Precies 25 jaar geleden werkte Marc Wilmots, terwijl Duitsland en Tsjechië de EK-finale speelden, zijn eerste trainingen af met Schalke 04.
Terwijl in de finale van het EK 1996 Duitsland tegen de verrassende debutant Tsjechië zijn derde EK-titel pakt, is Marc Wilmots met zijn vrouw Katrien Lambeets neergestreken in het land van de kersverse Europese kampioen. Hij kijkt verbaasd hoe elke dag weer een lange rij fans aanschuift (in het pre-internettijdperk) voor een abonnement. Na negentien jaar speelt Schalke dankzij een derde plaats nog eens Europees, en dus moeten de spelers meedelen hoeveel vrijkaarten ze willen voor Europese wedstrijden. Liefst dezelfde dag nog, anders riskeren vrienden en familie geen plaats te krijgen in het oude Parkstadion, waar nochtans 65.000 toeschouwers in passen. De eerste Europese thuismatch is al uitverkocht, ook al vindt de loting pas een maand later plaats. Tweeduizend fans staan al op de lijst voor de eerste uitmatch, ongeacht de bestemming. Dat de eerste drie thuismatchen voor de competitie uitverkocht zijn, klopt niet helemaal, zegt de clubsecretaris. ‘Het zijn de eerste vier thuismatchen.’
Ook op de eerste training, op een veldje naast het Parkstadion, trekt Wilmots grote ogen, wanneer hij ziet dat er 2000 kijkers zijn opgedaagd. In zijn eerste oefenmatch met Schalke tegen het bescheiden SV Vestia Disteln scoort de enige nieuwkomer met naam die zomer twee keer met het hoofd, het wordt 2-12. De volgende dag nodigt hij na een zware duurloop ’s ochtends de Belgische verslaggever uit in zijn tijdelijke woonst in Schloss Wittringen, in afwachting dat het huis in Dorsten vrijkomt. Wilmots is in zijn nopjes. Werkelijk alles wordt door de club perfect georganiseerd. ‘Als het slecht gaat, speel je hier nog voor 40.000 man.’
Hij hakte de knoop door na het bijwonen van een uitverkochte thuiswedstrijd in de Bundesliga. Schalke zou het worden, en niet Benfica, dat hem ook wilde. Alleen was Standard aanvankelijk niet bereid om Wilmots te laten gaan, tot die met een proces dreigde. Twee dagen voor de zaak zou voorkomen, ging Standard overstag. Eerst was Wilmots helemaal niet van plan geweest Luik te verlaten. Pas toen hij van Robert Waseige hoorde dat die geen trainer zou blijven, knoopte hij onderhandelingen aan.
Maar ook toen Standard toch met de club uit het Ruhrgebied wilde praten, bleef het bij een transfersom die Schalke in geen geval wilde betalen. Dus liet Wilmots zelf een afgesproken bedrag vallen. Dat vond Schalkemanager Rudi Assauer straf. ‘Marc stelde voor om in te leveren om bij Schalke te mogen komen voetballen. Zo’n gebaar maakte ik nog nooit mee.’
Op de eerste training ziet Wilmots dat de keeper een woordenboekje Duits-Frans bij zich heeft. ‘Hij had zich dat speciaal aangeschaft om het mij makkelijker te maken zonder dat iemand hem dat vroeg. Dat tekent de sfeer hier.’ Al gauw zal Wilmots zelf Duits praten.
Assauer ontvangt de Belgische verslaggever in zijn kantoor terwijl hij een dikke sigaar rookt. Hij is Wilmots zelf twee keer gaan scouten. ‘Hier komt geen speler binnen die ik niet zelf gezien heb. Ik heb de gave in vijftien minuten te zien wat anderen na 90 minuten nog niet gezien hebben.’
De mening van trainer Jörg Berger over Wilmots hoefde Assauer niet. ‘Trainers zijn maar voorbijgangers’, zuchtte hij. In dit geval klopte dat. In oktober al mag Berger beschikken. Hij wordt vervangen door Huub Stevens. Nog voor het seizoen begonnen is, is Assauer overtuigd dat Wilmots het bij Schalke gaat maken. ‘Hij heeft het gepaste profiel voor deze club. Hier willen de mensen spelers zien die 90 minuten lang alles uit de kast halen, zwoegen en zweten, naar het voorbeeld van de vroegere mijnarbeiders uit de streek. Schalke is een geloofsbelijdenis, iets wat je niet zomaar aflegt en wat doorgegeven wordt van vader op zoon. Als je mensen vraagt waarom ze voor deze club supporteren, antwoordt 80 procent: omdat vader, grootvader of nonkel supporter was.’
Dat eerste seizoen eindigen de blauw-witten onder leiding van Huub Stevens slechts twaalfde, maar winnen met Wilmots en het Tsjechische duo Jiri Nemec en Radoslav Látal wel de UEFA Cup tegen Inter. Die campagne levert Wilmots ook zijn bijnaam ‘ Kampfschwein‘ op.
