Als er weer eens een EK of WK in aantocht is, en onze Rode Duivels hebben het per ongeluk voor elkaar gekregen zich daarvoor te plaatsen, is het tijd om het ook over geld te hebben. Bijvoorbeeld, over wat zo’n Rode Duivel op zijn bankrekening overgeschreven wil zien als iemand zijn kop op een zakje chips gebruiken wil – ik zeg maar wat. Daarover ging het gisteren in het bondsgebouw in Brussel, waar een driekoppige delegatie namens de spelers hoopte met een akkoord weg te komen, zo kort voor de eerste oefeninterland volgende woensdag tegen Noorwegen.

Portretrecht, zo wordt het genoemd. Het is het onvervreemdbare recht van ieder individu dat hij baas is over wat er met zijn beeltenis gebeurt. Dus als een bedrijf voor zijn product publiciteit wil maken met een Rode Duivel, zal die laatste zich daarvoor laten betalen. Als hij dat echter doet in het shirt van de nationale ploeg, dan passeert de KBVB mee langs de kassa – over wie dan hoeveel krijgt, onder meer daarover ging het gisteren. Ten slotte, als een bedrijf campagne voert met een hele rist Rode Duivels samen, de derde mogelijkheid, dan spreekt men (om precies te zijn : vanaf elf Duivels) over collectieve rechten. Collectief ? Tarara, want wat bleek ? Dat de KBVB ze al verkocht had aan haar main sponsors. Beetje voorbarig van onze kolderieke voetbalbond en nog onbeleefd ook, want contracten afsluiten zonder je spelers in hun rechten te kennen, is niet mooi. Vooral over die collectieve rechten ging het gisteren dus ook.

N

a overleg tussen alle makelaars van een dertigtal potentiële WK-internationals was in december door de FAB (Federatie voor Arbeidsbemiddelaars voor Beroepssporters) beslist dat Dirk Degraen hun belangen zou gaan verdedigen. Behalve dan die van zeven internationals van wie het portretrecht niet in handen is van hun makelaar, maar wel van Euroclubservices ( Gino Laureyssen). Onder hen alle spelers van Didier Frenay, onder wie Bart Goor en Gert Verheyen.

Enkele weken geleden las Frenay in dit blad dat hij op het punt stond toe te treden tot de FAB, maar hij laat rechtzetten dat geen haar op zijn hoofd daaraan denkt. Niet dat hij zich niet kan vinden in de doelstellingen van de vereniging, maar nadat hij zag wie er allemaal in de raad van bestuur waren opgenomen, herinnerde hij zich praktijken van sommigen onder hen uit de tijd dat hij nog speler was en toen hoefde het niet meer. En nu zou hij een FAB-lid voor het portretrecht van zijn spelers moeten laten opkomen ? No way. Dus : ook Johnny Maeschalck rond de tafel, de concensusfiguur van zowel FAB als Euroclubservices als ook Sporta.

Maar ze waren met drié. Eén Rode Duivel stond er namelijk op zijn hoogstpersoonlijke belangenverdediger af te vaardigen : Marc Wilmots, in de persoon van advocaat en schoonbroer Geert Lambeets. De onmisbaar gewaande aanvoerder vindt naar verluidt dat hij wegens zijn belang en uitstraling voor de nationale ploeg recht heeft op een groter deel van de inkomsten uit collectieve campagnes. Dat, om het cru te stellen, Jacky Peeters of Peter Van Houdt er niet zo nodig mee aan moeten verdienen omdat toch geen hond geïnteresseerd is in een promotiecampagne met een saaie bankzitter.

Kan het verbazen dat nogal wat Duivels die houding van hun aanvoerder niet bijzonder op prijs stellen ? En dat ze liever niet hadden dat Lambeets namens hen met de KBVB aan tafel ging zitten ? Twee jaar geleden, voor het Euro 2000, onderhandelde de broer van Wilmots’ echtgenote de portretrechten van alle Rode Duivels nog alleen, maar daar bleek achteraf vooral hijzelf beter van geworden te zijn, stelden meerdere spelers vast.

H

et gaat niet eens om het geld – van zakjes chips of potjes yoghurt voelt zo’n Belgisch international zijn portefeuille heus niet dikker worden -, maar om het principe. Hoe geloofwaardig ben je nog als je je laat afschilderen als de ploegspeler par excellence, maar het buiten het gezichtsveld van de camera’s niet zo nauw neemt met de collectiviteit ?

Misschien is het niet ongepast om de oude successen van het mannentennisteam in de Davis Cup in herinnering te brengen – u heeft tenslotte een sportblad in uw handen. Nooit was geld er een item : “Iedereen evenveel” waren steevast de eerste woorden van kapitein Filip Dewulf, waarna zijn (veel lager geklasseerde) ploegmaats in meer dan één historisch duel boven zichzelf uitgroeiden. Voor hen was (en is) Dewulf een échte vedette. Moge zijn voorbeeld Marc Wilmots tot nederigheid inspireren.

door Jan Hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content