Met de tweede landstitel uit zijn nog prille geschiedenis heeft RC Genk de stoutste verwachtingen van voor het seizoen overtroffen. Want niet alleen werd de club ’s lands beste, KRC deed het ook met goed voetbal. Een altijd herkenbare 4-4-2-opstelling met een altijd offensieve ingesteldheid : Sef Vergoossen gaf geen duimbreed toe op zijn filosofie en trok het gelijk naar zijn kant.

Jan Moons werd tijdelijk international en bleef door zijn onzekerheid op hoge ballen niet van kritiek gespaard, maar etaleerde wel andere kwaliteiten : als hij de bal in de voeten kreeg gespeeld, ging die zelden door een onbehouwen trap verloren.

Stond Genk afgelopen seizoen ergens minder sterk, dan wel in de verdediging. Kracht en gestalte was wat men er met het oog op volgend seizoen dan ook bij wilde. Op rechts diende Vergoossen met de als verdedigende middenvelder aangekondigde Wamfor wellicht de enige concessie te doen aan zijn uitgangspunt om elke speler zoveel mogelijk aan één positie gebonden te houden. Verliep het uitvoetballen rechts en centraal-rechts niet altijd even verzorgd, ook dat bleek in positivisme vertaald te kunnen worden : door ver van het eigen doel te voetballen, konden fouten worden rechtgezet en kon bovendien voor meer doelgevaar worden gezorgd.

Door zijn duidelijke en rustige manier van werken heeft Sef Vergoossen onmiskenbaar een aantal spelers, Koen Daerden voorop, beter laten worden. Van Sonck en Dagano maakte Vergoossen een gevaarlijk spitsenduo, net zoals hij met Skoko en Thijs wellicht het meest efficiënte middenveld van België creëerde. Wat aan de flanken de kans gaf als bijkomende spitsen te fungeren.

Nauwelijks kreeg Genk met blessures af te rekenen en slechts een paar keer dienden afwezige spelers te worden vervangen. Ook viel er geen onvertogen woord in de wandelgangen te noteren. Daarvoor was ook naast het veld de groepssfeer te hecht. Want ook wie niet of nauwelijks aan spelen toe kwam, wist zich verzekerd van de aandacht van een uitgebreide technische en medische staf.

Getrokken door het sportieve succes, kwam ook naast het veld de dynamiek op gang. De pas in gebruik genomen jeugdaccommodatie vormt een troef om jongeren die anders naar PSV zouden zijn getrokken, aan Genk te binden. Bovendien dendert de commerciële trein almaar sneller. We’re magic zegt het nieuwe logo. Radio, tv, sms, e-mail : geen medium laat de club onaangeroerd om het publiek aan zich te binden en het wij-gevoel te stimuleren en in stand te houden. Wie straks Genk extra-sportief wil bijbenen, moet zich nu al reppen. Net zoals supporters die een abonnement willen : de competitie was nog niet ten einde of er bestond al een wachtlijst van vijftienhonderd gegadigden. Wat er wellicht toe zal leiden dat het nochtans maar recent afgewerkte Fenikxstadion nog maar eens uitgebreid en gemoderniseerd wordt.

Hoe fraai de toekomst er blijft uitzien, zal deels afhangen van het realisme en de nuchterheid die ze, eerdere financiële slaapwandelingen ten spijt, in het Fenixstadion zullen moeten blijven opbrengen. Want iedere hype kent zijn terugval en falen zullen Anderlecht en Club Brugge niet blijven doen. Maar Genk zal na dit seizoen meer dan zomaar een landskampioen zijn : de club is sportief en extra-sportief dermate uitgebouwd, dat ze zich voortaan een van de Grote Vier mag noemen.

door Raoul De Groote,

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content