Meer dan ooit klaar om te inspireren

© BELGAIMAGE

De voorbije twee weken hield het BOIC zijn jaarlijkse stage. Een nieuw anker-punt in wat ‘de beste voorbereiding ooit richting de Olympische Spelen’ wordt genoemd. Hoe wil Team Belgium, zoals vermeld in het promofilmpje met Nina Derwael en co, in Tokio zo de volgende generatie inspireren? Een verslag vanuit Turkije.

‘Welcome to the home of Team Belgium’ prijkt op een banner aan de inkomhal van de Gloria Sports Arena in Belek, een stad nabij Antalya waar de vakantieresorts als paternosterkralen aaneengeregen zijn. Met dit sportcomplex als fonkelende parel: een domein van 105 hectare (een van de grootste in Europa), volledig afgebakend en beschermd door security-guards – je voelt je pas in Turkije wanneer een muezzin op een minaret de moslims dagelijks tot gebed oproept.

Meer dan twintigduizend topatleten hebben hier al getraind, goed voor – zo vermeldt de website trots – 261 medaillewinnaars op internationale kampioenschappen. De Gloria Sports Arena ademt dan ook topsport. Met boven de receptie grote chronometers die het uur van Rio, Tokio en Parijs, de vorige en toekomstige locaties van de Zomerspelen, aangeven. Met aan elk toilet desinfecterende spray om de handen van sporters te ontsmetten. Met tientallen ingekaderde foto’s van de beroemdste olympiërs in de geschiedenis die elke gang opfleuren. Met inspirerende leuzen op de muren, van ‘ Faster, higher, further. Victory starts form here!‘, over ‘ Where champions train’, tot een spreuk van de vermaarde eerste Turkse president Mustafa Kemal Atatürk. ‘ I like sportsmen who are smart, agile, and also well behaved. ‘

Het BOIC organiseerde, op voorspraak van Olav Spahl, verschillende meetings en avonden om de interactie tussen de atleten te vergroten.

Maar vooral met faciliteiten voor meer dan vijftig sporten: inclusief een indoor- en outdoorvijftigmeterzwembad (mét een steevast presente redder), een duiktoren, een atletiekpiste, een hockey-, een beachvolleybal- en twee voetbalvelden, een indoorhal met drie basketbal/volleybalterreinen, een boksring, een immense fitnesszaal en een cryotherapiekamer. Plus een restaurant met (uiteraard) gezonde vijfsterrenbuffetten. Ironisch genoeg ligt vlak naast de Gloria Sports Arena wel een… Burger King, voor atleten die toch eens willen zondigen – al hebben we er niemand op kunnen betrappen.

Niettemin is dit resort duidelijk een trapje hoger dan Club La Santa op Lanzarote waar het BOIC al sinds 1991 voor zijn jaarlijkse stage naartoe was getrokken. Deze keer verkoos het olympisch comité dus het Turkse complex, na goede ervaringen van de Belgische atletiekfederatie. Bovendien goedkoper dan de stage op Lanzarote, met een kostenplaatje van zo’n 250.000 euro (vliegtuigreizen plus all-inpakketten voor 64 atleten, en een 30-tal coaches, medisch personeel, BOIC-stafleden, afgevaardigden van sportfederaties…)

Ideaal om te ontsnappen aan de winterse kou en regen in België en om onder de zon, bij temperaturen van 18 graden, in topfaciliteiten te trainen/recupereren. Toch paste deze stage niet in het programma van Nafi Thiam. Ook de judoka’s (op stage/toernooi in Japan), Pieter Timmers (aan de slag op het EK korte baan) en Nina Derwael (wegens geen turnzaal in de Gloria Sports Arena) ontbraken.

