Niet alleen meer concurrentie, maar ook meer rust maakt RC Genk sterk. De nederlaag op Standard ten spijt.

L ogan Bailly, Tomislav Mikulic, Mirsad Beslija, Faris Haroun, Tom Soetaers, Paul Kpaka en Nenad Stojanovic : een oogopslag naar de bank volstond vrijdag in het koude Sclessin om te zien dat RC Genk niet per toeval zes wedstrijden op rij had gewonnen. Tegen Brussels, de eerste wedstrijd van de competitie, stonden namelijk nog de inmiddels getransfereerden Dimitri de Condé en Igor De Camargo in de ploeg en zaten op de bank Faris Haroun, Mirsad Beslija, Aaron Mokoena, Daan Vaesen, Kenneth Van Goethem en Sem Franssen.

Meer mogelijkheden biedt de Genkse selectie inmiddels om zonder noemenswaardige verzwakking van opstelling te wisselen, zo bleek de voorbije weken onder andere in de verdediging. Op 4 januari was het dat Gert Claessens daaruit wegviel, toen hij na een uurtje trainen zijn mediale knieband verrok. De wedstrijd op Standard was zijn eerste van de terugronde, daarmee de vaste achterhoede van de heenronde met BrianPriske, EricMatoukou en Indridi Sigurdsson completerend.

Achterin werd tijdens de afwezigheid van Claessens geschoven. “Het grote pluspunt is”, zegt Jan Moons, “dat daarbij de organisatie behouden bleef en er weinig fouten gemaakt werden. Soms speelden we met drie of vier of vijf, met hoog spelende flankverdedigers achteraan, of Mikulic en Matoukou of Priske en Mikulic centraal met Seyfo Soley daarachter : we kunnen wat meer aanpassen en van tactiek veranderen zonder dat het evenwicht verstoord raakt.”

Want : “We zijn completer geworden. Een aantal posities is iets beter bezet, waardoor de scherpte verhoogd is. Iedereen moet een vrij hoog niveau halen om bij de elf of achttien te horen. De druk ligt hoger. Niet dat dat zó belangrijk is, maar samen met het geluk dat we na de winterstop ook wat hadden, zorgt dat voor een winning mood en dan kan je al wat ontspannener naar een wedstrijd toe leven. In het begin was niet iedereen dat vele wisselen gewoon, dat kan destabiliserend werken voor sommigen, maar als iemand zich helemaal doorzet dan zal de trainer wel niet wisselen, natuurlijk.”

De wedstrijd van vrijdag tegen Standard legde wat dat betreft ook weer een euvel in de Genkse selectie bloot, namelijk dat vooral voorin niet iedereen een constant niveau blijkt te halen. Zo stevig als de tandem Matoukou-Claessens centraal in de verdediging, zo moeilijk slagen Kevin Vandenbergh of Orlando Engelaar – om er twee te noemen – er op het middenveld of voorin vooralsnog in enige regelmaat in hun prestaties te krijgen. Vooral Engelaar, zo hoor je in Genk, moet het mentaal nog meer leren opbrengen er week na week te staan, terwijl Vandenbergh een periode moet doormaken waarin hij als voetballer zowel offensief als defensief meer bij het ploegspel betrokken raakt. Reden waarom hij al eens achter de spitsen wordt uitgespeeld en zo het beeld wegwist van de spits die als hij niet scoort ook niet in de wedstrijd blijkt te zitten.

Maar dat René Vandereycken nog altijd gelooft in het doelinstinct als belangrijkste kwaliteit van Vandenbergh mag blijken uit de negentig minuten die hij de spits liet volmaken, terwijl het Thomas Chatelle was die na de rode kaart van Moons naar de kant werd geroepen.

Op Standard zaten Vandenbergh noch Engelaar nauwelijks in de wedstrijd, al mag die partij ook niet als enige maatstaf worden gebruikt. De bevroren staat van het veld leidde Vandereycken na afloop immers tot de terechte conclusie dat de partij beter nóg eens was uitgesteld.

