Met AliLukunku trok AA Gent zijn elfde speler voor het komende seizoen aan. Nog twee jaar had hij in Galatasaray kunnen blijven, maar sinds de terugkomst van HakanSükür had hij daar geen zin meer in. “Hij moest spelen, want hij is God.” Maar na zes maanden op de bank verging het Lukunku bij Rijsel nauwelijks beter : hij speelde er, ook in zes maanden, één wedstrijd. De jongste tijd onderhield hij daarom samen met DanielKimoni de conditie onder leiding van GuyNamurois, de conditietrainer van Standard.

Graag had hij er ook gevoetbald, maar van Standard kreeg hij een onbevredigend voorstel waarover verder niet onderhandeld kon worden. Bergen en Charleroi, zegt hij, wilden financieel de uitdaging niet aangaan. Gent wel. Maar gourmand, dat is hij financieel zeker niet, benadrukt Lukunku. “Ik kom niet voor het geld. Vrienden zeiden mij al dat ik gek ben zo’n contract als dat van Galatasaray te laten schieten. In Rijsel verdiende ik al minder, bij Gent nog minder ( lacht). Om cijfers te noemen ben ik zelfs te beschaamd. Maar er zijn hier in Gent mogelijkheden die geld vervangen. Zo zit ik bijvoorbeeld dichter bij mijn dochtertje in Luik en dat is alle geld waard voor mij.”

Elf inkomende transfers, het blijft, een rijtje minder tot de verbeelding sprekende vertrekkers en de verkoop van Mudingayi en Faye ten spijt, opmerkelijk voor een club die de knip, op de beugel moet houden. “En toch”, zegt manager MichelLouwagie, “blijft het binnen onze lijnen. Als je na een grijs seizoen waarin je nauwelijks scoort als negende eindigt, zie je je inkomsten dalen en moet je oppassen dat je niet te veel zakt. Want de eerste ploeg blijft de trekker van de club. Daarom hebben we ervoor gekozen wat meer te investeren in onze groep en te bezuinigen in de dingen errond.”

Onder andere bij de jeugd, een wat je noemt heikel punt voor een destijds met een ambitieus jeugdproject gestarte club als Gent. “Als ik zie hoeveel er in de veertien jaar dat ik hier werk, zijn doorgestroomd en hoeveel we er in geïnvesteerd hebben, moet je ook daar bezuinigen. Als de eerste ploeg dan weer meer een voortrekkersrol gaat vervullen en de inkomsten stijgen, kunnen we weer wat soepeler zijn voor de rest.”

“Niemand”, weerlegt Michel Louwagie een vermoeden, “heeft hier met geld staan zwaaien. Maar blijkbaar leeft er onder de mensen iets van : hoe is het mogelijk ? Wel, we werken met hetzelfde budget als vorig jaar. De cijfers zijn er, en geloof me : het is mogelijk.” (RDG)

door Raoul De Groote

‘We hebben ervoor gekozen wat meer te investeren in onze groep.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content