Wel aanwezig: atleten uit negen sporten, met als grootste ‘naam’ Emma Plasschaert. Er is nochtans geen (zeil)water in de buurt, maar de ex-wereldkampioene werkt aan de zijde van haar Britse coach Mark Littlejohn en fysiek trainer Ward Vande Cappelle de hele week, tot vier à vijf uur per dag, aan haar fysieke conditie, met kracht-, spinning- en zwemsessies, vaak in het gezelschap van kamergenote/zwemster Fanny Lecluyse. Volgens een aangepast schema dat Plasschaert nog dynamischer moet maken – ‘ I want her to become like dynamite‘, aldus Littlejohn.

Fanny Lecluyse en Emma Plasschaert.
Fanny Lecluyse en Emma Plasschaert.© BELGAIMAGE

Individuele fysieke schema’s die ook de Red Lions, de andere wereldkampioen/’sterren’ van deze stage, al een tweetal maanden volgen sinds ze de training hervatten na hun Europese titel afgelopen zomer. Meer dan de trainingen op het perfect onderhouden hockeyveld waren die sessies prioritair in Belek. ‘In deze ( hockey)sticks downperiod willen we de minpuntjes van iedere speler wegwerken, hen zo nog enkele procentjes sterker maken’, vertelt fysiektrainer Mick Beunen. ‘Je voelt zelfs dat ze daar meer zin in hebben dan in intensieve hockey- of tactische sessies. Omdat ze beseffen hoe cruciaal de fysieke conditie, in de slopende hitte van Tokio, wordt. En voor sommigen misschien ook bepalend voor een wel of niet-selectie, want de plaatsjes zijn duur.’

Nationaliteitsgevoel

Dat het BOIC naar een complex trok waar de hockeymannen, in tegenstelling tot op Lanzarote, wel op een hockeyveld konden trainen, is geen toeval. De Red Lions moesten dienen als voorbeeld van een ploeg waar de begeestering en teamgeest van afdruipt. Mannen die de individuele atleten moesten meenemen in ‘ a winning environment‘, zoals Olav Spahl, sinds begin dit jaar Directeur Topsport van het BOIC en ook Chef de Mission voor Tokio 2020, dat noemt. Een omgeving waarin op de kleinste details gelet werd. Zo kreeg iedere atleet bij het begin van de stage een flesje desinfecterende handgel en voerde Spahl een regel in waarbij ook de begeleidende staf geen alcohol mocht drinken in het restaurant.

Vincent Vanasch en Toma Nikiforov wisselen Paninistickers uit.
Vincent Vanasch en Toma Nikiforov wisselen Paninistickers uit.© BELGAIMAGE

De Red Lions moesten daarnaast het Team Belgium-gevoel mee helpen opkrikken. Iets waar hun coach, Shane McLeod, in zijn speeches voor een match al meermaals op inspeelde. ‘Een gevoel, ‘ vertelt Spahl, ‘dat sinds Rio 2016 steeds meer is beginnen te leven, en zeker nu, in de laatste rechte lijn richting Tokio. Opvallend hoe vaak ik Belgische sporters op sociale media landgenoten heb zien aanmoedigen en elkaar heb zien feliciteren.’ Niet toevallig werd in Belek, tijdens een van de meetings met de atleten, dan ook het filmpje getoond van hoe de Red Lions in Rio in hun hotelkamer uit de bol gingen toen Pieter Timmers zilver won. Niet toevallig waren het ook enkele hockeymannen die, kijkend naar de tv in de bar van de Gloria Sports Arena, golfer Thomas Detry aanmoedigden richting een podiumplaats op Mauritius. Niet toevallig speelden ook zij UNO in de lobby (met de nodige decibels). Of hielden ze met andere atleten tennisvoetbaltoernooitjes, waarbij de verliezers ludieke opdrachten moesten uitvoeren: van honderd meter kruipen, over een halfuur zonder gsm in de lift blijven en met de veters van beide schoenen vastgebonden gaan eten, tot zingen voor de hele groep.

