Zondag wordt in Barcelona de vijfde grote prijs van het seizoen gereden en de kans is groot dat Mercedes er zijn vijfde opeenvolgende overwinning pakt. “Zeker voor het eerste deel van 2014 zullen ze voor de andere teams onbereikbaar blijven”, gaf Jenson Button, wereldkampioen in 2009 voor Sebastian Vettel de formule 1 vier seizoenen lang domineerde, onlangs op SkySports.com toe.

In Australië, de openingsrace van het seizoen, won Mercedes met Nico Rosberg, de zege in de drie andere GP’s – Maleisië, Bahrein en China – ging naar Lewis Hamilton, die in de WK-stand wel vier punten minder heeft dan zijn Duitse ploegmaat. Het lijkt moeilijk te geloven, maar het is inmiddels zeven jaar geleden dat Hamilton zichzelf op de formule 1-kaart racete, na een onwaarschijnlijk debuutseizoen in 2007. Toen hij het jaar erna de jongste wereldkampioen (23) óóit werd, leek de formule 1 voorspelbaar te worden.

De 29-jarige rijder uit Stevenage is de eerste om toe te geven dat ook hij zijn carrière toen anders zag evolueren. In 2012 brak hij met McLaren, het team van Ron Dennis dat hem al op zijn dertiende in het driver development program opnam, en verkaste naar Mercedes. “De juiste beslissing, daar was ik voor de start van vorig seizoen al van overtuigd”, zei Hamilton onlangs in Sport Magazine UK.

In zijn eerste seizoen bij Mercedes, waarin het team vooral op de technische veranderingen wilde anticiperen, won Hamilton de Grote Prijs van Hongarije en stond hij vier keer keer op het podium. Beter dan hij zelf verwachtte, gaf hij toe. “Tijdens de races, dat ook, maar vooral in de ontwikkeling van de wagen. Ik had het gevoel dat er meer naar mij geluisterd werd. En zo hoort het ook, want hoe slim en goed de ingenieurs ook zijn, uiteindelijk zijn het de rijders die de wagen voelen. Wat wij op het circuit ervaren, is het enige wat belangrijk is. En ik merkte dat er op weg naar een wereldtitel geen ego’s in de weg zullen staan.”

En toch: de rivaliteit met Nico Rosberg, met wie hij in zijn jeugdjaren – in het kartingcircuit – ook al samen reed, laaide de voorbije weken weer op. “Als kind waren we goede vrienden, naarmate we ouder werden en voor andere teams reden, is dat wel wat afgezwakt. Nu zijn we volwassen, niet meer te vergelijken met de tijd dat we samen op een motor crosten of rond de circuits kampeerden. En: vroeger waren we alle twee bezeten van auto’s. Ik nog altijd, ik wil er zo veel mogelijk kopen, maar Nico heeft alleen een firmawagen en een kleine Vespa.” (lacht)

Vorig seizoen, toen ze plots weer voor hetzelfde team reden, was van die ‘oude vriendschap’ weinig te merken. “In deze sport kan je geen goede vrienden zijn, zeker niet wanneer je voor dezelfde ploeg rijdt en alle twee wil winnen. En hoe meer succes we dit seizoen hebben, hoe moeilijker het zal worden”, zei Rosberg onlangs in The Telegraph.

De ploegleiding is zich bewust van ‘het probleem’ en riep begin april de twee rijders bij zich. Toto Wolff, directeur bij Mercedes: “Een luxeprobleem. Ze moeten anders denken: mijn eerste tegenstander is zeker niet mijn ploegmaat, maar alle anderen.” Dat is echter theorie, want Rosberg smacht al jaren naar erkenning en een wereldtitel, Hamilton vindt dat zijn palmares niet strookt met zijn capaciteiten. “Als je kijkt naar mijn prestaties voor mijn formule 1-carrière, toen we nog allemaal met dezelfde wagen reden, had ik er vandaag veel meer van verwacht.” ?

DOOR CHRIS TETAERT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content