Het eerste van de belangrijkste vier beslissende momenten noemde de trainer het feit dat er toch werd gespeeld. “Op dit niveau, waar het om een eventuele deelname aan de Champions League of de Uefacup gaat, had die partij niet mogen doorgaan. Daar is te lichtzinnig mee omgesprongen.” Ten tweede, en als gevolg van de staat van het veld, was er de rode kaart voor Jan Moons. Op aangeven van de grensrechter had scheidsrechter Johny Ver Eecke een overtreding gefloten maar dat hij daarom ook de Genkse doelman zonder overleg met een uitsluiting bedacht, was niet bepaald in overeenstemming met het wedstrijdgevoel. Ten derde, zag Vandereycken, werd Gonzague Vandooren slechts met geel bestraft toen hij Kevin Vandenbergh, die net twee man zou dribbelen, over de knie haalde. Opnieuw Kevin Vandenbergh was het, ten vierde, die in de laatste minuten van de wedstrijd geen vat kreeg op een voorzet van Beslija omdat hij, zo gaf de speler zijn trainer aan, ter hoogte van het strafschoppunt tegen de grond werd getrokken.

“Jammer”, concludeerde Vandereycken, “dat we op die manier moeten verliezen.” Waarmee hij, wegens niet gezien, voorbij ging aan de rode kaart die ook Soley na negenenveertig minuten had mogen krijgen voor een armslag naar Sergio Conceiçao. Met tien tegen elf had Vandereycken van zijn ploeg de juiste ingesteldheid gezien én conditioneel waren ze overeind gebleven, benadrukte de trainer. “Ook al twijfelde daar een aantal weken geleden een aantal mensen aan”, wist Vandereycken, voorzichtig als hij zijn selectie voorbereidt.

“Er is nu veel meer concurrentie, waardoor de duels op training bitser kunnen worden, maar we hebben een trainer die daar heel goed mee om kan gaan, want iedereen wil delen in het succes, dan moet je scherp staan als trainer”, zegt Gert Claessens. “Hij mijdt zoveel mogelijk duels waarin ploegmaats omver geschopt worden op training. Daar haal je toch niks mee. Iedereen respecteert elkaar daarin en dat siert deze groep.”

Negentig minuten bleven op Standard de recentste drie nieuwkomers op de bank. Omdat ze al eens naar een trouwfeest moeten (Stojanovic), griepjes krijgen (Soetaers) of gewoon meer aanpassingstijd nodig hebben (Mikulic). Overhaasting is een put waarin Vandereycken zijn spelers liever niet wil zien vallen. Zo was het ook eerst Sem Franssen die een paar keer voor Jan Moons inviel omdat Bailly zich na zijn blessure bij de reservewedstrijden nog te veel op fouten liet betrappen. Logan Bailly viel daarom de kans in de schoot op Sclessin na 38 minuten Jan Moons te vervangen, wat de jonge doelman op een geloste bal na met bravoure deed. Engelaar was het die de vrije rol om in de ruimtes te duiken voorin van Chatelle overnam.

Spelers op meerdere posities uitspelen ziet Vandereycken als meedenken in de carrière van een speler, zonder dat dat het doel is. En soms moeten spelers zich daar bewust van worden om dat overtuigender uit te kunnen voeren. “Ik heb de indruk dat ondertussen de spelers weten dat er een idee achter zit en dat ook willen uitvoeren. Spijtig genoeg moet dat in het voetbal altijd met resultaten bewezen worden. Maar dat iets resultaat oplevert, is niet het bewijs dat het goed was.”

Waarmee de nederlaag op Standard in zijn juiste context is geplaatst. RC Genk gaat weken tegemoet waarin het op korte tijd Anderlecht en Club Brugge op bezoek krijgt. In andere toppers heeft Genk zich dit seizoen al van zijn beste kant laten zien en ook op Standard gaf het, de omstandigheden in acht genomen, een solide indruk. De gemoedsgesteldheid waarmee Genk in Sclessin op de bus stapte, was dan ook niet die van een geslagen ploeg, maar van een ploeg die klaar is om straks Club Brugge en Anderlecht te ontvangen.

door Raoul De Groote

‘We zijn completer geworden.’ (Jan Moons)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content