Ook het BOIC zelf organiseerde, op voorspraak van Olav Spahl, verschillende meetings en avonden om de interactie tussen de atleten te vergroten. Onder meer een olympische quiz en een social sports night, waar gemengde teams basketbal, volleybal en het ludieke bumball (waarbij je de bal opvangt via een velcroklever op je borst of achterwerk) speelden. Nog origineler: de Meet & Greet Team Belgium Panini Exchange, waarvoor het BOIC bij Panini tweehonderd albums bestelde, inclusief stickers met de foto’s van alle aanwezige topsporters in Belek. Die moesten zij die avond, en later tijdens de stage, uitwisselen. Met als doel het volledige album vol te krijgen en vooral zo spontane ontmoetingen te creëren. Een succes, want er werden tegelijkertijd gsm-nummers en handtekeningen uitgedeeld.

De accommodatie in Belek was indrukwekkend.
De accommodatie in Belek was indrukwekkend.© BELGAIMAGE

Ideeën werden er ook uitgewisseld tijdens de Tokio 2020 Home of Team Belgium-sessie. Met het oog op een Belgisch getinte, comfortabele, inspirerende en praktische aankleding, inrichting en sfeer van het Japanse basiskamp in Mito, en van het olympisch dorp in Tokio, kregen de atleten verschillende vragen voorgeschoteld. Wat is het mooiste moment uit Belgische olympische geschiedenis? Wat is belangrijk in een atletenlounge of in de kamer? Welke liedjes geven jullie energie, of maken jullie ontspannen? Welk eten of drinken doen jullie aan België denken?

Gemengde teams moesten de antwoorden (onder meer ‘appelmoes met worst en patatten’, op die laatste vraag) op post-its schrijven. Die werden dan aan de muur geplakt, voor een mooi visueel overzicht. Met alle antwoorden zal Gert Van Looy, olympic games-manager van het BOIC, aan de slag gaan in Japan. En met de genoemde liedjes zullen Ben Roeges en Benjamin Wery, de mannen van de communicatiedienst, Team Belgium-playlists op Spotify aanmaken, die ze de komende maanden zullen lanceren voor het grote publiek, en die ook in Japan afgespeeld zullen worden.

Dat allemaal om het groeps/nationaliteitsgevoel in Belek en in Tokio een extra duwtje te geven. Al was de meest bindende activiteit in Turkije de teambuildingnamiddag waarbij tien ploegen van tien atleten/leden van de begeleidende staf houten ‘Formule 1’-karretjes Ikeakastgewijs in elkaar moesten vijzen en race-outfits met allerhande patronen moesten bespuiten. Daarna werd op een grasveldje een tijdrit georganiseerd, met een bestuurder en twee pushers voor elk karretje. Tot jolijt van iedereen toen er teams uit de bocht gingen. Al keek Johan Bellemans, hoofd van de medische dienst, met dichtgeknepen billen toe – bang voor mogelijke blessures. Zeker toen een kinesist over de kop ging en zwaar op zijn sleutelbeen belandde. Een dompertje op een sessie vol plezier, waarin de competitiegeest zichtbaar bovendreef en zelfs diegenen met twee linkerhanden zich vol inzetten. ‘Precies hoe iedere sporter de Olympische Spelen zou moeten beleven. Door fun en pósitieve druk het beste van jezelf geven en boven jezelf uitstijgen’, prijst Jef Brouwers, psycholoog van Team Belgium.

