Vrijdag buigt de UEFA zich in Londen over de toetreding van Gibraltar als onafhankelijk lid van de Europese voetbalgemeenschap. Maak kennis met een competitie waarin Manchester United, Chelsea United en Boca Juniors een ploeg op de been brengen en je op de tribune afgeleid wordt door landende vliegtuigen.

Welcome to Gibraltar Football. Featuring today: Gladis United vs Manchester United, followed by Lions Gibraltar FC vs St Joseph’s FC. Hij moet eens lachen, Richard Manning, de secretaris-generaal van de Gibraltar FA. Neen, het nationale Victoria Stadium kunnen we écht niet missen, een stratenplan is niet nodig. Je wandelt vanaf de grens de landingsbaan van het vliegveld over – zo gaat dat hier: de enige toegangsweg over land tot dat Brits stukje rots in het zuiden van Spanje loopt over het vliegveld. “En dan rechts aanhouden. Om de hoek ligt het stadion”, zegt hij.

Dit ministaatje met een goeie 30.000 inwoners wordt straks lid van de UEFA. Officieel moet de Europese voetbalbond nog het licht op groen zetten, maar nadat Michel Platini eind 2012 zei dat hij legaal weinig meer in te brengen had, maakten ze zich in Gibraltar al op voor een groot voetbalfeest. Ook al verwachtten ze dat Spanje, dat nog steeds de rechten claimt op dit stuk rots van zes vierkante kilometer (wat rotsen, winkels en flats, meer is het echt niet), tot op het laatste moment die erkenning zou proberen tegen te houden met fors lobbywerk. Maar dit keer zou het niet meer lukken.

Om het stukje Brits koninkrijk binnen te rijden, schuift een hele colonne voertuigen aan. Parkeren kun je hier amper, maar shoppen is goedkoper, zeker brandstof. Die vrijheid was er niet altijd. Van 1969 tot 1985 was de grens met Spanje gesloten. Pas toen de Spanjaarden in 1986 hun intrede in de Europese Gemeenschap maakten, moesten de Britten die belemmering opgeven. Opvallend: dit is bijna Afrika, aan de overkant zie je bij helder weer de bergkust van Marokko. En Afrika, dat is afbieden, onderhandelen. Ook zo in Gibraltar, waar elektronicawinkels en juwelenhandeltjes in handen zijn van Indiërs. Nergens een prijs in de etalage, die moet je bedingen. Wie daar sterk in is en niet het allernieuwste model smartphone wil, kan zaakjes doen.

Wij zijn hier evenwel voor het voetbal. De competitie in eerste klasse is net gestart, met een paar maanden vertraging. Oorzaak: de nieuwe grasmat van het Victoria Stadium aan de Winston Churchill Avenue is met enige bouwachterstand pas onlangs uitgerold. Kunstgras, geen echt, vanwege het intensieve gebruik. Quasi dagelijks, door eerste ploegen, jeugdelftallen, damesteams, reservencompetities… De vorige mat was dringend aan vervanging toe. Een ander veldje, iets kleiner, eentje dat de teams gebruiken als trainingsveld, wacht nog op afwerking. Rond dat terrein staat een hoog hek, want te hoog geschopte ballen kunnen… passerende vliegtuigen raken.

Amateurs

De match tussen Gladis en Manchester United, voor de gelegenheid in het wit, is een paar minuten bezig als we Richard vinden. Pintje in de hand, dit blijft Engeland. Een algemeen rookverbod is er duidelijk ook nog niet tijdens de wedstrijden.

De eerste vraag ligt voor de hand. In godsnaam, een erkenning door de UEFA?

Richard: “Tja, Gibraltar is een van de oudste associations ter wereld, wij vinden dat we het recht hebben daarvoor erkend te worden. Ons nieuwe stadion is mooi, zeker als het af zal zijn, met overal zitjes. Qua structuur staat er wat, een eerste klasse, een tweede klasse, vrouwenvoetbal, jeugdvoetbal. We hebben spelertjes vanaf zeven jaar, in totaal een vijftigtal ploegen, met naast een competitie ook een paar bekertoernooien. Waarom dan niet, kaats ik de vraag terug. Op een bevolking van ongeveer 30.000 bereiken wij 2 tot 3 procent.”

