Eerst was er : de Schone en het Beest. Toen viel het Beest weg. Blijft over – gehoorzaam aan een simpele kwestie van logisch redeneren : de Schone. Het op deze pagina’s afgebeelde personage is, we nemen aan dat u dat meteen begrepen had, de Schone. Marion Jones. 1m78, 68 kg. Amerikaanse. Sprint- en springkanon. Modelatlete, zij het toch lichtelijk met het parfum van een gemankeerde carrière. Maar dat doet ze natuurlijk zichzelf aan met haar bizarre neiging tot masochisme.

Wat herinneren we ons uit 2001 van Marion Jones ? Haar nederlaag tegen de Oekraïense Zhanna Pintusevitch op de 100 meter van het WK in Edmonton, juist ja. Zouden we ietwat negatief ingesteld zijn ? Marion Jones werd daar in Canada wél wereldkampioen op de 200 meter, pakte mee de wereldtitel op de 4×100 meter en keerde dus beladen met twee gouden en één zilveren plak terug naar huis. Weinigen deden beter.

Maar kom, geen gewetensnood : Marion Jones vraagt er zelf om, ze stelt kennelijk gaarne teleur. Zoals in de aanloop van de Olympische Spelen van Sydney in 2000. Ruimschoots een jaar van tevoren toeterde ze uit dat ze daar een afspraak met de geschiedenis had. Vijf gouden medailles wou ze, dat was nog nooit vertoond. Jones kwam uit op drie keer goud (100 en 200 meter, 4×200 meter) en twee keer slechts brons (verspringen, 4×100 meter). Schitterend toch, tenzij je de resultaten meet aan de verwachtingen die ze vooraf zelf inlepelde. En dus schaafde Jones zich aan haar eigen ambities. Een Brits journalist ergerde er zich blauw aan. “Het simpele wonder van haar prestaties gaat verloren in haar streven naar exces. Ze jaagt door de Olympische Spelen als een huisvrouw die voor sluitingstijd van de supermarkt nog boodschappen moet halen.”

Haar erelijst vermeldt behalve vijf olympische ook zeven WK-medailles. De drie van Athene, de twee gouden van Athene ’97 (100 meter, 4×100 meter), een gouden (100 meter) en bronzen (verspringen) in Sevilla ’99. Ook in Spanje wou Jones multidisciplinair stunten, ze kondigde aan dat ze voor vier titels ging. Ditmaal kwam ze zichzelf tegen : in volle 200 meter scheurde ze een spier en werd per draagberrie afgevoerd. En opnieuw beklijfde dat beeld méér dan haar triomf op de 100 meter. Want : Jones had de uitdaging, die ze zelf afgebakend had, niet kunnen beantwoorden.

H

et is dat ze de lat voor zichzelf zo hoog legt dat ze automatisch op haar nederlagen wordt afgerekend.

Waar komt die tomeloze eerzucht vandaan ? Misschien is het een kwestie van “Kijk mensen, zonder papa”. De vader van Marion Jones liet haar (en haar moeder) in de steek toen ze twee jaar was, en weigerde ondanks al haar pogingen om zijn aandacht te vangen, de draad weer op te nemen. “Hij heeft nooit een rol in mijn leven gespeeld”, loog ze, want bij andere gelegenheden jankte ze : “Zoals iedereen heb ik een moeilijke jeugd achter de rug” – en dat laatste leek dichter bij de waarheid gesproken.

Dan maar op zoek naar een vervangvader. En daar doemt C.J. Hunter in het verhaal op.

Waar stond Marion Jones op dat ogenblik als atlete ? Nergens. Dat kwam zo. In 1991 had ze zich de snelste tiener van de wereld getoond, maar werd ze voor vier jaar geschorst : de Amerikaanse atletiekfederatie had verzuimd haar voor een preventieve dopingcontrole uit te nodigen. Ze bekeerde zich tot het basket – tussen twee haakjes : in haar eerste basketbalwedstrijd scoorde ze 48 punten – maar verzoende zich in 1996 met haar oude liefde.

Dat gebeurde door toedoen van haar nieuwe liefde. C.J Hunter dus. Coach, kogelstoter, kolos. Teddybeer, beweerde Jones, maar zij was de enige die dat in die nurkse vleesberg onderkende. Maar goed, de liefde bewandelt mysterieuze wegen.

De Olympische Spelen van Atlanta 1996 bleven links liggen. In volle voorbereiding brak Jones een voet – het verdriet daarover valt af te lezen van haar schouder, waarop ze een traan liet tatoeëren. Volgden : Athene, Sevilla (waar haar spierscheur Hunter in de tribune veeleer kwaad dan bezorgd maakte), Sydney. Waar C.J. Hunter door de mand viel als dopingsnoeper.

Naderhand liep Mister Jones een jarenlange schorsing op. Hij brak met de atletieksport en Marion Jones met hem.

V

oortaan op eigen benen, bijgevolg. En eindelijk volwassen ? Haar nederlaag tegen Pintusevitch incasseerde ze waardig. Op de Olympische Spelen van 2004 in Athene zal Marion Jones 28 jaar zijn en mogelijk nog altijd de snelste vrouw ter wereld. Hopelijk kan ze tegen dan ook haar dromen intomen – of op zijn minst muilkorven en voor zichzelf houden.

Want Superwoman ís ze. De ouders van de kinderen tegen wie ze in de jeugdrangen liep, raakten ontmoedigd bij het aanschouwen van zoveel klasse. Hadden zijzelf dan schildpadden op de wereld gebracht ? Geen zorgen, zei de jeugdcoach. “Wie tien meter achter Marion Jones loopt, is een prima atleet.”

door Ben Herremans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content