Rampaer (communicatie) en Philippe Vander Putten (CEO).
Rampaer (communicatie) en Philippe Vander Putten (CEO).© BELGAIMAGE

Expertise

De aanwezigheid van Brouwers, en van sportdiëtiste Stephanie Scheirlynck, was ook niet toevallig. Brouwers gaat al langer mee op de stage om de olympiërs met mentale noden te helpen, Scheirlynck werd voor het eerst uitgenodigd, op verzoek van Olav Spahl. Die wilde nog meer de klemtoon op gezonde voeding leggen, vooral bij atleten die zich nog niet laten begeleiden door een diëtist(e). ‘Door de lagere instapdrempel tijdens zo’n stage zullen ze mij makkelijker benaderen’, vertelt Scheirlynck. ‘Voor een grondige analyse van hun voedingspatroon of met heel concrete vragen. Wanneer moeten ze in aanloop naar de Spelen minutieus op hun voeding beginnen te letten? Hoe kunnen ze (deels) vegetariër worden, als topsporter?’

Expertise die past in het kader van een nog meer geperfectioneerde voorbereiding richting Tokio, op álle vlakken. Zo gaven twee vertegenwoordigers van persagentschap Belga de atleten een korte mediatraining, als aanloop naar uitgebreidere, praktijkgerichte sessies komend voorjaar. Er werden ook richtlijnen meegegeven voor het gebruik van sociale media. Met name – na het versoepelen van de voorheen, strenge commerciële regels – over het posten van dankboodschappen aan de persoonlijke sponsors. Samen met hun flesje alcoholgel kregen de olympiërs ook een minicursus handenwassen, en advies over hoe ze op het vliegtuig haarden van bacteriën kunnen vermijden.

Johan Bellemans en zijn medische équipe onderwierpen iedere atleet ook vier uur lang aan een Functional Movement Screening (FMS). ‘Daarbij’, legt Bellemans uit, ‘brengen we het optimale bewegingspatroon in kaart, geven we aan hoe iemand een afwijking of onevenwicht in bepaalde spiergroepen kan wegwerken, om zo bijvoorbeeld nog iets explosiever te worden. Minieme verschillen, maar mogelijk beslissend voor een medaille.’

In Belek werd ook het Pangea-platform definitief ontrold. ‘Genoemd naar het oercontinent Pangea, toen alle continenten nog één geheel vormden’, verklaart fysiotherapeut Tom Mertens. ‘Vanaf nu zullen we alle medische info van ruim tweehonderd potentiële olympiërs, elke nieuwe behandeling/consultatie bij een kinesist/arts, in een onlinedossier bundelen. Zo zijn alle mensen in het begeleidingsteam en van het BOIC meteen op de hoogte. Mede door de feedbacklijst die de atleten elke week moeten invullen, zullen we bij elk pijntje, bij elk slecht gevoel direct kunnen ingrijpen, zodat we in aanloop naar de Spelen niet voor verrassingen staan.’

De Red Lions beschikten in Belek over verschillende terreinen.
De Red Lions beschikten in Belek over verschillende terreinen.© BELGAIMAGE

Innovatie

Kennis van de topcoaches en andere experten bundelen en uitwisselen: dat wilde Olav Spahl in Belek nog meer accentueren, via het (al voor Rio 2016 opgestarte) Olympic Coaches Platform. Davoud Etminani, de Britse hoofdtrainer van het Vlaamse taekwondoteam gaf zo in Belek een sessie Achieving world class performances, Mark Littlejohn, de coach van Emma Plasschaert, sprak over ‘de twee r’en’ – routine en repetitie – als lijm van topprestaties, en Spahl zelf leidde een interactieve sessie in over hoe een atleet moet omgaan met hoge verwachtingen van pers, familie, federatie, sponsors… – een van de valkuilen op de Olympische Spelen.

Cross learning was er ook naast die sessies, tussen coaches en vertegenwoordigers van uiteenlopende sporten. Zo ging Koen Umans, general manager van de nationale damesbasketbalploeg, te rade bij atletiekcoach Wim Vandeven. Met de vraag hoe hij de Belgian Cats hoger kan laten springen en zo meer rebounds kan laten plukken door nog beter te timen en af te stoten, zoals hoogspringers. Ook hier kan elke centimeter immers het verschil maken tussen wel of niet winnen.

