar in Oostenrijk ontdekte de sportwereld plots de Red Devils als merk. Gestuurd van buitenaf, het communicatiebudget ging in één ruk van 25.000 euro naar 600.000 euro. Het leverde zelfs een prijs op, medio 2013: een bronzen Effie award. Boondoggle werd een begrip in voetballand. Toen België zich plaatste voor Brazilië werd het helemaal te gek.

Intern sluimerde dan al protest, zeker toen een jaar voor Brazilië, tijdens de oefenstage in de VS, op het thuisfront zware kritiek kwam op de plannen van de KBVB om te participeren in een nationaal stadion. Een cadeau voor Anderlecht, was de perceptie. Bij de profclubs werden ze gek, Martens was zijn corebusiness – de hervorming van de KBVB en de hulp aan de basis – uit het oog aan het verliezen.

Zijn fout? Hij stuurde niet bij. Mee surfend op de droom van Michel Platini om het EK in 2020 in heel Europa te organiseren – ging het van quick win naar quick win. Toen de kritiek niet verstomde, deed Martens wél wat. Er werd geknipt in de bondstaksen, zowel bij de amateurclubs als in het betaald voetbal. Maar andere kritiek legde hij naast zich neer. Moest er nog een extra reclamecampagne komen? Werd er niet beter een spaarpotje opgebouwd? Neen, besliste de CEO. En toen vertilde de bond zich aan Brazilië. Marc Wilmots toonde zich een sterke bondscoach, en verkreeg veel. Michel Preud’homme is dat als clubcoach ook in Brugge, maar af en toe fluiten ze hem daar wel terug, Club gaat niet elke week naar La Reserve op afzondering. Bij de profclubs leefde het gevoel dat Wilmots in Brussel wél alles gedaan kreeg.

Daarnaast ging de bond zich in Brazilië aan organisaties bezondigen die niet tot zijn kerntaak behoorden: camping, spelersvrouwenhotel, vliegtrips,… Twaalf jaar afwezigheid op het hoogste niveau hadden hun tol geëist. De KBVB was niet klaar voor Brazilië.

Het kostte Martens vorige week als eindverantwoordelijke zijn kop. Net zoals, de parallellen blijven, vijftien jaar geleden ook EURO 2000 uiteindelijk in het nadeel van de toenmalige top uitdraaide. Ook toen was de bestemming van geld inzet van veel discussie. D’Hooghe en Courtois beslisten het in een eigen opleidingscentrum in Tubeke te stoppen. Vijftien jaar later weet amper iemand hoe dat moet worden gerund.

Profilering

En nu, wordt het na het ontslag van Martens weer business as usual?

Neen. Er is geïnvesteerd in informatica, er is een vernieuwd organigram met een raad van bestuur die de macht van het Uitvoerend Comité (het parlement) heeft ingeperkt. En er is vorige week een opvallende coalitie gevormd, tussen Waalse amateurclubs en de profclubs. De Vlaamse amateurs, die tot het einde De Keersmaeker bleven steunen, moesten incasseren. Woensdag belde Joseph Allijns nog naar Gilbert Timmermans, vertegenwoordiger van de Vlaamse amateurs, met de vraag of hij samen met Gérard Linard, voorzitter van de Waalse vleugel, in afwachting van een nieuwe CEO de werking van de vier directeurs wilde superviseren. Vrijdag was daar plots geen sprake meer van. Waalse vleugel en profclubs hebben, tenzij er de komende maanden wat verandert, een stembusakkoord voor juni. De Keersmaeker kan het schudden.

Nu is het aan de namen om zich te manifesteren. Als kandidaat-CEO kijkt iedereen naar Paul Allaerts; Bob Madou heeft geen steun, de anderen zijn prille dertigers. Krijgt de discrete Allaerts voldoende steun, dan wordt hij de opvolger van Martens, anders komt er een buitenstaander. Daarin zal de nieuwe voorzitter ongetwijfeld zeggenschap hebben.

De profclubs willen in juni het voorzitterschap van de KBVB. Dat is belangrijk omdat de raad van bestuur, die de facto de bond runt, paritair is samengesteld: vier vertegenwoordigers van de profclubs, vier van de amateurs. Bij gelijkheid van stemmen beslist de voorzitter. Twee mannen profileerden zich voor die job: Joseph Allijns (KV Kortrijk) en Johan Timmermans (KV Mechelen). Allijns heeft de steun van Club, maar belangrijk(er) is hoe Anderlecht zich de komende maanden profileert in de wandelgangen. Het mandaat van Philippe Collin (in juli 69), voorzitter van de Technische Commissie, loopt af. Acht Anderlecht de tijd rijp voor een opvolger (Michael Verschueren of Herman Van Holsbeeck) of wacht het nog wat? De leeftijdslimiet ligt op 75 Collin kan dus nog door.

Moeten de amateurclubs zich zorgen maken, dat de profclubs de gouden kip – de nationale ploeg – willen binnenhalen en hen in de kou gaan laten? Neen. De profclubs willen de geldstromen die ‘de zeventiende ploeg’genereert beter controleren, maar niet alleen naar hen draineren. Niemand is gebaat bij een teloorgang van de basis van de voetbalpiramide.

DOOR PETER T’KINT EN STÉPHANE VANDE VELDE

Krijgt de discrete Paul Allaerts voldoende steun, dan wordt hij de opvolger van Martens.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content