… Met blote vuisten het dak van je wagen bijna indeuken van blijdschap

© KOEN BAUTERS

Stand-upcomedian en acteur Jeron Dewulf verpandde zijn voetbalhart aan het populaire Chileense Colo-Colo en Marcelo Salas, maar vooral aan Antwerp. ‘Alle kleuren verdwijnen op tribune 2, behalve rood en wit.’

‘Ik ben bijzonder fier dat ik vandaag echt deel uitmaak van de Antwerpfamilie. Door de jonge garde in het bestuur kreeg ik de kans om de fandag eens te presenteren, net op het moment dat de gunstige flow zich inzette. Ik doe het met veel liefde en volledig gratis. Ik ben nu één van hen, ik kan al eens achter de schermen piepen, ik leer zo de spelers en de clubwerking kennen. Er heerst op de Bosuil een nieuw geloof, een ander soort dynamiek. Ik voel me daar echt een stukje van. Voor de wedstrijd eens de aftrap mogen geven, dit seizoen tegen Genk het icoon Hans-Peter Lehnhoff aankondigen én naast hem staan, daarmee werd ik ineens een stuk kleiner. Een kippenvelmoment.

Op de Bosuil bestaat tijdens de match nul procent nuance.’ Jeron Dewulf

‘Ze belden me ook om de stadionomroeper sinds 44 jaar, mijnheer Vuylsteke, uitzonderlijk te vervangen. Toen ik hem ontmoette, bleek dat ineens mijn leraar geschiedenis te zijn van het Sint-Jan Berchmanscollege in Merksem.

‘Die passie voor rood-wit en stamnummer 1 zit echt diepgeworteld. Ik ga er nu ook een monoloog over spelen, vanaf 30 maart in ’t Klokhuis, met als titel ‘Op weg naar Wembelie’. Op 12 mei is het exact 25 jaar geleden dat we op Wembley de Europacupfinale verloren van Parma. Daar kon ik niet bij zijn, want ik zat toen net in mijn examens van het zesde middelbaar.

‘De promotiewedstrijd vorig jaar blijft ook een moment dat ik me voor altijd zal herinneren. We waren op weekend, maar ik had het plan uitgedokterd om vroeger dan gepland terug te keren zodat ik in de wagen naar de radio kon luisteren om alles te volgen. Op de Antwerpse ring deukte ik met blote vuisten het dak van mijn wagen bijna in van blijdschap. Bij thuiskomst heb ik mijn vriendin afgezet met de melding dat ik meteen naar de Bosuil moest. Dat volksfeest wilde ik voor geen geld ter wereld missen. Twaalf plus één jaar frustratie viel in één klap weg. Een dergelijke ontlading maakte ik ook in 1997 mee, toen Chili zich in Santiago plaatste tegen Bolivia voor het WK. Twee goals van mijn held Marcelo Salas, El Matador. Ik zat toen niet in het stadion, want dat bleek uitverkocht, maar wel in de buurt. Die explosie, vol Zuid-Amerikaanse passie, was nog het best vergelijkbaar met de tranen die we lieten bij de terugkeer op het hoogste niveau afgelopen zomer.

‘Doordat mijn papa van Zuid-Amerika afkomstig is, werd het shirt van het Chileense Colo-Colo – met het indianenhoofd erop – mijn eerste link met voetbal. In 1988 zag ik, als primeur qua stadionervaring, op de Bosuil België vriendschappelijk tegen Brazilië. We verloren wel met 1-2, maar ik bemachtigde toch maar mooi een handtekening van Romario.

‘Ik groeide op in Ekeren en ging in Merksem naar school, waar de meeste van mijn vriendjes verzot waren op Rudi Smidts. Een strijderstype, met dat lange haar, een symbool voor onverzettelijkheid. Samen met Lehnhoff voor mij de verpersoonlijking van de club. Ook Patje Goots en Cisse Severeyns mag je daarbij rekenen. Gasten met passie en strijdlust, die bleven lopen en wroeten.

‘Op de Bosuil bestaat tijdens de match nul procent nuance. Een lichte fout in de zestien meter, voor ons is dat penalty. Het klinkt misschien belachelijk, maar dat fanatisme op Engelse leest bevalt me. Op dit Antwerp staat geen rem. Ik geloof nog altijd dat wij ons nieuwe stadion kunnen vullen met 40.000 man én daarin Champions League gaan spelen.’

Voor meer info over ‘Op weg naar Wembelie’, vanaf 30 maart tot en met 12 mei, surfen naar opwegnaarwembelie.be

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content