Ook voor de nieuwe Maradona verloopt de weg naar de top niet zonder strubbelingen. Lionel Messi (20) kende een jaar van uitersten. De voetbalwereld genoot van de geniale ingevingen van het Argentijnse wonderkind. Maar toch is er ook de pijn van de gemiste landstitel.

Uiteindelijk tellen in het voetbal alleen titels en trofeeën. Driekwart van het seizoen ging Barcelona aan kop in de Primera División, maar ook die prijs liet de Catalaanse formatie zich ontglippen. Het paste in een uiterst grillig jaar waarin de mannen van trainer Frank Rijkaard nimmer het niveau haalden waarmee ze het seizoen daarvoor de Spaanse titel en Champions League hadden veroverd. Lichtpuntje was andermaal de kleine, wendbare en razendsnelle Lionel Messi, die menig verdediger nachtmerries bezorgde. Onvergetelijk was het duel met Getafe (5-2-zege) op 18 april in de halve finale van de strijd om de Copa del Rey waarin de Argentijn een wereldgoal maakte. Vanaf de eigen helft ging Messi met de bal aan de haal, omspeelde vervolgens vijf verdedigers plus de doelman en scoorde. Spaanse en Argentijnse media kwamen superlatieven te kort bij het bejubelen van deze treffer.

Vorige maand is hij pas twintig geworden, maar nu al ligt de wereld aan de voeten van Messidona. Niemand leek bij het begin van het seizoen hem en Champions Leaguewinnaar Barcelona nog te kunnen stoppen. Het liep anders. In de returnwedstrijd tegen Getafe, drie weken na Messi’s finest hour, werd Barcelona door een ontluisterende 4-0-nederlaag alsnog uitgeschakeld door het nietige clubje uit de voorstad van Madrid. Daarvoor strandden de Catalanen tegen Liverpool al in de achtste finale van de Champions League. In de uiteindelijk van Real Madrid verloren race om de landstitel ontbrak Messi lange tijd. Een voetbreuk hield hem tussen november en februari geblesseerd aan de kant. De Argentijn is pas twee seizoenen volwaardig lid van de A-selectie van Barcelona en heeft al twee forse blessures met een langdurige herstelperiode achter de rug. Het zijn zaken die de jonge prof niet lekker zitten. De strijd om de Copa América deze maand was voor Messi het moment om terug te knokken. “In het leven moet je de dingen nemen zoals ze zijn. Dat heb ik afgelopen seizoen wel geleerd.”

Laten we beginnen met iets positiefs. Welk persoonlijk hoogtepunt uit het afgelopen seizoen met Barcelona was mooier : je drie treffers tegen Real Madrid (3-3) of de solo waaruit je scoorde in het bekerduel met Getafe ?

Lionel Messi : “De goals tegen Real Madrid en wel om drie redenen. Allereerst hielden we daardoor op het nippertje een punt over aan die wedstrijd (Messi’s derde doelpunt viel in blessuretijd, nvdr). Ook was het voor mijzelf de bevestiging dat ik een belangrijke rol kan spelen in een topwedstrijd. Tot slot was ik blij dat ik heb laten zien scorend vermogen te hebben. In mijn eerste twee seizoenen viel mijn doelpuntentotaal een beetje tegen. Voor mij was dat vreemd omdat ik in de jeugd altijd een van de topscorers was, zowel met Barcelona als in de vertegenwoordigende elftallen van Argentinië. Een pure spits ben ik nooit geweest, maar ik probeer wel altijd zo veel mogelijk het doel op te zoeken. Tegen Real Madrid kwam alles er in één keer uit. Een van de mooiste momenten kwam na die wedstrijd. De eerste speler die mij feliciteerde, was Raúl, een van mijn grote helden.

“Toch moet ik zeggen dat mijn goal in het bekerduel met Getafe ook heel bijzonder was, dat is wel mijn mooiste doelpunt ooit. Direct na die treffer realiseerde ik me dat hij erg veel weg had van Maradona’s doelpunt tegen Engeland in 1986. Al mag duidelijk zijn dat zijn treffer – in de halve finale van het WK – op een veel belangrijker moment viel. Dat is toch iets anders dan de halve finale van de strijd om de Copa del Rey.”

Teleurstelling

Toch blijken deze prestaties aan het eind van de rit niets waard. Barcelona sloot het seizoen af zonder grote prijzen. Kunnen we spreken van een mislukt seizoen ?

