Ondanks het walgelijk vroege ochtenduur verschijnt middenvelder Aleksander Mutavdzic van Cercle Brugge fris en monter op de afspraak. Zijn flashy, gele T-shirt past perfect bij het bruisende enthousiasme waarmee hij voor de dag komt. Stilzitten is niks voor hem. Plots gaat hij zo op in zijn uitleg dat hij opveert van zijn stoel om de interviewer, die de slaap nog wat uit zijn ogen aan het wrijven is, een ferme duw te verkopen. “Kijk,” zegt hij, “dat soort dingen heb je in de Belgische competitie ook. Duwen, trekken, duels, springen, I kick you, you kick me, korte passes, lange passes. In de Balkan niet. Daar, en bijvoorbeeld ook bij Levski Sofia, waar ik het laatst voetbalde, wordt altijd kort gespeeld, tik-tak. Hier heb je meer dan dat.”

Van de motivatie waarmee hij het uitlegt, zou een mens jaloers worden. “En als je me vraagt waarom Cercle me naar hier moest halen, wat ik het team kan bijbrengen, is het net die motivatie. Als ik niet win, ben ik niet gelukkig.

“Ik ben hier in de eerste plaats om Cercle te helpen bij de strijd om het behoud en ten tweede om te bewijzen dat er niets mis is met mijn knie. De blessure die ik daaraan gehad had, werd bij Standard vaak als excuus gebruikt als ik niet mocht spelen, terwijl ik daar totaal geen hinder meer van ondervond. Omwille van de heisa daarover ruilde ik tijdens de winterstop de Rouches voor Sofia, in Bulgarije.

“Maar de competitie daar is niet zo aantrekkelijk als hier. Je hebt er vier goede teams en de tegenstand voor hen is heel flauwtjes. Op het eerste gezicht lijkt dat in België net zo. Maar als hier pakweg Beveren tegen Standard speelt, bestaat de kans dat er gestunt wordt. In België heb je ongeveer elke week een verrassing, in Bulgarije niet. Bovendien stond het leven in Sofia me niet aan, er is veel criminaliteit. Een laatste reden van mijn vertrek daar, is dat ik er mijn vrouw en zoon door omstandigheden moest missen. Hier heb ik ze wel rond mij, dan voel ik me beter.”

En dat moet nu op het veld zijn vruchten afwerpen, al kreeg hij in de enige wedstrijd waarin hij tot nog toe mocht starten niet de plaats toegewezen die hem naar eigen zeggen het beste ligt. “In een 4-4-2 rendeer ik centraal in het middenveld optimaal. Tegen Gent moest ik echter een flank voor mijn rekening nemen. Maar ik ben professioneel, doe wat de trainer vraagt.”

De mogelijkheid om opnieuw bij Rode Ster Belgrado te gaan voetballen, interesseerde Mutavdzic niet echt. “Daar heb je een kern van meer dan 25 spelers. Ik ken jongens daar die niet aan voetballen toekomen en er ook niet meer weg geraken. Als je jong bent, is dat niet zo erg. Maar ik ben al 29. Als je bovendien ziet dat een bepaalde speler die niet goed is, daar elke week speelt, dan weet je dat binnen die club een probleem schuilt. In een ploeg waar je te veel spelers hebt en de trainer elke week wisselt, weet je nooit wat er met je gebeurt.

“Plus : het is een competitie waarin je amper opgemerkt wordt. Ik wou niet het risico nemen om daar stilletjes weg te kwijnen.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content