Hij trok zonder veel tromgeroffel naar de Spaanse hoofdstad, maar werd al vrij snel een titularis in het Atlético Madrid van Diego Simeone. Yannick Carrasco lijkt ook het beste alternatief voor Eden Hazard op de linkerflank van de Rode Duivels.

Het voordeel van in Madrid te voetballen? Zelfs rond Kerstmis kun je er trainen bij temperaturen boven de twintig graden. Een ander pluspunt: Atlético Madrid vergist zich de laatste seizoenen zelden bij zijn transfers. Na Fernando Torres, Diego Forlán, Sergio Agüero, RadamelFalcao en Diego Costa zou Yannick Ferreira Carrasco (22) weleens de nieuwste grote slag van de Colchoneros kunnen zijn. Op het eerste gezicht is de ontbolstering van Carrasco volop aan de gang.

Wie jou ziet dollen op training, heeft de indruk dat je integratie de eerste zes maanden even goed is verlopen als je prestaties op het veld laten uitschijnen.

YANNICK CARRASCO: ‘We hebben echt een fijne groep. Dat maakt ook onze kracht uit, want iedereen wil voor een ander door het vuur gaan. Ik moet zeggen dat ik op het sportieve vlak geen klagen heb. Ik dacht dat het lastig zou zijn – en in het begin was het dat ook wel – maar ik ken mijn kwaliteiten en ik weet wat ik wil. Dat draagt zeker bij tot mijn huidig succes.’

Het viel goed mee: je speelde je eerste twintig minuten al op de tweede speeldag van de competitie, je kwam nadien in actie tegen Barcelona en sinds de wedstrijd tegen Valencia op 25 oktober ben je niet meer uit de ploeg geweest. Had je verwacht dat je zo snel het vertrouwen zou krijgen van Diego Simeone?

CARRASCO: ‘Neen, en eerlijk gezegd denk ik dat hij zelf ook niet had verwacht dat ik me zo snel aan zijn spelwijze zou aanpassen. Want dat is toch wel een heel specifieke manier van voetballen. Dat is trouwens een andere kwaliteit van mij, denk ik: dat ik me snel kan aanpassen aan verschillende spelsystemen.’

Welke aanpassing was het moeilijkst?

CARRASCO: ‘Dat ik eerst aan verdedigen moet denken en dan pas ten aanval kan trekken. Mee verdedigen is heel belangrijk bij Diego Simeone. Bij Monaco was dat anders. Onder Jardim waren het eerder de spelers die verdedigend dachten, want hijzelf hield van mooi voetbal. De speelstijl was dus eerder verbonden met de ploeg dan met de coach, waarschijnlijk een gevolg van het meer gesloten voetbal in de Franse competitie.’

Bij je eerste basisplaats, tegen Getafe, verving Simeone je bij de rust. Waarom was dat? En was je ontgoocheld?

CARRASCO: ‘De stand was gelijk en ik was de nieuwe speler, dus vond ik het normaal. Op dat moment was het gemakkelijker om mij te wisselen dan een ander. Dat is nog steeds zo: als er iets moet veranderen, ben ik vaak de eerste die naar de kant gaat. De match nadien ben ik doorgaans wel gewoon weer titularis, maar dat is zijn manier van werken. Simeone is geen coach die veel uitleg geeft. En als er al eens iets te zeggen valt, zelfs aan een individuele speler, dan doet hij dat voor heel de groep. Als je prof bent, moet je kunnen omgaan met kritiek. Persoonlijk vind ik dat goed zo, want iedereen maakt wel een keer een fout. Zo is iedereen op de hoogte van wat er misliep en kunnen we proberen dat te vermijden.’

MADRID

Bij Monaco weigerde je aan krachttraining te doen om je beweeglijkheid te bewaren. Heb je in Madrid ook inspraak wanneer ze je vragen om iets te doen?

CARRASCO: ‘Ze zijn hier sowieso niet erg voor krachtraining, want ze willen niet dat spelers met gewichten aan de slag gaan en te gespierd worden. Ze hebben liever fijne en kwieke spelers. Dat wil niet zeggen dat ik sommige spieren niet af en toe train, maar dat is niet om volume bij te kweken. Dat hier alles strikter is, klopt wel. De fysiektrainer is strenger, de coach ook en er is duidelijk meer discipline dan bij Monaco. Dat neemt niet weg dat we soms ook lachen en grappen maken. Maar wanneer we werken, dan werken we ernstig.’

