Eerste na de reguliere competitie, zicht op een Europese kwartfinale en zondag in de bekerfinale kans op een eerste trofee. De ster van Club Brugge schittert dit seizoen. Het is, na jaren inspanningen, tijd om te oogsten.

Of we de laatste afspraak van de week zijn? Het is vrijdagavond en langzaam verdwijnt de zon achter de bomen. Neen, lacht Vincent Mannaert (40). De voorlaatste. De laatste is een etentje, “iets plezants”. Niet om de werkweek af te sluiten, want op zaterdagochtend moet hij alweer in Brugge zijn. Om tien uur is er al een vergadering om de bekerfinale van zondag verder voor te bereiden. En op zondagmiddag worden hij en zijn ploeg in Westerlo verwacht, voor de slotspeeldag in de reguliere competitie. De blauw-zwarte trein dendert voort. Non stop.

Zondag kan u een eerste prijs pakken.

Vincent Mannaert: “Een Europese kwartfinale vind ik ook een prijs, gezien de krachtsverhoudingen. Maar realistisch gezien zijn er voor Belgische topclubs twee: beker en titel. Ik heb daarbij al een tijdje het gevoel dat dit seizoen alles aan het samenvallen is, iets waar we al drie, vier jaar naartoe werkten. In de Europa League zijn we de enige nog ongeslagen ploeg. Er zat nog geen absolute topploeg bij, maar als je tien van je dertien matchen wint en je hebt het minste aantal tegengoals, dan zeg ik: knap gewerkt. Ik denk dat de grootste vooruitgang die we boekten onze mentale veerkracht is. Nadat de zomertransfers zich integreerden, zijn we in het najaar, historisch voor Club een zeer moeilijke periode, op kruissnelheid gekomen. Toen zag je al dat er naast scorend en voetballend vermogen ook veerkracht in de ploeg zat. Achterstand op Standard, thuis tegen Genk, tegen Anderlecht,… Telkens kwamen we terug. Dat is misschien wel het grootste verschil met de vorige jaren. Bij momenten hebben we ook het beste voetbal gebracht, gedurende zes à zeven matchen. Maar toen stonden we nog niet zover inzake mentale weerbaarheid. Die mix is er nu wel. We hebben recent ons dipje gehad, in een moeilijke reeks met Kortrijk, Lokeren en Gent. Een moment waarop we ook net in een blessuregolf zaten, met Víctor Vázquez, Lior Refaelov en José Izquierdo. Toen vervolgens Vázquez definitief uitviel, heeft het een week of twee geduurd voor technische staf en spelers op plan B terugvielen.”

Lange bal, duel om de afvallende bal,…

“Directer voetbal. Niet zozeer de blauwdruk van het Standard waarmee Michel Preud’homme kampioen werd, maar eerder het resultaat van kijken wat er nog aan kwaliteiten voorhanden was. We wisten dat we makkelijk scoorden, maar ook dat we achteraan soms kwetsbaar waren als we probeerden meer dominant te voetballen. Door daar een paar kleine verschuivingen te doen, is Michel op korte tijd tot veel blokvorming en strijd gekomen.”

Slaven Bilic, de trainer van Besiktas, noemde het ‘simpel voetbal’.

“Dat vind ik niet. Mocht het zo simpel zijn, dan zou het ook simpel zijn om er een oplossing voor te vinden. Ik proefde bij hem wat frustratie omdat ze het niet met 0-2 afmaakten. Ik hoorde ook al de omschrijving ‘zakelijk’. Niet mee eens, ik heb bij het publiek weinig zakelijke reacties gezien. Eerder een sfeer meegemaakt, in een niet gevuld stadion, die er al een tijdje niet was. En er zat bij momenten goed voetbal in.”

Heeft u zich toen het moeilijk ging op een bepaald moment zorgen gemaakt?

“Neen. Omdat ik heb geleerd dat gelijk welk kantelmoment in deze competitieformule in de play-offs valt. En omdat er heel duidelijk aanwijsbare redenen waren voor dat mindere moment. Van die drie matchen tijdens de 1 op 9 had ik het minste gevoel bij de laatste twintig minuten tegen Lokeren. We kwamen terug tot 1-1 en toen dacht ik: nu gaan we erover. Maar toen sloeg de vermoeidheid toe.”

Gezonde rivaliteit

Terug naar de beker. Waarom is het dit jaar wél gelukt om in de finale te staan?

“Ook voor een stuk door die veerkracht. Daar was het kantelmoment de wedstrijd tegen Kortrijk. Heel het gedoe rond waar die moest worden gespeeld… Als je daar de laatste vijf seizoenen niet kon winnen en het dan sec met 0-3 afmaakt, dan weet je dat er stappen gezet zijn. Vervolgens speel je tegen KV Mechelen, en haal je het in de return ook weer op mentale veerkracht, met een kwalificatiegoal in de slotminuut. In de halve finale tegen Cercle was het kwalitatieve verschil dan weer te groot om echt over een match te spreken.

