Aan de Dalmatische kust geniet Mario Stanic (34) van zijn voetbalpensioen. De Kroatische spits, die twee jaar geleden omwille van aanhoudende knieproblemen de voorbereiding bij Chelsea onder José Mourinho niet vol kon maken, een operatie in de VS uitsloot en dan maar prompt stopte, heeft nog altijd geen spijt van die beslissing. “Totaal niet, want door het voetbal bereikte ik financieel en sportief het maximum. Ik speelde drie WK’s en werd in 1998 in Frankrijk vierde met Kroatië. Het gaf een speciaal gevoel, omdat ik in 1992 vluchtte voor de oorlog. Het heeft weinig zin om te piekeren dat een knieblessure een einde maakte aan mijn loopbaan. Dat zijn de risico’s van het vak. Er zijn veel ergere dingen in het leven, zoals de dood van een goede vriend, wat ik meemaakte met Suvad Katana. ( na een stilte) Ik denk nog elke dag aan hem.”

Het voetbal is voorlopig een afgesloten hoofdstuk voor de oud-spits van Club Brugge, die in 1995 werd overgenomen van Benfica en met twintig doelpunten meteen topschutter werd en de beker veroverde. Na anderhalf seizoen verruilde de 49-voudige international (zeven goals) Brugge voor Parma (1 beker + de UEFA-beker in 1999), waarna Gianluca Villa hem in 2000 naar Londen haalde. “Ik volg het alleen nog maar passief. Het Kroatische voetbal zit in een diepe crisis. De jonge talenten vertrekken al snel naar het buitenland.” Zelf voor nieuwe impulsen zorgen, ziet Stanic niet zitten. “Nee, ik heb nog wat goed te maken met mijn vrienden en familie, ik ben mijn schade van de laatste jaren aan het inhalen.”

Met tennis vond hij ondertussen wel een andere passie. “Absoluut. Ik speel alleen nog voetbalwedstrijden voor het goede doel, zoals onlangs in Zagreb. Mijn knie verdraagt het niet meer”, zegt Stanic. “Contactsporten zijn dus uitgesloten. Tennis is an amazing sport. Je moet technisch onderlegd zijn, maar ook tactisch denken en fysiek in orde staan. Het is een gevecht van man tegen man. Ook het competitie-element komt weer naar boven. ( lacht) Weet je, ik blijf een winnaar.”

Zes maanden geleden was hij nog in België, op bezoek bij zijn vriend Bosko Balaban. “Sinds ik stopte, was het nog maar de tweede maal”, stelt Super Mario. “Mijn verblijf bij Club Brugge vormde een springplank naar Italië en Engeland, competities waar iedere voetballer van droomt. Die boodschap probeer ik ook aan Bosko door te geven. Het is goed dat hij nu voor twee jaar bijtekende. Eindelijk beschikt hij met Emilio Ferrera over een trainer die honderd procent in hem gelooft. De echte killer Bosko moeten jullie nog leren kennen.”

FV

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content