David Coulthard zegt de F1 vaarwel.

Het zat er al een tijdje aan te komen, maar toch. De verzamelde internationale pers ervoer het als een verlies, toen David Coulthard (37) in Silverstone zijn afscheid aankondigde. Met de Schot verdwijnt immers alweer een character, zoals de Britten het zo mooi zeggen. Lees: een coureur die kleur in de paddock brengt, met wie je nog eens een leuk, onderhoudend en volwassen gesprek kan hebben.

Natuurlijk is het daar in de eerste plaats niet om te doen, in Formule 1. Coulthard komt niet echt meer vooruit. Er was zijn derde plaats in Canada een maand geleden, maar die werd gebaard door een nogal avontuurlijk raceverloop. In zowat alle andere races was DC (spreek uit diesie), zoals vriend en tegenstander hem noemen, geen partij voor teamgenoot Mark Webber. En eigenlijk is dat een beetje de rode draad door zijn carrière: het was altijd net niet.

Dat geeft hij zelf ook grif toe. “Bij McLaren had ik een auto om wereldkampioen te worden, maar ik werd het nooit.” Het bleef dus bij dertien overwinningen in vijftien jaar F1. Een plaatje dat er veel beter had kunnen uitzien, daar blijven we van overtuigd. Alleen was Coulthard te braaf. Toen hij in 1996 van Williams naar McLaren verkaste, werd hij er teamgenoot van de Fin Mika Häkkinen. Die moest in het businessplan van McLarenbaas Ron Dennis en partner Mercedes de volgende wereldkampioen worden. Alleen was Coulthard systematisch sneller, en in Monza 1997 was hij ook de eerste die won toen McLaren eindelijk uit het dal kroop. Ook in de laatste race van het seizoen, de beruchte titelbeslisser tussen Jacques Villeneuve en Michael Schumacher, was hij op weg naar winst toen hij via de boordradio werd verzocht om Häkkinen voorbij te laten. Een dikke vier maand later, idem dito. Coulthard in Australië op weg naar winst, dan de oproep via de radio. Toen was de veer gebroken en deemsterde de Schot helemaal weg in de schaduw van Häkkinen.

Tijdens interviews met de man, over de jaren heen, haalden we het vaak aan. En telkens gaf de Schot een andere uitleg voor de merkwaardige manier waarop hij in het begin sneller was dan Häkkinen, maar later nooit meer. Het sterkt onze overtuiging dat Coulthard door McLaren in de rol van waterdrager werd gedwongen. En dat ook aanvaardde, zoet als hij was. Of noem het misschien eerder slim. Hij tekende telkens contracten voor één of twee jaar, “als hij maar zoet blijft” , en werd goed beloond voor zijn trouw. Naar schatting reed hij in zijn carrière zo’n 80 miljoen euro bij elkaar.

“Mijn kinderen en kleinkinderen zullen Bernie Ecclestone ooit gedenken omdat hij van de F1 zo’n geldmachine maakte”, gniffelde Coulthard toen hij zijn afscheid aankondigde. En dan serieus: “Ik ben een gelukkig man. Ik kan op mijn 37ste beslissingen nemen die veel mensen zich nooit kunnen permitteren.” En dan, refererend aan de vliegtuigcrash die hij in 2000 overleefde, maar zijn twee piloten niet. “Acht jaar geleden had ik dood kunnen zijn, maar ik ben springlevend.” Hoewel, dat laatste zei hij op zijn eigen, soms rauw Schotse manier. Want hoewel hij de laatste gentleman driver is, choqueerde DC af en toe ook graag: “Ik word nog iedere dag wakker met een erectie.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content