Raúl González Blanco, de aanvoerder van Real Madrid, wil Spanje na veertig jaar nog eens een titel schenken.

De hemel wordt hij ingeschreven, geen superlatief daarbij is groot genoeg. Maar al die aandacht botst met zijn persoonlijkheid. Raúl González Blanco, kortweg Raúl, is een gevoelige jongen. Iemand ook die altijd beide voeten op de grond houdt. Niet vanzelfsprekend voor een voetballer die al heel zijn carrière uitblinkt. Elke keer klimt hij weer wat hoger, dichter bij de sterren, hij misstaat al langer niet tussen zijn teamgenoten ; Zinédine Zidane, Ronaldo, Luis Figo, David Beckham, Roberto Carlos,…

Je zou kunnen vrezen dat de aankoop van al die sterren door Real Madrid, Raúl uit zijn lood zou slaan, maar integendeel. Als echte Madrileen voelt hij zich opperbest in het team en blijft hij het uithangbord bij uitstek van Real. “Real Madrid heeft altijd grote spelers in zijn rangen gehad”, weet hij te vertellen. “Ik herinner me Hugo Sánchez nog, een van de grootsten, een speler die altijd op de loer lag en overal zijn goaltje meepikte. In het begin van mijn carrière had ik de eer om samen te spelen met grote namen zoals Emilio Butragueño, Michael Laudrup en Michel. Vandaag zijn dat David Beckham, Luis Figo en Zinédine Zidane. Buiten de namen veranderde er niets binnen de club. Met de komst van Luis Figo, gebruikte de pers het superlatief ‘buitenaards’ voor alle buitenlandse sterren. Vandaag sta ik ook in dat lijstje, maar ik blijf wie ik ben. Het is een grote eer voor mij om met al deze fantastische spelers te kunnen samenspelen.

Volgens Raúl is er in de kleedkamer niets veranderd. “We schieten goed op en hebben respect voor elkaar. Maar na een training gaat iedereen zijn eigen weg. Een goede vriendschapsband heb ik maar met drie of vier ploegmaten. De anderen zijn gewoon collega’s, er is niemand die een handdruk weigert als er om gevraagd wordt.”

Over David Beckham : “Hij ondervindt problemen om Spaans te leren, maar kan het goed vinden met de andere spelers. Hij is een aangename ploegmaat, die met een lach op de mond door het leven stapt. Het klopt dat hij in een aparte wereld leeft. Hij is een groot voetballer, maar ook een marketing- en publiciteitsmachine. Daarbij komt dan nog dat hij getrouwd is met een beroemde zangeres. Daarom is hij niet alleen voer voor de sportjournalisten, maar ook voor de sensatiepers. Ik probeer mijn privé-leven zoveel mogelijk verborgen te houden.”

Ronaldo staat bekend voor zijn slippertjes en zijn zin om te feesten. “Iedereen doet wat hij wil in zijn vrije tijd”, zegt Raúl. “Als het slecht gaat, worden steeds de verhalen over de avonturen van Ronaldo opgerakeld. Dit heeft negatieve gevolgen voor zijn reputatie, maar ik kan je verzekeren dat Ronaldo een professionele ingesteldheid heeft. En dat toont hij op het veld, anders zou hij niet zoveel doelpunten maken. Het is een typische spits, hij zorgt zelf voor z’n kansen.”

Vreemd genoeg, speelde Raúl, symbool van de Koninklijke uit Madrid, eerst voor de buren van Atlético. Toen Jesus Gil in 1992 besloot, uit financiële overweging, de jeugdploegen af te schaffen, maakte Raúl de overstap naar Real, waar hij zijn doorbraak kende. In het seizoen 1994 – ’95 speelde hij maar zeven wedstrijden voor het C-team van Real Madrid, maar daarin was hij wel goed voor 16 doelpunten in de Segunda División B, vergelijkbaar met onze derde klasse. Zijn verblijf in het B-elftal van Madrid was als het ware nog korter, hij speelde één wedstrijd in de Segunda Division A (de tweede klasse). Daarna vroeg Jorge Valdano hem om bij de eerste ploeg te komen spelen, daar speelt hij nu al tien jaar. Zijn palmares is niet mis, vier landstitels en drie keer winst in de Champions League. “Mijn contract loopt tot 2010, ik zal dan 32 zijn”, rekent hij uit. “Ik ben zeer fier dat ik de kleuren van het team voor zo’n lange periode mag verdedigen. Ik zal er dan 16 jaren van mijn leven hebben doorgebracht. Ik hoop nog vele grote momenten mee te maken.”

Tegen Tsjechië, op 9 oktober 1996, speelde Raúl zijn eerste interland. Het werd toen 0-0. Javier Clemente riep hem voor het eerst op, sindsdien is hij niet meer weg te denken uit het team. Hij werd elke keer opgeroepen. Hij speelde elke keer een belangrijke rol in de eindfases van de WK’s en EK’s. Spijtig genoeg werden zijn sterke individuele prestaties niet beloond met een prijs voor Spanje. Voor een Spaans succes moeten we al teruggaan naar het EK van 1964 in eigen land. In Portugal hoopt Raúl geschiedenis te schrijven en na 40 jaar eindelijk nog eens een beker naar Spanje te halen.

Dat is vast ook de ambitie van Iñaki Sáez, de huidige bondscoach. Sáez hield zich in het verleden vooral bezig met de Spaanse jeugdselectie. Dat geeft hem alvast een voordeel, vindt José Antonio Camacho, de vroegere bondscoach die nu aan de slag is bij Benfica Lissabon. “Hij kent de spelers goed, omdat hij nog met hen werkte bij de min 21-jarigen.”

Kan Euro 2004 het toernooi van Raúl worden ? “Goed mogelijk”, denkt Camacho. “Alle voorwaarden zijn daar. Hij heeft de ervaring, want speelde al op de twee grote toernooien, een WK en een EK. Hij is 26, de leeftijd waarop een voetballer op zijn best is. En het EK heeft plaats in Portugal, een buurland van Spanje zodat de supporters de verplaatsing makkelijk kunnen maken. Toch is Spanje in mijn ogen niet de topfavoriet. In het verleden liet de ploeg het ook altijd afweten op de grote afspraken. Spanje is altijd bij de beste zes of acht landen, dat wel, maar dan ?”

Om de kwartfinales eindelijk nog eens te overleven, zal Spanje vooral Frankrijk moeten ontwijken, meent Camacho. “Frankrijk is de grote favoriet voor de eindzege. Het wordt dus rekenen in de groep van Spanje en Portugal, om te zien op welke plaats ze moeten eindigen in hun groep om bij de laatste acht niet tegen Frankrijk uit te komen.”

door Daniel Devos

Raúl blijft het uithangbord bij uitstek van Real Madrid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content