We rekenen snel om: 600 spelers. Het lijkt niks, hij vindt het big. Tijdens het interview horen we voetballers op het veld naar elkaar roepen. De voertaal is Spaans. De meesten zijn Gibraltarians, zegt Manning, maar die spreken inmiddels allemaal vloeiend twee talen, Engels en Spaans. Zeker de jongste generaties. Dit is een stukje Brits koninkrijk met zéér veel buitenlandse invloeden. Oud-militairen, Engelsen die hier ooit gekazerneerd waren en na hun pensioen terugkeerden vanwege het milde klimaat, maar ook mensen van Italiaanse, Spaanse, Joodse en Arabische afkomst. Toen deze ‘kolonie’ nog van strategisch belang was voor het openhouden van de route naar het Suezkanaal, was het aantal militairen hier groot. En militairen komen buiten hun kazernes weleens iemand tegen en daar groeit weleens een romance uit, en kinderen… De gemiddelde Gibraltarian draagt veel exotischer achternamen dan Manning, die hier woont sinds 1978 maar vroeger in Engeland leefde en er voetbalde, bij de jeugd van Brighton.

Manning: “Vergis je niet, ons systeem is Brits. We rijden wel rechts zoals de Spanjaarden maar het schoolsysteem is hetzelfde als in het VK. We betalen met ponden, Engels blijft de hoofdtaal. Ik ben het wél met u eens: wij zijn vooral een multiculturele familie.” Eentje met veel ‘gastarbeiders’, ongeveer 10.000 Spanjaarden steken dagelijks de grens over om hier te werken.

Het voetbal werd groot gemaakt door het oude dienstpersoneel, bevestigt hij. “RAF, Navy, Army, de politie… In die dagen was onze competitie sterk. Elk had zijn ploeg, steeds weer ververst met nieuwe lichtingen jonge, sterke mannen. Vandaag is er nog weinig militaire aanwezigheid. De ploegen verouderen. Sommige teams stellen zelfs spelers uit Marokko op, jongens die hier leven. En er steken ook Spanjaarden de grens over om hier te voetballen.”

De eerste klasse bestaat uit zes ploegen, waarvan er deze zaterdag vier actief zijn. Match één begint om 14 uur, gevolgd door wedstrijd twee, aftrap 16 uur. De formule is zo dat elke ploeg tijdens het seizoen vier keer tegen elke andere speelt. “Het systeem van stijgen en dalen is op dit moment voer voor discussie”, legt hij uit. “Op termijn willen we naar een eerste klasse met acht ploegen, het kan dat de komende twee jaar niemand zakt en er telkens eentje bij komt. Als die tenminste aan de ‘normen’ beantwoordt.”

Financiële normen, vraag ik. Hij lacht: “Niemand wordt hier betaald, dit zijn zuivere amateurs.”

Vroeger had je hier als ‘bekende’ploeg ook nog Newcastle United, dankzij een sponsoringcontract, zegt Manning. “Maar dat is afgelopen en nu heet die ploeg Lincoln FC. Sponsoring is zeer moeilijk te vinden op Gibraltar.”

Nationale ploeg

De Gibraltarian FA heeft de erkenning door de UEFA niet afgewacht om jeugdploegen in te schrijven voor internationale kwalificatietornooien. Zo werden de U17 ondergebracht in een EK-kwalificatiegroep met Ierland, Armenië en… Engeland, terwijl de U19 het straks opnemen tegen hun leeftijdsgenoten van Kroatië, Tsjechië en Cyprus. Beide toernooien vinden dit najaar plaats.