Vanwaar komt die zekerheid, dat vertrouwen dat je altijd lijkt uit te stralen? Zoals bij Monaco toen je voor een vrije trap de bal afpakte van Nabil Dirar in je allereerste match. Zou je hetzelfde bij Atlético durven doen?

CARRASCO: ‘Ik weet wat de waarden in het leven zijn en ik heb altijd goed geweten wat ik wil. Daar vecht ik ook voor. Natuurlijk zou ik dat nu net zo goed doen. Het bewijs is er: stilaan neem ik soms de corners, enkele vrijschoppen ook. We hebben nog spelers met een goede traptechniek, dus ga ik niet alle ballen opeisen, alleen al uit respect voor de anderen.’

Bij Monaco kwam je in een andere wereld terecht, zei je eens. En Madrid, dat is nog wat anders?

CARRASCO: ‘Op voetbalvlak wel, maar wat het dagelijks leven betreft, is Madrid een normale stad. Monaco daarentegen blijft een andere wereld. Alles wat betrekking heeft op het voetbal is hier veel professioneler, maar het leven in Monaco is heel anders. Hier verwacht men meer van je en heb ik geen leven buiten het voetbal. Van thuis naar de training, van de training naar huis… dat is het zowat.’

Deed het niet goed om eens van lucht te veranderen na vijf jaar Monte Carlo?

CARRASCO: ‘Niet echt. Want los van de tijd die ik thuis kan doorbrengen, moet ik zeggen dat ik het Monegaskische leven wel mis. Al was het maar omdat ik hier in Madrid telkens dertig of veertig minuten moet rijden als ik eens naar het centrum van de stad wil. In Monaco lag alles op twee minuten afstand. Het voordeel hier is dat ik op twee stappen van het trainingscentrum van de club woon. Dat is belangrijk voor mij, want dat betekent dat ik in een goed beveiligde buurt woon.’

Het moet anders wel een fijne verandering zijn om eens in een echte voetbalstad te wonen, met volle stadions, een geweldig publiek en supporters die je opwachten na de training?

CARRASCO: ‘Pas op, in Monaco waren er ook supporters. Minder talrijk, maar degenen die er waren, waren heel trouw. Hier in Madrid spreken we van 50.000 tot 60.000 fans die in het stadion je naam roepen. Natuurlijk geeft dat kippenvel.’

Spelen voor zo’n uitbundig publiek, word je daar zelf ook beter van?

CARRASCO: ‘Zeer zeker, dat helpt me om nog dieper te gaan. Ik weet nog dat ik het kon horen wanneer er in Monaco iemand op de tribunes wat riep. Ik had de indruk dat dat weleens een negatieve invloed had op het ritme van de match. Zelfs wanneer ik nu wedstrijden van Monaco bekijk – het blijft tenslotte mijn club, waar ik op mij zestiende al terechtkwam – dan heb ik makkelijker de neiging om in te dommelen dan bij een match van Atlético Madrid.’

Precies: als je de nederlaag van Monaco tegen Anderlecht bekijkt, vind je dan niet dat er een kloof gaapt tussen de kwaliteit van de Monegasken en wat dat oplevert?

CARRASCO: ‘Je moet Anderlecht niet onderschatten. Er zitten veel jonge talenten in die ploeg. En een bekermatch kan altijd een verrassing opleveren. Vergeet niet dat Monaco ook een jonge ploeg heeft en dat veel sleutelspelers onlangs zijn vertrokken. Desondanks blijft Monaco een grote club. In de competitie draaien ze mee boven in het klassement en ik hoop dat ze een van de drie plaatsen kunnen pakken die recht geven op de Champions League.’

RODE DUIVELS

Je transfer naar Atlético werd al afgerond begin juli. Je hebt dus niet lang geaarzeld om naar de Primera División te gaan?