“Absoluut. Voor mij gaat het er niet om of ik persoonlijk een goed seizoen heb gedraaid. Het enige dat telde, was dat Barcelona een grote prijs zou pakken. Het grootste gedeelte van de competitie stonden we ook aan kop. Op het einde hebben we de titel door eigen schuld verloren. Wat het extra zuur maakt, is dat we ook al voortijdig waren uitgeschakeld in de Champions League. Voor Barça is dat een enorme teleurstelling, want we waren trots op de titels die we verdedigden. Zelf kon ik mijn gedachten gelukkig nog verzetten tijdens het toernooi om de Copa América. Maar ook dat kon de pijn van het mislopen van het kampioenschap niet wegnemen.”

Is dit het einde van een succesvolle cyclus in Camp Nou ? Barcelona versterkte zich met onder anderen Thierry Henry, Yaya Touré en Eric Abidal en nam afscheid van Giovanni van Bronckhorst, Javier Saviola en Thiago Motta.

“Absoluut niet. Natuurlijk wordt er veel gesproken over mogelijke versterkingen, want mensen verwachten altijd dat Barcelona nieuwe spelers haalt. Maar wat mij betreft heeft de selectie weinig verversing nodig, want de beste spelers zitten al hier. Zijn er bijvoorbeeld betere middenvelders dan Deco, AndrésIniesta of Xavi ? Of een betere centrumverdediger dan Carles Puyol ? De resultaten waren vorig seizoen niet altijd even goed, waardoor de geruchten over grote veranderingen toenamen, maar ook de huidige selectie verdient krediet. Iedere speler heeft nog genoeg ambitie. Ik zal niet vergeten dat dit team er de voorbije jaren voor verantwoordelijk was dat Barcelona zo veel prijzen won. We moeten nu vooruitkijken. Ik ben ervan overtuigd dat we komend jaar alles zullen doen om het kampioenschap en de Champions League weer naar Barcelona te halen.”

Nieuwe status

We doen inmiddels vrij luchtig over je loopbaan. Feit is dat je pas twee seizoenen achter de rug hebt als lid van de A-selectie van Barcelona. Gaat het allemaal niet wat snel ?

“Met mijn nieuwe status heb ik leren omgaan. Zo is het leven nu eenmaal bij een grote club als Barcelona. Zeker in de slotfase van het vorige seizoen groeide de media-aandacht naar een hoogtepunt. Zonder extra druk te voelen vind ik het leuk zo veel steun van iedereen te krijgen. Het heeft mij ook niet veranderd, om status geef ik niet veel. Ik ben nog steeds dezelfde Lionel als voorheen. En al zeg ik het zelf : zo veel bijzonders heb ik nog niet gedaan en ik moet nog veel leren.”

Barcelona hevelde je over naar de A-kern na je succesvolle optreden op het WK min-20 in 2005 in Nederland. Was het moeilijk om ineens met Ronaldinho en Samuel Eto’o te voetballen ?

“Moeilijk was het allerminst. Niet alleen Roni en Samuel, maar al mijn collega’s hebben mij enorm gesteund en me vertrouwen gegeven. Dat is nu, bijna twee jaar later, nog steeds zo. Voor een jonge speler is dat erg belangrijk. Geen enkele voetballer kan denken dat hij het alleen kan, zelfs niet als hij al een paar grote prijzen heeft gewonnen. Voetbal is een teamsport en nog dagelijks leer ik van mijn ploeggenoten. Die gedachte vormt de basis van ons succes. Ik moet dan ook lachen als ik altijd maar weer verhalen lees in de media over een verdeelde spelersgroep bij Barça. Hoe hadden we nu succesvol kunnen zijn in de competitie en in Europa als we geen eenheid waren geweest ?”

Waarom gaat een talent uit Argentinië al op dertienjarige leeftijd naar Europa ?

“Voor wie mijn achtergrond kent, is dat een simpel verhaal. Barcelona sprak zó veel vertrouwen in mij uit toen ze me benaderden. Ze geloofden in mijn mogelijkheden en wilden heel graag dat mijn familie en ik zouden komen. Dit was niet zomaar een transfer van de ene club naar de andere of van het ene land naar het andere. Barcelona maakte een groot gebaar naar mij en mijn familie.”

Al sinds je debuut voor Barcelona worden er vergelijkingen getrokken met Diego Maradona. Word je die niet moe ?

“Je zegt het zelf al, het gebeurt al sinds het begin van mijn loopbaan. Toch maakt het me trots. Al blijf ik zeggen dat het onmogelijk is iemand met Maradona te vergelijken. Hij is en blijft de beste speler die er ooit is geweest. Hij is uniek.”

Toch volgde je onlangs wéér zijn voorbeeld. Tegen Espanyol scoorde jij met de hand.