Maar het belangrijkste is de A-ploeg. De enige officiële competitie waar die voetbalploeg tot nu al aan deelnam, waren de Island Games, een competitie onder voornamelijk eilanden van het Britse koninkrijk. Manning: “Helaas kunnen we dit jaar niet deelnemen. Bermuda organiseert, het is de eerste keer dat deze spelen plaatsvinden buiten Europa. Die kost kunnen wij niet dragen.” Maar als in mei de UEFA dit adelaarsnest erkent, opent zich een nieuwe wereld, dan wordt Gibraltar opgenomen in de loting voor het EK 2016.

Wie wacht op nóg een extra dwerg? Manning, nu iets heviger: “Omdat we er verdorie recht op hebben! We proberen het al meer dan een decennium, tot grote ergernis van de Spanjaarden. Voetbal is hier dé sport, alle pubs hebben Skysports, ITV, het Engelse voetbal, Barça, Real Madrid. Al de belangrijkste gokmaatschappijen hebben hier hun zetel, veel banken ook. Maar dat heeft andere redenen”, grijnst hij.

De ster van de A-ploeg is Liam Walker, nu prof bij Portsmouth. Zijn verhaal is een modern sprookje. Manning: “Portsmouth speelde hier tijdens de zomer een oefenwedstrijd, net als Notts County – om onze nationale ploeg een tegenstander te bezorgen, nodigen we teams uit. Beide Engelse ploegen verloren en Liam was telkens de beste. Portsmouth nodigde hem uit voor een test en hij kon een profcontract tekenen. Notts County kwam net te laat. Een paar andere jongens interesseerden hen ook, maar die waren wat ouder, hadden hier een vaste job. Die opgeven voor een onzeker profbestaan in Engeland leek hen een gok.”

In die vriendschappelijke wedstrijden haalde de A-ploeg dus wel enig succes? Manning: “Zo slecht zijn we niet. We hebben al vriendschappelijk gespeeld tegen England C (U23), en gewonnen. Tegen de Faeröer gewonnen. En tijdens de Island Games hebben we het voetbaltoernooi ook al gewonnen.”

Ruw

Bondscoach Allen Bula komt erbij zitten op de zonovergoten tribune, terwijl de eerste helft rustig verder kabbelt, met een dominerend Manchester United, dat wel achterstaat door een blunder van de keeper. Een UEFA-erkenning zou top zijn, bevestigt Bula: “De federatie probeert het al zestien jaar. Als je het voetbal hier wilt ontwikkelen, moet je deel uitmaken van die familie. Dan krijg je fondsen, komen die spelers ook in beeld, worden ze getransfereerd en komen ze met ervaring terug.”

Bula, al zestien jaar proftrainer, nam drie jaar geleden de nationale ploeg over, na een avontuur in het Slowaakse Kosice. “Sinds mijn aanstelling ben ik de ploeg aan het voorbereiden op de erkenning. Ik wil niet dat ons overkomt wat met Andorra, San Marino of Liechtenstein gebeurde: erkend worden en dan zware nederlagen aangesmeerd krijgen. We trainen al een tijdje als profs. Ik heb verkregen dat de nationale ploeg de prioriteit is. Elke week probeer ik mijn spelers twee keer samen te laten trainen. Op een wedstrijd bereiden we ons voor door zes weken lang vier trainingen per week te houden. We streven naar een minimum van tien oefenduels per jaar. Niet tegen plaatselijke ploegjes uit Spanje, maar tegen zo groot mogelijke teams.” Zijn grootste tegenstander tot dusver was de Faeröer, op stage in Zuid-Spanje. Bula: “Dat was voor mij dé test om te zien waar we stonden. Een paar weken na die match zouden de Faeröer gelijkspelen tegen Noord-Ierland, maar wij wonnen met 3-0, na een goeie match. Daar kon ik wel zien waar ik moest aan werken. We wonnen ook met 4-0 van Portsmouth, er ís kwaliteit in de ploeg, maar het is ‘ruwe’ kwaliteit en dat ze in Gibraltar wonen, betekent dat het vooral onbekend talent is.”