Een teambuildingactiviteit.
Een teambuildingactiviteit.© BELGAIMAGE

Meer dan ooit zijn alle geledingen in de Belgische topsport daarvan doordesemd. Maar ook erbuiten, want universiteiten en bedrijven kwamen de laatste jaren zelf op de proppen met hoogtechnologische innovatie om de topsporters te ondersteunen. Zo werd in samenwerking met Sport Vlaanderen en experten in verschillende domeinen twee jaar lang geschaafd aan een hitteplan. Dat werd door het medisch team van Johan Bellemans in Belek gefinaliseerd en gecommuniceerd naar atleten en coaches, die het de volgende maanden en in Japan in praktijk moeten omzetten.

Beter dan wie ook zullen de Belgische olympiërs zich klaargestoomd hebben op de hitte en hoge vochtigheidsgraad in Tokio. Als onderdeel van een algemene voorbereiding die nooit zo wetenschappelijk onderbouwd en zo gedetailleerd uitgewerkt werd. ‘Als ik de voorbereiding op de Spelen van Peking 2008 vergelijk met die van nu, dan was dat de prehistorie. Dag en nacht verschil’, benadrukt Johan Bellemans. Of dat effectief meer medailles/topachtplaatsen dan in Rio 2016 (6/19) zal opleveren – het doel van het BOIC – is geen garantie. Maar dat Team Belgium zo meer dan ooit een groot nationaliteitsgevoel, een winnaarsaura en een gefundeerd zelfbewustzijn zal uitstralen, staat wel buiten kijf.

Dat bevestigt ook Rutger Smith, de Nederlandse ex-wereldtopper in het kogelstoten en discuswerpen en sinds oktober topsportcoördinator van de Vlaamse atletiekfederatie. ‘Jullie Belgen keken in het verleden altijd op naar de vele medaillewinnaars in Nederland. Wel nu, na de successen van Derwael, Plasschaert, Thiam, de Belgian Cats, de Red Lions… krijg ik steeds meer mails en berichten van landgenoten. ‘Rutger, wat gebéúrt daar in België?’ Natuurlijk is nog niet alles perfect, maar ik voorspel dat dat gestegen respect vanuit Nederland na Tokio alleen maar zal stijgen.’

Aan de stage in Belek zal het alleszins niet liggen. ‘Mijn cijfer op 10? 9,95!’, zegt chef de mission Olav Spahl trots op de slotdag. Team Belgium: meer dan ooit ‘ ready to inspire the next generation‘.

Chad le Clos: supporter van de Belgen

Opgemerkte gast in de Gloria Sports Arena: Chad le Clos, de Zuid-Afrikaan die op de Spelen van Londen 2012 ene Michael Phelps versloeg op de 200 meter vlinderslag – tot vreugde van zijn knotsgekke, juichende vader. Dit resort blijkt zijn tweede thuis, weet Louis Croenen, de olympische finalist van Rio 2016 op de 200 meter vlinderslag die in het verleden al vaker samen trainde met Le Clos in Belek.

Deze keer waren de gezamenlijke trainingssessies beperkt, want de Zuid-Afrikaanse posterboy bouwde af naar een manche van de International Swimming League in Las Vegas. En dus spendeerde hij veel tijd met de Belgische olympiërs, poker spelend – ‘Vraag me geen namen’ – of pratend aan de bar met – niet toevallig – de Belgian Cheetahs (4×400 meterploeg).

Of met hockeyer Manu Stockbroekx aan wie Le Clos vertelde over zijn eerste jaren als zwemmer, toen Phelps, het icoon dat hij later klopte, nog zijn idool was. Waarop Stockbroekx over het parcours van de Red Lions praatte, en over het ontbrekende hiaat in hun palmares: de olympische titel. Op de steun van Le Clos zullen de hockeymannen, heel Team Belgium, in Tokio alvast kunnen rekenen. ‘ I will cheer for you guys!

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content