Jonathan Legear droomt van Russische olieroebels, maar is bij Anderlecht niet eens al een bepalende speler. Als hij zijn niveau van tegen Club Brugge tot de winterstop vasthoudt, is dat een primeur.

Toen hij en Anderlechtmanager Herman Van Holsbeeck vorige winter niet opdaagden in een Brussels hotel waar de manager en de hoofdscout van Dinamo Moskou hen opwachtten om zijn transfer af te ronden, liet Jonathan Legear daarmee een jaarsalaris van 1,2 miljoen euro liggen. Dat gebeurde onder zachte dwang van Anderlecht, dat hem liever niet zag vertrekken. Legear kwam er nooit meer op terug.

Tot onlangs berichten over nieuwe belangstelling van de Russen de kop opstaken. Of ze kloppen, wordt buiten Anderlecht tegengesproken, maar zeker is dat Legear ze wel voor werkelijkheid neemt en zijn zinnen nu toch op een vertrek heeft gezet.

Zover is het nog niet. De kans dat Anderlecht zijn speler op andere gedachten kan brengen, is niet denkbeeldig. Legear is een beïnvloedbare jongen. Diezelfde eigenschap ligt ook mee aan de basis van zijn metamorfose dit seizoen. Blessures remden zijn opgang de voorbije drie jaar vaak af. Een levensstijl waarbij goede eetgewoonten en voldoende rust amper aandacht kregen, was daaraan niet vreemd. Legear heeft de geruchten over zijn weinig professionele levenswandel altijd bestreden en in de club speelden ze daarop in: als het niet waar is, hoefde hij er zich niets van aan te trekken en het gewoon waar te maken op het veld. Die subtiele boodschap werpt nu zijn vruchten af.

Eenentwintig is niet oud, maar als hij nu geen regelmaat legt in zijn prestaties, zit Legear na dit seizoen met het etiket van ‘eeuwige belofte’. Met zijn uitstekende prestatie tegen Club Brugge heeft hij zichzelf alvast onder druk gezet. Als hij tot de winterstop zonder blessures blijft en een constant niveau aanhoudt, zal dat een primeur zijn in zijn carrière.

Wisselvalligheid typeert vooralsnog Le-gear: de ene wedstrijd alles, de andere niks en ook in de wedstrijden ups en downs. Bij elke bal denkt hij, als een mister 100.000 volt, een actie te moeten maken en dat leidt tot onrust en wisselvalligheid in zijn spel. Op training vliegt soms elke bal in de winkelhaak, andere keren lijkt hij de mussen uit de bomen te willen schieten. Verschijnt hij alleen voor de doelman, is hij nog in staat te passen naar een ploegmaat die er niet staat. Legear neemt niet altijd de juiste beslissing.

Hij maakt ook zelden de negentig minuten vol. Een mentale kwestie, wordt gezegd: uit vrees voor blessures vermijdt hij de pijngrens. Een conditioneel probleem is het niet, want Legears motor is sterk. Zo sterk dat Anderlecht hem zelfs in staat acht in een systeem met drie verdedigers de hele rechterflank – op én af – voor zijn rekening te nemen. Volgens trainer Ariël Jacobs is hij behalve in de huidige 4-3-3 ook bruikbaar in een 4-4-2, wanneer hij van verder moet komen. Door zijn loopsnelheid kan hij dat, een grote troef in het moderne voetbal.

Zijn belangrijkste werkpunt heet de omschakeling bij balverlies te zijn. In Le-gears hoofd gaat de knop niet snel genoeg om dan. Beetje uitlopen eerst nog, het hoofd schudden en dan pas terug. Maar er wordt aan gewerkt.

Gedaan met lachen

Legears ontwikkeling is de kenners niet ontgaan. “Hij heeft zijn spel naar voren beter ontwikkeld”, vindt analist Eddy Snelders. “Hij is doelgerichter geworden en infiltreert beter. Daardoor is hij ook vaker beslissend. Vroeger liep hij zich sneller vast en begon dan lateraal te spelen. Hoe hoger hij zijn acties begint, hoe meer hij de tegenstander pijn doet. Chatelle is ook zo’n type, maar Legear heeft een betere basisconditie. Hij kan verschillende rushes achter elkaar plaatsen. En zijn infiltraties zijn splijtender.

“Legear durft te falen. In het verleden werd daar al eens mee gelachen, maar nu zijn rendement omhoog gaat, neemt het respect toe. Hij lijkt me ook met druk om te kunnen. Misschien is hij niet slim genoeg om er zich zorgen om te maken, dat kan. De keerzijde is dan weer dat je meer tijd moet investeren om hem iets bij te brengen. Bepalend, zoals Boussoufa, is hij nog niet voor Anderlecht, maar het heeft hem wel nodig.

“Stel dat hij bij Moskou in een 4-4-2 terechtkomt, verwacht ik een probleem. Ik hoop dat hij zich daarover goed informeert. Naast zijn kopspel zijn z’n defensieve kwaliteiten toch zijn zwakke punt. Hij moet dan te diep terugzakken en komt vervolgens aanvallend te kort. Dat kan ook zijn probleem worden bij de Rode Duivels: die spelen niet zo hoog en een echte rechtsmidden is er niet. In de lagere posities moet hij zich dus nog ontwikkelen, maar het is goed dat hij ondertussen vertrouwen opdoet in het huidige systeem van Anderlecht.”

Timing

“Hij heeft nog te weinig als titularis gespeeld om al naar het buitenland te gaan”, vindt ex-Anderlechter en analist Marc Degryse. “Met wat geduld kan hij doorgroeien tot een hele goede flankspeler die bepalend is bij Anderlecht, zoals zijn voorganger Wilhelmsson dat was. Dan heeft hij over twee jaar nog meer keuze. Hij is 21, er is geen haast bij. Hij kan niet zeggen wat Witsel en Defour al hebben geroepen: dat ze hier niks meer te leren hebben. Zij zijn wel jonger, maar hebben al veel meer gespeeld.

“Ik zou het jammer vinden als hij naar Moskou vertrekt en daar dan moet vaststellen dat zijn bankrekening wel is gespijsd, maar dat hij in dezelfde situatie als bij Anderlecht is terechtgekomen, namelijk niet te veel spelen en geen vooruitgang maken. Qua positiespel en intelligentie moet hij nog doorgroeien. Als hij dat beheerst, zal hij veel beter voorbereid zijn op de stap naar het buitenland.

“Je ziet ook dat hij weinig automatismen heeft met zijn medespelers, vind ik. Hij doet nog veel op intuïtie. Hoe meer je speelt, hoe makkelijker de automatismen zullen lopen, maar ook hoe moeilijker het anderzijds wordt: je hebt je meer te houden aan de timing van je medespelers én de tegenstanders kennen je beter.

“Timing is belangrijk, ook naast het veld. Volgens mij moet je twee seizoenen op rij titularis én bepalend zijn geweest in je club, voor je naar het buitenland kunt. Een te snelle transfer die niet honderd procent meevalt, doet je carrière in the long run vastlopen. En dan moet je inbinden. Dat is niet goed. Jelle Van Damme is daarvan een mooi voorbeeld. Was hij van Germinal Beerschot naar Anderlecht gegaan en daar tot zijn 23 of 24 jaar gebleven, zat hij nu misschien bij een echt grote club.” S

door jan hauspie – beeld: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content