De afbeelding onder aan deze bladzijde komt van een foto die jarenlang aan de muur hing in het kantoor van Constant Vanden Stock in het Astridpark. Ze stelt de chouchou van de voormalige Anderlechtpreses voor: Robbie Rensenbrink, in duel met onze gesprekspartner van vandaag, Eric Dumon.

“Robbie is de beste aanvaller die ik ooit ben tegengekomen”, zegt hij. Dumon was zelf de enige Daringman die na de fusie van de Molenbeekse club met Racing White, in 1973, in de basiself van RWDM stond. In de vier volgende jaren vochten de linksbuiten van paars-wit en de rechtsachter van RWDM epische duels uit. Tot die fatale dag…

“We speelden in het seizoen 1977/78 tegen La Louvière”, vertelt Dumon, die tegenwoordig in Huldenberg woont. “De bal werd op mijn rechterkant diep langs de zijlijn gestuurd en ik wilde net een voorzet trappen toen ik een kniestoot kreeg van Michel Wintacq. Ik viel en kwam heel slecht op mijn heup terecht, maar ik heb de wedstrijd nog hinkend uitgespeeld. De dag erna kon ik me door de pijn met moeite aankleden, ik kon niet normaal meer bewegen.”

Aanvankelijk wordt Dumon onder handen genomen door de befaamde specialist Marc Martens, maar noch die wonderdokter noch zijn collega’s kunnen de flankspeler uit zijn lijden verlossen. Het blijft voor Dumon bij een korte loopbaan, hij is amper 24 wanneer het profvoetbal voor hem definitief gedaan is. “Ik heb nog wel in lagere afdelingen gespeeld, bij Voorwaarts Tienen, tot ik nog wat verder afzakte, als trainer bij de provinciale club Sint-Agatha-Rode”, zegt hij.

Een geluk bij een ongeluk was dat hij niet alles op het voetbal had gezet. Hij bezat een diploma in de informatica en werkte als programmeur voor verschillende privépersonen en bedrijven. “Zo ben ik in de financiële wereld beland. Ik ben begonnen bij wisselagent Roland Biard, die ik in mijn RWDM-periode in het Edmond Machtensstadion had ontmoet, en eindigde als arbitrageur, eerst bij de Generale Bank, nadien bij PNB Paribas-Fortis. In 2009 heb ik een driedubbele overbrugging moeten laten uitvoeren, dus ben ik zodra dat kon met pensioen gegaan.”

Het voetbal is nochtans al die jaren niet weg geweest uit zijn leven. Hij was jeugdtrainer en zelfs even assistent-trainer bij RWDM toen Freddy Smets er hoofdcoach was. Zijn zoon Greg droeg in de jaren negentig eveneens het rood-zwart-witte shirt, aan de zijde van Fred Vanderbiest en Jurgen Simeons. En momenteel is het zijn kleinzoon Mats (9) die in zijn voetsporen treedt, dit keer wel bij OHR (Ottenburg-Huldenberg-Rode).

“Er is maar één zaak die ik wat jammer vind”, besluit Dumon, tegenwoordig een vaste waarde in de veteranenploeg van Maleizen en duivel-doet-al bij VK Eizer, allemaal in dezelfde regio: “Tempo Overijse heeft nooit aan mij gedacht als hoofdcoach, terwijl ik er jeugdteams en zelfs de tweede ploeg getraind heb. Als man uit de streek had ik op die kans gehoopt. Niettemin wens ik de club, die elk jaar ambitieuzer wordt, het beste toe. ?

DOOR BRUNO GOVERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content