“Maar mentale veerkracht is de essentie: nog eens over de limiet gaan, zelfs al willen de benen niet meer mee. Er zijn spelers die dat dit seizoen hebben gekund. Vázquez is daarvan de exponent, Refaelov ook, maar heel de groep is daarin gegroeid. Er is iets meer kwaliteit dan de voorgaande jaren, dat ook. We hebben nog nooit een Vázquez van dit niveau gehad, iemand die op gelijk welk moment een wedstrijd kan beslissen. Maar FelipeGedoz kan dat ook, net als Izquierdo.

“Niet vergeten: we hebben de ploeg voor een groot stuk bij elkaar gehouden. De verdediging is de verdediging die er vorig jaar ook was, met een doelman die nog beter is geworden. De rest leerde bij en ineens is ook de lopende middenvelder opgestaan. De complementariteit tussen Timmy Simons, Vázquez en RuudVormer was er vanaf de eerste minuut. Liggen we onder druk, dan is er een dubbele ondersteuning van Timmy, en in de omschakeling is er iemand op wie je kan rekenen. Vormer heeft zich schitterend aangepast, hij speelt nu veel directer dan in het begin.

“Een van de grote kwaliteiten van Michel Preud’homme is dat hij erin slaagt spelers te overtuigen van het belang om een winnaar te worden. Hij dwingt ze tot de confrontatie met zichzelf, met de groep, reikt ze ook oplossingen aan en dan zie je dat spelers geleidelijk volgen. En dan wordt het een dominostenenverhaal. Wie niet volgt, valt af…”

Waldemar Sobota, Gato Silva,…

Sobota had moeite met regelmaat in zijn prestatie en als er dan jongens bijkomen die ineens een surplus aan kwaliteit bieden en als je Nikola Storm – iemand uit de eigen jeugd – én Refaelov hebt, dan is dat veel kwaliteit voor twee posities. Silva werd dan weer geconfronteerd met Simons, die beter is dan vorig seizoen, en Vormer, die zijn plaats pakte en niet meer afgaf.”

Is het vervelend dat net Anderlecht in de finale zit als jullie voor het eerst sinds 2007 nog eens een prijs kunnen pakken? Of maakt dat het net mooier?

“Dat laatste. Omdat het historisch de nummers een en twee zijn in het Belgisch voetbal. Eigenlijk is het onwaarschijnlijk dat dit pas de derde keer is in 38 jaar. Dat op zich maakt het ook al speciaal, net als het feit dat er een gezonde rivaliteit is tussen de twee, op alle niveaus. En die is echt wel gezond, ja. Als Herman (Van Holsbeeck, nvdr) in interviews verwijst naar het palmares van Anderlecht, heeft hij gelijk: zij schreven een ander verhaal dan wij. Aan ons om daar wat aan te veranderen. Het is voor ons acht jaar geleden dat we een prijs pakten, Anderlecht won zijn laatste beker zeven jaar geleden. Dat verklaart ook wel de gedeeltelijke volksverhuizing naar Brussel. We hadden Camp Nou zéér makkelijk kunnen vullen. Iedereen wil erbij zijn. Niet vergeten: je deelt al een hoofdprijs uit, een ticket voor de groepsfase van de Europa League. Als je aan de play-offs begint, heeft de winnaar al wat vast. Er wel van uitgaande dat wij gaan proberen tot het einde mee te doen voor de titel.”

Heeft de winnaar straks een psychologisch voordeel?

“Dat zal afhangen van het wedstrijdverloop. Het zal wellicht weer kort bij elkaar liggen, zoals in de competitie.”

En zal dat in de play-offs ook zo zijn?

“Daar ben ik zeker van.”

Waarnemers hebben een ander voorgevoel.

“Het is te vroeg om dat te zeggen. Dat gevoel wordt ingegeven door het feit dat Anderlecht de laatste weken zijn wedstrijden makkelijker won dan wij. Maar op een bepaald moment gaat dat wel weer omdraaien, zoals dat bij ons ook gebeurde. Ik verwacht dat het kantelmoment in de tweede helft van de play-offs gaat vallen.”

Zoals vorig jaar, toen jullie Anderlecht thuis ontvingen en verloren. Denkt u daar nog weleens aan terug?

