Er schuilt een hobbykok in de spits van Zulte Waregem.

Mbaye Leye: “Ik ben een zeer rustige man, ik hou ervan als het easy is. Mijn persoonlijkheid naast het veld is dus toch wat anders dan erop. Daar ben ik wat nerveuzer, sneller opgejaagd. Voetbal is mijn passie, dan doe je weleens dingen die je niet alle dagen zou doen.

“Ernaast is het veel familie en vrienden, al is de familie hier wel beperkt tot mijn vrouw en mijn twee kindjes. We wonen in Kuurne, vlak bij Kortrijk. (verrast) Ik volg nu zwemlessen. (lacht) Ik weet het, dat klinkt vreemd voor iemand van mijn leeftijd. Ik wilde dat absoluut leren. Mijn kinderen worden groter, het is leuker als we samen naar het zwembad kunnen. Voor Afrikanen is het niet zo vanzelfsprekend als voor jullie. Je kunt naast het strand opgroeien zonder te kunnen zwemmen.

“Ik ben een familieman, ja. Op vraag van mijn dochtertje heb ik al eens een speciaal dansje gedaan op het veld, op vraag van mijn zoon een vogel nagebootst. Mijn kinderen zeggen weleens voor een wedstrijd: papa, vandaag scoor je er zes, of zeven. Zij beseffen duidelijk niet hoe moeilijk het is, één goal maken. Om hen te plezieren doe ik weleens wat ze me vragen. Een vogel nabootsen, of het liedje van de gangnam style. Mijn dochter is veertien maanden nu, als ze weent, hoef ik dat maar te draaien en ze kalmeert.

“De Afrikaan in mij bepaalt nog steeds zestig, zeventig procent van mijn leven. Ik kook heel vaak, bijna vijf dagen op zeven. Senegalees. Koken ontspant me. En de opvoeding is ook Senegalees, in die zin dat ik als papa niet de enige ben die mijn kinderen corrigeert. Bij ons kan de buurman dat als ze wat uitspoken, of een vriend. Hier mag de oom iets zien, hij zal niet tussenbeide durven komen. Mijn zoon accepteert dat wel, van iedereen, zo is hij opgevoed. Maar we leven in Europa, dus moet je ook leven als een Europeaan. Dat betekent dat je drie jaar in een wijk kunt leven zonder bij je buurman over de vloer te komen. In Afrika is dat onmogelijk. Ik mis dat, mijn vrouw zegt weleens: jij wilt altijd iemand meenemen, jij wilt nooit alleen eten. Inmiddels heeft ze dat geaccepteerd, dat sociale van mijn karakter.

“Ik ben ook een moppentapper, een specialist in wat we in Frankrijk des blagues nulles noemen. De laatste? Drie tomaten steken de weg over en eentje wordt overreden. Zeggen de anderen: kom, ketchup. Of: hoe noem je een boemerang die niet terugkomt? Een stok. Dat soort flauwe humor, om er wat sfeer in te brengen. Dat ontspant mensen.

“Ik voel me een beetje de grote broer van de jongeren. In bepaalde discussies merk je toch dat je wat verder af staat van hun denken. Vroeger speelde ik ook drie uur PlayStation per dag, maar dat is nu eerder iets voor mijn zoon. Maar het leuke aan voetbal is dat je kunt spelen met iemand die tien jaar jonger is. Op het veld zie je dat niet, want je hebt dezelfde passie.”

“Ik versta Nederlands. Ik spreek het wel niet, maar ik kan met de mensen praten. Voor mijn vrouw is het moeilijker, zij is Française. We wonen in Vlaanderen, de mensen maken hier geen onderscheid tussen een Française of een Belgische, een Waalse die in Vlaanderen Frans spreekt. Het is al gebeurd dat ze in een winkel iets in het Frans vraagt en de mensen antwoorden: waarom spreek je geen Nederlands?”

BEELDEN CHRISTOPHE KETELS / IMAGEGLOBE

“Hoe noem je een boemerang die niet terugkomt? Een stok.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content