Vier maanden geleden vierde BX Brussels zijn eerste verjaardag. Het zakte naar provinciale, maar werkt hard aan een stevige verankering in Brussel.

Vorig jaar, dat was nog een beetje als voetballen in het park. Dit jaar voel je dat het ernst begint te worden.” Ciriac is een van de nieuwe getrouwen van BX Brussels. Half supporter, half materiaalman, definieert deze oud-speler zichzelf als allemansvriend, een soort van ‘raadgever’ in het nog vage organigram. Niet abnormaal voor een club die afgelopen zomer haar eerste kaarsje op de verjaardagstaart uitblies en nu een middenmoter is in de eerste provinciale van Brabant. Ook al liep het aanvankelijke enthousiasme door de degradatie van het eerste elftal uit op een flinke teleurstelling, je zult niemand vinden bij BXB die het kind met het badwater wil weggooien.

Een ambitieus sociaal project

Het project dat ontstond uit de as van het opgebrande FC Bleid-Molenbeek en dat iets meer dan een jaar geleden door Vincent Kompany nieuw leven werd ingeblazen, heeft nooit als doel gehad om een piramidale club te worden die met reuzenschreden de ladder van het Belgische voetbal opklimt. “Eerder een sociaal project dan een voetbalclub”, benadrukte CEO Jesse De Preter bij de persvoorstelling van BXB in juli 2013 op Tour & Taxis. In zijn tweede levensjaar legt BXB de prioriteit bij een programma dat persoonlijke competenties moet ontwikkelen door middel van de sport. Voor de realisatie van dat idee werd in januari een social manager aangeworven. Cathy Van Remoortere kreeg de nodige tijd om het project te bestuderen, legt Jesse De Preter uit: “We hebben haar gezegd dat ze zes maanden mocht uittrekken om iedereen te leren kennen, om zich in te werken, om bij te leren.”

“Het idee is om de jeugd belangrijke competenties bij te brengen, die zowel hun nut hebben op school als in het professionele leven en in het leven van elke dag. Maar dat vraagt allemaal tijd”, legt Van Remoortere uit. De jongsten zullen nog wat geduld moeten oefenen voor hun structuur helemaal op poten staat, maar de trainers zullen vanaf dit jaar vaststellen dat er wat beweegt op BXB. Het programma ‘Coach the coacher’ zal in eerste instantie tot doel hebben om trainers op te leiden.

Een regionale verankering

Een ander werkpunt bij BXB afgelopen zomer was de verdubbeling van het aantal jeugdspelers met het doel elke leeftijdscategorie te kunnen opsplitsen in een A-kern en een B-kern. Dat lukte vrij snel. Het moeilijke is nu om neen te zeggen, zodat de club niet uit haar voegen barst. “Groeien is prima, maar iedereen moet wel speelkansen krijgen. We willen maximaal drie invallers per ploeg”, legt Patricia De Wolf uit, de administratief coördinator en vrouw van ex-international Michel De Wolf,die momenteel wordt overspoeld door aanvragen tot aansluiting. Die kunnen niet allemaal worden ingewilligd, ondanks de richtlijnen van de big boss. “Vincent wil iedereen, hij wijst elk idee voor een toelatingsproef af. Het is de bedoeling dat alle kinderen wedstrijden kunnen spelen”, zegt Michel De Wolf (56), goed voor 19 seizoenen eersteklassevoetbal en drie WK’s met de Rode Duivels (1986, 1990 en 1994) enthousiast.

Op dit moment is BXB gebonden aan een maximaal aantal aangesloten leden: 220. Het gebrek aan ruimte in Brussel is bekend bij alle actoren van het Brusselse sportleven. De Preter: “Met het schrijnend gebrek aan infrastructuur in Brussel zijn we al blij dat we zo veel jeugdploegen hebben, meer dan verhoopt.” Om te groeien biedt BXB dit seizoen drie speelsites aan, over Brussel verspreid: de CERIA-campus in Anderlecht, de terreinen langs de Oorlogskruisenlaan in Neder-Over-Heembeek en Bempt in Vorst. Dat is nog maar het begin, zegt De Preter. “Met de mobiliteitsproblemen in Brussel is dit een goeie oplossing als we een groter publiek willen bereiken. Idealiter zijn we op zo veel mogelijk plaatsen aanwezig.”

Dit seizoen verliet BXB de ‘originele’ basis van de club, de accommodatie van RSD Jette, en verhuisde naar sportpark Bempt in Vorst. Een verstandige beslissing, vindt Junior Ngalula, oud-Anderlechtspeler en ‘manager naar Engels model’: “We hadden nood aan een plek waar we ons op ons gemak voelen.” Dat was in Jette niet langer het geval, bevestigt André Deliens, aanvankelijk sterkhouder van FC Bleid, die in september de Noor Johnny Mikael Gallefoss (doorgeschoven naar de jeugdwerking, maar afgelopen weekend na drie jaar nog eens in spelersplunje actief op het veld) verving als hoofdtrainer. “Het samenwonen in Jette was lastig en de verstandhouding fragiel. In feite was het alsof we altijd op verplaatsing speelden.”

Een solide basis

Het valt niet mee om een geloofwaardig alternatief op poten te zetten in een stad met Sporting Anderlecht, Union Sint-Gillis of White Star. BX Brussels moet dus op zoek naar een publiek dat in staat is om stamnummer 9026 van een lang leven te verzekeren. Dat wordt niet eenvoudig als je ziet hoe snel de twee supportersclubs die vorig jaar in de euforie werden opgericht, ondertussen weer verdwenen zijn. Als erevoorzitter van het schimmige BX K-STARS maakte Michel De Wolf die doodsstrijd mee. “De supporters voelden zich al snel in de steek gelaten”, zegt hij. “De mayonaise pakte nooit echt, de resultaten bleven uit. Halverwege het seizoen was het project al zogoed als begraven.”

De degradatie was de genadeklap. In mei was de supportersbasis die overgeërfd was van Bleid-Molenbeek compleet verdwenen. Junior Ngalula zag het lange tijd met lede ogen aan, maar heeft er nu toch weer vertrouwen in: “Misschien is het wel een goeie zaak, het is nu aan ons om te bewijzen dat we fans verdienen. We zijn er niet altijd in geslaagd om veel liefde op te wekken, maar dat gaat veranderen.”

Het is dus geen wonder dat er tegenwoordig maar een dertig man opdaagt om BXB op zondagmiddag aan te moedigen, onder wie ook steevast Ciriac: “Oké, BXB is Barça niet, maar wacht twee of drie jaar!” Jesse De Preter: “De Engelse econoom Simon Kuper legt uit dat de meeste voetballiefhebbers drie clubs hebben: de club van hun hart, waarmee ze een sterke emotionele band hebben, de club die ze tof vinden omdat ze er in de buurt wonen, en een derde club die voortdurend verandert. Wij willen die club van het hart zijn! We zijn ons ervan bewust dat daar enige tijd overheen zal gaan, maar we gaan onze eigen supporters creëren.”

DOOR MARTIN GRIMBERGHS

“In Jette was het alsof we altijd op verplaatsing speelden.” André Deliens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content