CARRASCO: ‘Het klopt dat ik wilde vertrekken, want ik had het gevoel dat ik in Monaco niet veel meer kon leren. Ik was een vaste waarde. Ook al trainde ik slecht tijdens de week, ik was toch zeker van mijn plaats in het weekend. Dat is goed voor een tijdje, maar je wil toch altijd een stap vooruit zetten. Vooral dat is de reden waarom ik weg wilde. Aan de andere kant aarzelde ik, omdat het EK er aankomt en iedereen weet dat je als nieuweling bij een grote club niet altijd speelgelegenheid krijgt. Maar Atlético deed een mooi voorstel en ik heb niet geaarzeld, want als zo’n club interesse toont, dan kun je niet weigeren. In het voetbal kan alles snel gaan. Je weet niet of zo’n club een jaar later nog geïnteresseerd is. Ik was overtuigd en op één avond was alles rond.’

Sinds een jaar lijkt alles op wieltjes te lopen, maar de periode tussen januari en juni 2014 was moeilijk voor jou. Eerst was je geblesseerd aan de enkel en nadien stond je aan de kant wegens problemen met de contractverlenging. Je was amper twintig, maar wist blijkbaar al goed wat je wou?

CARRASCO: ‘Dat was iets tussen de club en mij. Het was zoals bij veel clubs: als je niet akkoord gaat met hun voorstel, zetten ze je in de tribune. Maar ik wist dat ik de schouders niet zou laten hangen, ik ben altijd mentaal sterk geweest. Het is niet omdat men mij naar de tribune verwijst dat ik een contract ga ondertekenen. Als ik weet wat ik wil, dan vecht ik daar ook voor, zelfs wanneer er een WK op het spel staat. Als het te herdoen was, zou ik het opnieuw zo aanpakken.’

Stak het niet dat je in de selectie een Januzaj en een Origi zag, die beiden jonger zijn dan jij?

CARRASCO: ‘Elke speler die er niet bij is op een WK is teleurgesteld, maar mirakels bestaan niet. Als je geen minuut speelt bij je club, is het logisch dat je niet geselecteerd wordt. Als ik vaker had gespeeld zou ik meer ontgoocheld geweest zijn, maar nu had ik het verwacht. Het was lastiger dit seizoen, toen ik niet geselecteerd werd (tegen Bosnië en Cyprus in september en tegen Andorra en Israël in oktober, nvdr) hoewel ik vaak speelde bij Atlético.’

Een aantal maanden geleden zei je dat je nog een weg af te leggen had voor je een ‘ster’ zou zijn. Maar nu je bij Atlético speelt, ben je daar wel een stap dichter bij.

CARRASCO: ‘Laten we zeggen dat ik een bekende speler ben, zoals veel profs. Uiteindelijk kan elke speler een ‘ster’ worden. Maar ik ben nog geen clubicoon, iemand die in de geschiedenisboeken van een club komt. Daarvoor moet ik nog meer scoren, regelmatiger presteren en een onbetwiste titularis worden.’

Je eerste basisplaats voor de Rode Duivels tegen Italië moet je toch helpen om weer een stap vooruit te zetten?

CARRASCO: ‘Beetje bij beetje werpt het werk vruchten af. Maar bij de nationale ploeg ben ik nog minder een ster dan elders. Als ik daar een vaste waarde kan worden, dán kun je zeggen dat ik een ster ben.’

Hoe integreer je je bij een groep als de Rode Duivels wanneer je ergens in je achterhoofd de ambitie hebt om de plaats van Eden Hazard in te pikken?

CARRASCO: ‘Neen, dat is niet zo. Ik wil niemands plaats inpikken. Ik wil wel graag spelen. Voor dit seizoen is meegaan naar het EK het minimum. Daarna is het aan de coach om me op links, op rechts of op de bank te zetten. Eden is een geweldige voetballer, maar we spelen op dezelfde positie. Hij is ook ouder dan ik en behoort tot de spelers die incontournable zijn omdat ze hun waarde meermaals bewezen hebben. Ik hou van zijn speelstijl, maar ik wil die niet kopiëren. Een prof moet niet nastreven om een ander te kopiëren, we hebben niet dezelfde stijl en zelfs niet dezelfde kwaliteiten.’

DOOR MARTIN GRIMBERGHS – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ik had het gevoel dat ik in Monaco niet veel meer kon leren. Dat is de reden waarom ik weg wilde.’

‘Bij Atlético wil iedereen voor een ander door het vuur gaan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content