“Ja, dat verhaal moet ik van iedereen horen. Maar als ik een goal maak, denk ik echt niet aan Maradona. Hou het maar op toeval.”

Vertrouwen

Trainer Frank Rijkaard posteert je doorgaans als rechteraanvaller. Maakt het voor jou nog enig verschil op welke positie je voetbalt ?

“Als ik mag kiezen, speel ik het liefst centraal. Die positie vind ik nóg fijner dan de rechterflank. Al krijg ik van de coach genoeg vrijheid om naar binnen te knijpen. Aan de andere kant ben ik geen pure aanvaller, zoals Saviola, die vanuit elke positie scoort. In een tweespitsensysteem, zoals ik in de jeugd van Barcelona gewend was, zou ik prima op de positie van tweede spits kunnen spelen. Dat deed ik bijvoorbeeld ook tijdens het WK min-20 in Nederland.”

Opmerkelijk is dat Rijkaard staat voor combinatievoetbal, terwijl jij in eerste instantie een man van de dribbels bent. Botst dat niet ?

“In de Barça-opleiding hameren ze erop de bal niet te lang vast te houden omdat je anders het spel vertraagt. Maar ik ben nu eenmaal iemand die met de bal aan de voet zijn directe tegenstander opzoekt. Twee coaches in de jeugd zetten mij om die reden op de reservebank. Gelukkig was Charly Rexach een trainer die juist van mijn speelwijze hield en mij stimuleerde ermee door te gaan.”

Van welke voetballer geniet jij zelf het meest ?

Cristiano Ronaldo van Manches-ter United is een buitengewoon goede voetballer. Met hem zou ik nog wel een keer in één elftal willen spelen. Of het ooit gaat lukken, durf ik niet te zeggen maar ik denk dat je met ons samen een heel interessante aanval hebt.”

Blessureleed

Iets anders, de voorbije twee seizoenen heb je nogal wat blessureleed ge-kend. Ben je niet bang dat het chronisch is ?

“Niet kunnen voetballen is heel erg, he-laas weet ik daar alles van. Het herstel zelf is nooit echt vervelend, omdat dat altijd goed is gegaan. Hoewel, de kuitblessure die ik vorig seizoen in de Champions League opliep tegen Chel-sea, viel erg tegen. Het herstel duurde veel langer dan verwacht, waardoor ik ook de finale tegen Arsenal (die Barcelona met 2-1 won, nvdr) miste. Je kunt wel stellen dat dat een dieptepunt was. Voor die wedstrijd had ik alles willen opgeven. Maar je moet het het leven nemen zoals het komt. Ik weet dat ik de komende jaren nog vaak genoeg de kans zal krijgen zo’n finale te spelen.”

Ronaldinho en Eto’o worden bijna dagelijks in verband gebracht met een transfer naar de Serie A. Ook jij bent een interessante speler voor Italiaanse en Engelse clubs.

“Van dit soort vragen word ik erg moe. Ik ga hier ook niet meer op in. Het lijkt me duidelijk dat voor mij alleen Barcelona telt. Hier ben ik thuis, mijn contract loopt nog acht jaar door en de mensen op de club behandelen mij goed. Het is moeilijk een leven voor te stellen zonder Barcelona. Al wil ik nog graag een keer in Argentinië voetballen.”

José Pekerman maakte als bondscoach van Argentinië weinig gebruik van je tijdens het WK. Hoe is de verstandhouding met zijn opvolger Alfio Basile ?

“Uitstekend. Hij is geen man van veel woorden, maar alles wat hij zegt, slaat aan. Basile heeft veel vertrouwen in mij. Op het veld krijg ik alle vrijheid van hem, precies zoals ik wil. Voor iedere speler is zoiets erg prettig. Als het op voetbal aankomt, is hij heel open.”

Tot slot, heeft het afgelopen seizoen, dat in veel opzichten negatief was voor Barcelona, nog iets positiefs opgeleverd ?

“Ik ben nog erg jong en er is nog zó veel dat ik kan bereiken. Terwijl ik eigenlijk pas net ben begonnen, heb ik al twee landstitels en een Champions League achter mijn naam. Ik ben me ervan bewust dat veel grote voetballers deze prijzen in heel hun carrière nooit hebben gewonnen. En er zijn ook heel veel mensen die helemaal geen profvoetballer hebben kunnen worden terwijl ze daarvan wel droomden. Daarom is mijn motivatie ook zo groot in de vele jaren die ik hopelijk nog heb. Ik wil zo veel mogelijk winnen. Ik ga nu echt niet achterover leunen …” S

Door Vincent Okker

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content