Was er tijdens de play-offs meer enthousiasme in het stadion en hadden de trainers het gevoel dat de kwaliteit van het spel verbeterde? Neen, klinkt het quasi eensluidend.

Jos Daerden: “Dat wijt ik aan het ontbreken van Standard en Genk in play-off 1.” GuidoBrepoels: “En het is crisis hé, het kost allemaal veel geld.” GeorgesLeekens: “De prijzenpolitiek is duidelijk voor herziening vatbaar. Maar daarnaast verdween ook snel de spankracht.” FranckyDury: “Van meer enthousiasme heb ik alvast niks gemerkt. Gent-Club om de tweede plaats, of Club-Anderlecht voor de titel waren spannend, maar dat waren ze ook in een normale competitie geweest.”

Adrie Koster: “Minder volk en minder enthousiasme hangen samen met de resultaten. En die van ons waren ook minder.” Ariël Jacobs: “De spanning rond de eerste plaats was vrij vlug weg.”

Was er in play-off 2 enthousiasme?

Frank Vercauteren: “Wij hebben wedstrijden in quasi lege stadions gespeeld.” Daerden: “Play-off 2 is ondergesneeuwd. Je strijdt er voor het vroegere Intertototicket, iets waar veel clubs in het verleden voor pasten. Maar in een gewone competitie heb je op het einde ook matchen zonder inzet.”

Glen De Boeck: “Mijn gevoel is zelfs dat er tijdens de play-offs minder dan anders over voetbal werd gesproken. Op een gegeven moment raken de mensen verzadigd.” Peter Maes: “In de reguliere competitie was de doelstelling altijd dichtbij voor de teams in de buik van het klassement, dat kwam het enthousiasme ten goede. Bij mezelf en anderen merkte ik wel dat je tijdens de play-offs je concentreert op die play-off waar je zelf in zit. Ik keek met weinig belangstelling naar play-off 1. Dat geldt ook voor onze fans. Ik vind dat geen goede zaak.”

En de kwaliteit?

Koster: “Er wordt gerekend, dat is logisch: dat doe je ook op het einde van de competitie.” Maes: “Wij vonden de reguliere competitie nog altijd het belangrijkste en daar moesten we dan nog iets aanbreien.” Brepoels: “Gezien de vermoeidheid lag het tempo veel lager. De ploeg die op voorsprong kwam, won meestal de wedstrijd.” Dury: “Ik zag veel wedstrijden in het duel, dat betekent dat de ploegen niet fris meer zaten. De tien fantastische bekerfinales die iedereen verwachtte, heb ik niet gezien. In play-off 2 speelden veel ploegen de meeste matchen met jeugdspelers. Dat kan toch niet de opzet van competitievoetbal zijn?” Leekens: “Mijn spelers hadden te veel goesting om te tonen dat ze konden meestrijden voor dat Europees ticket, wat de kwaliteit van ons spel niet bevorderde.” Jacobs: “Voor STVV, KV Kortrijk en Zulte Waregem was het een mooie beloning om bij de eerste zes te mogen eindigen. Ik vind het dan wat goedkoop hen het verwijt te sturen dat ze niks konden bijbrengen. Dat is net de charme van zo’n nacompetitie, dat er verrassingen uit de bus kunnen vallen. Nu leek het wel alsof die ploegen hun ticket niet verdiend hadden.” Dominique D’Onofrio: “De kwaliteit daalde omdat de fysieke en mentale frisheid ontbrak.” Dennis van Wijk: “In een reguliere competitie heb je ook heel goede wedstrijden, maar soms echte snertmatchen.”

Daerden: “Het gebrek aan kwaliteit had ook te maken met de erbarmelijke staat van de velden. Ik vind dat een schande en een werkpunt.” De Boeck: “Dat kwam omdat de meeste velden door het kerstvoetbal en de druk van de kalender belast zijn geweest op momenten dat het niet mocht. Daardoor liggen ze er nu zo abominabel bij. Zo erg is het bij mijn weten nog nooit geweest.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content