La Louvière ervaart dat het goed voetballen is op een Frans elan. ‘Op een terugval moet men dan ook niet rekenen’, zegt doelman Silvio Proto.

Met een lek geschoten bal waarvoor hij opgeschrikt door de knal zijn armen terugtrok, viel Silvio Proto zaterdag tegen Anderlecht nog het meest op. Want ofschoon hij in het doel van La Louvière twee keer werd geklopt, waarvan één keer op penalty, moest Proto verder nauwelijks een bal pakken. Wat niet wegneemt dat de 1-2-nederlaag La Louvière de derde plaats kostte. “Maar op een terugval van La Louvière moet men niet rekenen,” zegt de doelman, “omdat we op dit moment niet boven onze mogelijkheden geklasseerd staan. De punten die we verloren, verloren we op een domme manier.”

Proto, die nog voor Aimé Anthuenis dinsdag zijn selectie voor de nationale ploeg bekendmaakte al in verband werd gebracht met de Rode Duivels, is een van de spelers die dit seizoen nadrukkelijk op de voorgrond zijn getreden bij La Louvière. “Ik ben”, zegt hij, “enorm geëvolueerd sinds ik in eerste klasse debuteerde. Door gericht te werken kon ik bepaalde technische verbeteringen aanbrengen in mijn manier van keepen, ingewikkelder bewegingen. Zo is bijvoorbeeld mijn positionering in het doel verbeterd, zet ik in een vloeiender beweging kleine passen en ben ik meer aanwezig op hoge ballen. Dat heeft ook te maken met de veranderingen in mijn fysionomie : in het begin van mijn carrière woog ik 68 à 70 kilo, nu weeg ik er 78. Ik heb een fitnessprogramma gevolgd dat erop was gericht mijn basiskwaliteiten te behouden. Daardoor heb ik nog altijd een zekere vinnigheid û ik train veel op explosiviteit in de eerste vijftien meter û maar ik kan mij ook meer opdringen binnen de kleine backlijn, terwijl ik in mijn eerste seizoen niks dan klappen moest incasseren. Die vangt mijn lichaam nu veel beter op.

“Bij La Louvière hebben we het geluk dat we met Geoffray Toyes en Yannick Zambernardi over ervaren verdedigers beschikken. Hoewel we over een betere ploeg dan vorig seizoen beschikken, moet ik nu vaker in actie komen dan toen. Wat eigenlijk normaal is, want we spelen offensiever. We proberen het spel nu vaker zelf te maken, wat vorig seizoen niet altijd het geval was. We zijn daardoor kwetsbaarder geworden op counters. Die manier van spelen heeft ook invloed op míjn manier van spelen : ik moet mijn uitworpen meer variëren en de bal meer gooien naar de verdedigers en de flankspelers û want dat is preciezer

“Ik probeer de verdediging te sturen, wat voor mij een manier is om een wedstrijd waarin ik weinig te doen heb toch geconcentreerd te beleven. Het maakt ook dat ik niet meer zoals vroeger gestresst naar een wedstrijd toe leef. Ik voel het nu meer als een positieve spanning waar ik makkelijker mee om kan. Ik moet voortdurend geconcentreerd blijven, ook als ik niet veel te doen heb in een match, want ook in de vierennegentigste minuut kan ik tussenbeide moeten komen. Daarom dat ik na zulke wedstrijden ook gewoon leeg ben.” Aan een transfer zegt hij op dit moment niet te denken. “Ik lig nog onder contract tot 2006 en ik moet mij nu op mijn spel focussen. Pas op het eind van het seizoen wil ik bekijken wat er op mij af komt. Ik begin liever aan een seizoen met een groep dan halverwege en ik wil niet met een valse noot vertrekken, zoals twee jaar geleden bijna het geval was. Als ik daar nu op terugkijk, moet ik zeggen dat ik niet de juiste beslissing nam door naar iets anders uit te kijken. La Louvière heeft mij opgeleid en kansen gegeven en ik wou hen te slim af zijn. Dat heeft mij aan het denken gezet, want ik ben eigenlijk zo niet.

“In juni ben ik twee dagen gaan testen bij Portsmouth. Ik heb zelfs een wedstrijdje met hen meegespeeld, maar mijn vriendin moet hier nog haar studies afwerken tot juni 2005, dus ik wou nog niet absoluut weg. Maar als ik vertrek, zou ik eerder kiezen voor de Engelse dan voor de Italiaanse competitie : de aanvallers krijgen daar meer kansen en ik word liever continu op de proef gesteld dan een wedstrijd te moeten laten afhangen van één redding. Een paar seizoen geleden bood Anderlecht mij aan derde keeper te worden, maar ik koos voor La Louvière, waar ik tweede doelman kon worden. Maar ik kan begrijpen dat anderen zoals Jan Van Steenberghe dat wel doen : ik zou het op zijn leeftijd ook gedaan hebben. Nu denk ik dat Belgische clubs terugdeinzen voor mijn kostprijs.”

door Stéphane Vande Velde en Raoul De Groote

‘Na een wedstrijd ben ik gewoon leeg.’ (Silvio Proto)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content