“Zo weinig mogelijk. Voor alles is een reden. Er is toen op het veld geen oplossing gevonden. Achteraf gezien moet je zeggen: oké, niet goed. Het is niet dat er twee strafschoppen niet werden gefloten of dat we vier open kansen kregen… Op dat moment is door spelers een momentum gemist. Maar zij die erbij waren, hebben daaruit geleerd. Het is ook goed om te zien hoe iemand uit een ontgoocheling sterker terugkomt. Kijk maar naar Mathew Ryan en zijn flater tegen AA Gent. Hoe hij daarna is gaan presteren,… Kijk naar de ontwikkeling van ObbiOulare. In het begin van de voorbereiding kon die door krampen geen twee trainingen aan…

“Maar je doet het niet op één dag. Anderlecht heeft een sterk elftal, maar wij kunnen er onze voet naast zetten. Dat doen we met eigen opgeleide spelers, jongens die er al een tijdje zaten, en buitenlanders met potentieel. Het heeft veel inspanningen gekost, ook financieel is er geïnvesteerd, om op een bepaald moment te kunnen oogsten. Gelukkig ziet Bart Verhaeghe dat in een geleidelijk verhaal en ziet hij ook vooruitgang in wat we aan het doen zijn. Dat geeft hem vertrouwen.”

Champions League

Een prijs zou veel druk wegnemen.

“Absoluut. Al mag het niet verlammend werken. De hoofdprijs ligt op het einde, daar moet je duidelijk in zijn. Gelijk wie zondag verliest, zal dat ook zeggen.”

Want kampioen worden en straks deelnemen aan de Champions League, dat geeft een ploeg nog een pak meer…

(knikt) “Meer dan het startgeld. Kijk naar de jeugd van Anderlecht die in de Champions League mag meedoen. Dat is de beste leerschool voor de verdere stappen die je de jongere spelers wilt zien zetten.”

Dan gaat Meunier worden geconfronteerd met verdedigen op hoog niveau en mensen die in zijn rug duiken…

“En gaat Ryan naar een bal springen en hem misschien eens niet hebben. Zoals hij op het WK naar wat ballen ging. Daar word je beter van. Dat blijft voor mij het allerbelangrijkste, los van de financiële context: je niveau een echelon hoger brengen. ThomasMeunier, Oscar Duarte, Laurens De Bock,… Wie zet nóg een stap?”

Daarom heerst het gevoel dat Anderlecht nu iets sterker staat.

“O, ik denk dat wij uit onze Europese campagne ook wel wat hebben geleerd.”

Kan het jongens aanzetten om nog wat langer te blijven?

“We gaan proberen het geraamte bij mekaar te houden, maar sowieso weet je dat sommige jongens die uitblinken, in de belangstelling komen, maar we gaan de deuren niet zomaar voor iedereen openzetten. Wat Gedoz en Izquierdo hebben gedaan in hun eerste jaar is straf, maar het is aan ons om hen te overtuigen dat ze nog stappen te zetten hebben. Hun leercurve in België is niet af.”

AA Gent

Wordt het in de play-offs een duel tussen Club en Anderlecht, of fietst er nog een derde tussen?

“Ik denk dat je onmogelijk kan voorspellen wat er gaat gebeuren, want we zijn dé competitie waarin het eindresultaat wordt bepaald door een korte periode. De factor toeval en geluk speelt effectief een belangrijkere rol dan in een flat competition, waarin de sterkste ploeg het meestal haalt. Bij ons wint de sterkste ploeg van de play-offs. En dat is niet noodzakelijk de sterkste ploeg van de reguliere competitie.”

Tot nu zijn jullie nog nooit de sterkste ploeg van de reguliere competitie geweest.

“Neen. Nu wel, al zijn de verschillen klein. Dus: voorspellen is moeilijk. Daarnaast vind ik wel dat AA Gent met de transfer van Moses Simon een surplus aan kwaliteit kreeg die het HeinVanhaezebrouck mogelijk maakt om te variëren. Gent is een ploeg die, als de dobbelstenen op een bepaald moment gunstig vallen, in een situatie kan komen dat ze heel dicht bij een titel zitten.”

Hun resultaten tegen topclubs in de reguliere competitie zijn voor u geen indicatie?

“De kans is groter dat het eerder Anderlecht of Club is, maar Gent kan. Ze halen 4 op 6 tegen ons en 3 op 6 tegen Anderlecht. Kortrijk lijkt mij iets minder voor de hand liggend. Standard heeft af te rekenen met blessurepech op het slechte moment en voor Charleroi is het afwachten. Vorig seizoen kreeg ik rond deze periode hoop, achteraf misschien tegen beter weten in. We hebben nul garantie, maar nu is er meer gelaagdheid, zijn er meer handvaten. En die relativering is totaal niet gespeeld. Intussen zijn we ervaringsdeskundigen, in de play-offs moet je vooral niet te veel stress creëren.”

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S CHRISTOPHE KETELS

“Ik heb al een tijdje het gevoel dat dit seizoen alles aan het samenvallen is, iets waar we al drie, vier jaar naartoe werkten.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content