Een probleem is de doorgroei, zegt een fan die vlakbij staat. Bula knikt. Tot hun achttiende voetbalt men in combinatie met de school. Nadien wijken er veel uit om te studeren in Engeland of de VS. Als ze vijf jaar later terugkeren en na hun uren weer voetballen, zit er een gat in hun ontwikkeling. Dat dichten velen nooit meer. Bula: “De besten gingen in Spanje voetballen, maar de crisis heeft daar een rem op gezet. Ze krijgen hun geld niet, zoeken hier een job en gaan zich amuseren op lager niveau.”

Lichten uit

Aan de rust is het nog steeds 1-0 voor Gladis. Bula slaat, in het Spaans, een praatje met een vijftienjarige lange slungel die in doel wat ballen pareert van spelers die de pauze gewoon doorbrengen op het veld, drinkend, met een half oor luisterend naar de coach en tussendoor wat op doel schietend.

Van de pauze maakt Allan Asquez gebruik om de spelers van Manchester United wat tips te geven. Ook in het Spaans, dé voertaal. Asquez is uitbater van de sportbar in het stadion, heeft in de stad nog een andere zaak en was tien jaar voorzitter van United. Vorige zomer gaf hij de fakkel door. “Geen tijd meer.”

Uiteraard zijn we nieuwsgierig naar de link met het grote United. Asquez: “We hebben net de vijftigjarige verjaardag van ons team gevierd, we zijn gesticht in 1962. Door fans van het échte United, uiteraard. Erkenning door de moederclub is er nooit gekomen. We hebben het vaak genoeg gevraagd, maar zij willen niet.”

Wat vindt hij van een eventuele UEFA-erkenning? Asquez: “Het zou een fantastische erkenning zijn, maar laat ons duidelijk zijn: we doen het vooral om financiële redenen. Er wordt gevoetbald in Gibraltar, maar er is geen geld om te investeren in terreinen, jeugd, of goeie trainers. Dit terrein is goed, vanwege de nieuwe mat, maar alles moet op dit ene veld gebeuren. Ook schoolsport. Krijgen we de erkenning, dan kunnen er meer middelen worden vrijgemaakt. Op dit moment is het niveau van onze jeugd degelijk, maar we boeken geen vooruitgang.”

Hoe flikken al die clubs dat, allemaal trainen op zo’n kleine oppervlakte? Asquez: “Door creatief te zijn. Je gebruikt hoekjes, speelplaatsen van scholen, braakliggende terreintjes, je jogt door de straten van Gibraltar…” Hij wijst op het veldje vlakbij het vliegveld. “We hopen dat het kunstgras daar snel wordt uitgerold. In het verleden waren er weleens problemen met dat veld. ’s Avonds heb je licht nodig, maar die werden vanuit de verkeerstoren gedoofd als er vliegtuigen landden. Uit veiligheidsoverwegingen. Maar daar zijn ze na een tijdje mee gestopt, want er zat weinig systeem in. Soms gingen de lichten pas uit nadat het vliegtuig al op het tarmac stond. En andere keren vergaten ze die weer aan te steken.”

We horen de Belgische bondscoach al zuchten als hij bij een volgende loting Gibraltar trekt. Asquez: “Wij hopen dat we ooit in staat zijn om met jullie te wedijveren, maar we zijn er ons van bewust dat de weg nog heel lang is. Als België hier een interland komt spelen, willen we een waardige tegenstander zijn. Geen slachtvee. Hier is veel passie voor voetbal en dat willen wij tonen. Gibraltar is meer dan een aap op een rots.” ?

DOOR PETER T’KINT IN GIBRALTAR – BEELDEN: GF

“In het verleden werden de lichten op het veld vanuit de verkeerstoren gedoofd als er vliegtuigen landden.” Allan Asquez

“We wonnen met 3-0 tegen de Faeröer, dat drie weken later gelijkspeelde tegen Noord-Ierland.” Bondscoach Allen Bula

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content