Makhtar Gueye

© PHOTONEWS

De Senegalese spits van KV Oostende vertelt even vlot over zijn komst naar Europa als over het spelsysteem van Alexander Blessin.

1 In maart 2018 was je 20 jaar en kwam je van het Senegalese US Gorée naar Saint-Etienne. Was het de eerste keer dat je een voet aan de grond zette in Europa?

‘Nee, ik was enkele maanden ervoor al eens naar Europa gekomen. In oktober 2017 deed ik een stage bij Le Havre. Een ongelooflijke ervaring. Ik heb gehuild van de kou, maar ik heb ook boeiende personen ontmoet, te beginnen met Samba Diop, die in april 2018 overleed en die op korte tijd een goeie vriend geworden was. Maar ook Papa Gueye, nu bij Marseille, heb ik in Le Havre ontmoet en Harold Moukoudi van Middlesbrough. Enfin, het was een fantastische maand.’

2 Maar vijf maanden later tekende je wel bij Saint-Etienne.

‘Na Le Havre ben ik nog eens teruggegaan naar Frankrijk. Le Havre stuurde me na enkele maanden een uitnodiging, maar ondertussen had Saint-Etienne zich gemeld via een Portugese makelaar. Dat lijkt triviaal, maar in Senegal zijn er tientallen makelaars die je voorstellen om naar Europa te komen. Aanvankelijk is het altijd hetzelfde: ze spiegelen ons een droom voor, maar we geloven hen niet. Met hem ging dat ook zo. Hij vertelde me dat hij me prof kon maken bij Saint-Etienne, maar ik geloofde hem niet. En dan belde de voorzitter van US Gorée me op een dag om te zeggen dat er een oproep van Saint-Etienne voor mij op zijn bureau lag…’

3 In augustus van dat jaar scoorde je bij je eerste invalbeurt in de Ligue 1, tegen Strasbourg. Een perfect verhaal dus, maar niet veel later verdween je uit de selectie van Jean-Louis Gasset tot in december. Hoe kwam dat?

‘Jean-Louis Gasset gaf me het vertrouwen, maar het probleem was dat ik de dag na mijn goal tegen Strasbourg niet meer kon lopen. Door een infectie aan een teen kon ik een maand lang niet trainen. Gelukkig was het een geweldige groep, die alles deed voor mijn integratie.’

4 Het was nochtans een kleedkamer vol uitgesproken karakters: Yann M’Vila, Mathieu Debuchy, Rémy Cabella, Loïc Perrin, Stéphane Ruffier… Was het niet lastig om je plaats te veroveren tussen hen?

‘Integendeel, ze zagen mij allemaal graag. Wanneer ik het wat lastig had nam Rémy Cabella, die een vriend geworden is, me mee uit eten. Als ik iets tekortkwam, stelde Loïc Diony voor om boodschappen voor mij te doen. Ik kan ook Wahbi Khazri noemen, of Stéphane Ruffier… Ik vind het trouwens jammer dat een speler als Ruffier na tien jaar trouwe dienst aan de kant geschoven werd. Dat is een gebrek aan respect van de club tegenover een supergast en een grote doelman. Nu, ik had destijds geen problemen bij Les Verts. Dat ik na het seizoen vroeg om aan Nancy in de Ligue 2 uitgeleend te worden, komt omdat ik na de coachwissel en de komst van Ghislain Printemps de indruk had dat ik gezakt was in de hiërarchie. In de zomer van 2019 waren we op stage in de VS en heb ik niet gespeeld. Het is daar dat ik het gevoel had dat het tijd was om nieuwe lucht op te snuiven.’

5 Door een sterk seizoen bij Nancy geraakte KV Oostende overtuigd om vorige zomer een miljoen euro voor je neer te tellen. En wat overtuigde jou in het discours van de club?

‘Het is eerder: wié heeft hen overtuigd? Ik denk dat zowel Gauthier Ganaye ( de CEO van KVO, nvdr) als Alexander Blessin exact wisten welk type aanvaller ze wilden. Een speler die heel de match hard werkt en aanwezig is in de zestien meter. Ik heb nog nooit zoveel gelopen als sinds ik in Oostende ben. Na de wedstrijd komt Alfred Ntiamoah, de fysiektrainer van de club, vaak naar mij. Aangezien ik geen Engels begrijp, weet ik niet altijd wat hij tegen me zegt, maar ik geloof dat ik er de laatste keer kon uit opmaken dat ik 37 sprintjes had getrokken in de match. En aan de verbazing op zijn gezicht te zien, was dat veel…’ ( lacht)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content